Over Koen Geens
De jeugdjaren
Koen(raad) Geens wordt in 1958 geboren in Brasschaat als zoon van Leo Geens en Renilde Aertsen. Hij verliest zijn vader reeds kort na zijn geboorte.
Op school zet de jonge Koen Geens uitstekende resultaten neer. Zijn sociaal engagement komt reeds vroeg naar boven in het Sint-Jan Berchmanscollege in Merksem en in de scoutsbeweging.
Na zijn middelbare studie aarzelt hij lang tussen Germaanse filologie (zijn ouders waren beide germanisten) en rechten. Uiteindelijk wordt het rechten vanuit de overtuiging dat dit de beste vertrekbasis is om zich in te zetten in de samenleving.
Na twee jaar UFSIA (Universiteit Antwerpen) studeert hij verder aan de KU Leuven en behaalt er in 1980 met grootste onderscheiding zijn licentiaatsdiploma in de rechtsgeleerdheid.
Intussen neemt hij ook de tijd om verliefd te worden op Griet Dupré, een jaargenote. Hij trouwt en trekt met haar naar Harvard. Daar haalt Koen een Master of Laws.
KU Leuven
Na zijn terugkeer wordt Koen Geens NFWO-aspirant aan de KU Leuven. Hij engageert er zich meteen in de vertegenwoordiging van het wetenschappelijk personeel. Hij vestigt zich in Vlaams-Brabant in de gemeente Huldenberg.
In 1984 krijgt hij zijn eerste leeropdracht in de faculteit van de economische wetenschappen. Zijn doctoraal proefschrift over het vrije beroep – even eigenzinnig als origineel – verdedigt hij in 1986. Het wordt later bekroond met de tweejaarlijkse staatsprijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Recht en Economie en met de vijfjaarlijkse Emile Baron Van Dievoet Prijs.
In oktober 1986 wordt Koen Geens docent. Hij neemt het onderwijspakket van Jan Ronse over en krijgt een opdracht fiscaal en handels- en vennootschapsrecht aan de economische faculteit. Zijn studenten waarderen hem om zijn begeesterende manier van doceren, zijn doorzicht en zijn liefde, zowel voor het vak als voor hen. ‘Kennis beschouwt hij niet als eigen bezit, hij deelt het als een gemeenschappelijk goed.’
Onder zijn impuls worden de werkcolleges omgevormd tot actieve werkvormen in kleine groepen.
Het Jan Ronse Instituut voor Vennootschapsrecht
Samen met emeritus Jan Ronse neemt Koen Geens de leiding over de Leuvense school voor vennootschapsrecht. Het nieuwe ‘Tijdschrift voor Rechtspersoon en Vennootschap’, dat bijdragen bundelt van zowel academici als praktijkmensen, is intussen een vaste waarde in de Belgische juridische wereld.
Na het overlijden van Jan Ronse wordt de school in 1989 herdoopt tot ‘Jan Ronse instituut voor Vennootschapsrecht’. De reeks ‘Rechtspersonen en Vennootschapsrecht’ ziet het licht. Deze reeks verzamelt verslagen van de in Leuven gehouden colloquia en studiedagen en monografieën over vennootschapsrecht.
Het instituut wordt onder de leiding van Koen Geens de thuisbasis van een onderzoeksequipe van getalenteerde doctorandi en academici.
Onderwijshervorming
In 1992 wordt Koen Geens hoogleraar, in 1993 gewoon hoogleraar.
Als academisch secretaris van de rechtsfaculteit is Koen Geens in het begin van de jaren negentig één van de drijvende krachten achter een tweede programmahervorming. Tot dan hadden de kandidaturen een te sterk algemeen vormend karakter. De juridische techniek kwam pas in de licenties terdege aan bod. De hervorming beoogde een betere wisselwerking tussen kandidaturen en licenties. In de latere bachelor-master-hervorming wordt die wisselwerking verder doorgetrokken.
In een tweede luik van de hervorming kregen de licenties ook een meer dynamische invulling met een grotere spreiding van de keuzevakken over de drie licentiejaren.
