Diverse bepalingen strafzaken

op B.S. 18 juli 2018 Strafzaken

De Ministerraad keurde op 8 december 2017 een voorontwerp goed onder de noemer ‘Diverse Bepalingen Strafzaken’. Zo komt er een vernieuwde herzieningsprocedure in strafzaken, wordt een Europees Aanhoudingsbevel voor minderjarigen mogelijk gemaakt en wordt er een belangrijke stap gezet in de integratie van de penitentiaire gezondheidszorg in de reguliere gezondheidszorg.

(Lees verder)

Elektronisch toezicht als automatische straf

op Potpourri II Strafzaken

Op 1 mei 2016 zijn de Potpourri II-bepalingen inzake elektronisch toezicht in werking getreden. Sindsien kan de rechter, in plaats van de traditionele gevangenisstraf, een detentie onder elektronisch toezicht of bepaalde maatregelen op proef ('probatie') als autonome straffen opleggen. Over deze aanpassingen werd met de gemeenschappen overleg gepleegd in de Interministeriële Conferentie Justitiehuizen.

(Lees verder)

Guilty plea

op Potpourri II Strafzaken

In de strafprocedure is de bekentenis van de dader een belangrijk signaal voor het slachtoffer, maar ook voor de samenleving. Het geeft het slachtoffer een basis om de vergoeding van de opgelopen schade te vorderen en vormt een punt van verwerking en aanvaarding. Met de invoering van een guilty plea-procedure, kan de dader deze bekentenis afleggen in ruil voor een mildere strafvordering door het Openbaar Ministerie.

(Lees verder)

Verstek en verzet in strafzaken

op Potpourri II Strafzaken

Potpourri II heeft de mogelijkheden van de verzetsprocedure in strafzaken beperkt, zonder evenwel het recht op tweede aanleg te beperken.

(Lees verder)

Onmiddellijke aanhouding

op Strafzaken

De onmiddellijke aanhouding na veroordeling wordt beperkt door de strafdrempel te verhogen van 1 tot 3 jaar, met uitzondering voor de terroristische misdrijven en zedenmisdrijven.

(Lees verder)

Beveiligingsperiode

op Strafzaken

Bij zware misdrijven zal de bodemrechter, d.i. de rechter die de veroordeling uitspreekt, meteen een minimale periode van strafuitvoering kunnen uitspreken. Hij zal bijvoorbeeld in geval van levenslange opsluiting, waar de strafuitvoeringsrechtbank de voorlopige invrijheidsstelling al vanaf 15 jaar kan toelaten onder strenge voorwaarden, tot 20 jaar kunnen uitspreken. Of, daar waar bij een niet-recidive de voorlopige invrijheidsstelling normaal na 1/3 kan tussenkomen, tot 2/3 van de straf.

(Lees verder)