Uitstap naar de praktijk
Ook in de eigen carrière streefde Koen Geens de wisselwerking tussen theorie en praktijk na. Vanaf 1989 combineert hij zijn mandaat aan de universiteit met de advocatuur. In 1994 richt hij samen met Xavier Dieux van de ULB een advocatenkantoor op, dat onder de naam Eubelius zal uitgroeien tot het grootste Belgische onafhankelijke advocatenkantoor met internationale uitstraling.
Om deze combinatie mogelijk te maken vraagt en verkrijgt Koen Geens in 1994 het statuut van buitengewoon hoogleraar. Hij blijft niettemin zijn volledige leeropdracht behouden en neemt zelfs het beleid van de faculteit mee op zich als voorzitter van de onderwijscommissie (1995 –1998) en als auteur van het beleidsplan 1995-2000. Als directeur van het Jan Ronse Instituut zet hij ook zijn wetenschappelijke activiteit en de begeleiding van jonge wetenschappers voort en wordt nog promotor van de succesvolle VAO, later ManaMa Vennootschapsrecht aan de Katholieke Universiteit Brussel.
Waar dat kan, wordt de kruisbestuiving tussen theorie en praktijk aangewend tot voordeel van beide. Zo schrijft hij in 2001-2002 de statuten van de Associatie KU Leuven.
Wetenschappelijke carrière èn maatschappelijk engagement
Samen met prof dr. Anne Benoît-Moury van de universiteit van Luik verzorgt Koen Geens in 1999 de wetenschappelijke begeleiding voor het nieuwe Wetboek van Vennootschappen, dat het Belgische vennootschapsrecht ordent voor de 21ste eeuw. Zijn wetenschappelijk kunnen vindt in 2004-2005 ook erkenning in de uitnodiging om aan de ULB de Binnenlandse Francqui-leerstoel te bekleden.
Van 2001 tot 2012 is Koen Geens met een korte onderbreking opnieuw voorzitter van de onderwijscommissie rechten. Hij zet zijn schouders onder een aantal fundamentele hervormingen: de bachelor-masterstructuur, de oprichting van de bifacultaire opleiding in de economie, het recht en de bedrijfskunde, de oprichting van de Hasseltse rechtenopleiding en de samenwerking met de Katholieke Universiteit Brussel.
Koen Geens engageert zich in die jaren ook onder meer als voorzitter van de Federatie van de Vrije en Intellectuele Beroepen, als voorzitter van de Hoge Raad voor Economische Beroepen en als lid van de Commissie Corporate Governance.
Van 2007 tot 2009 is hij kabinetschef Sociaal-economisch Beleid van de Vlaamse minister-president, Kris Peeters. Hij is in die functie bezieler van het programma Vlaanderen in Actie.
Veeleisende werker, milde mens
Koen Geens is een academicus in hart en nieren, op veel terreinen onderlegd en actief. Zijn sterkste kant is echter: leiding geven, ploegen coachen. Medewerkers typeren hem als bezielend, goedlachs en creatief, soms fel en soms mild. Veeleisend ook, in de eerste plaats voor zichzelf.
Bij de samenstelling van de nieuwe Vlaamse regering in 2009 blijft hij Vlaanderen in Actie opvolgen als voorzitter van de ‘Raad der Wijzen’ maar neemt hij afscheid van het politiek kabinet van de minister-president. Hij wordt opnieuw gewoon hoogleraar en neemt zijn functie als voorzitter van de onderwijscommissie rechten terug op. Ook leidt hij de beoordelings- en de evaluatiecommissie voor de faculteit.
In april 2009 neemt Koen Geens deel aan de rectorsverkiezingen en moet het nipt afleggen tegen Mark Waer.
Zijn gedrevenheid voor onderwijs en vernieuwing in het onderwijs vindt ook zijn uitdrukking in zijn engagement als voorzitter van de Thomas More Hogescholen, de fusie tussen de K.H.Kempen en Lessius.
Buiten de universiteit zet hij zich in in diverse organisaties. In 2012 wordt Koen Geens lid van de Koninklijke Vlaamse Academie België voor Wetenschap en Kunst en wordt hij opgenomen in de prestigieuze Academia Europaea.
2013: minister
In maart 2013 wordt Koen Geens gevraagd om de functie van Minister van Financiën op te nemen in de regering-Di Rupo. Hij neemt de uitdaging aan maar wil niet al zijn onderwijsopdrachten achterlaten en wordt opnieuw buitengewoon hoogleraar aan de KU Leuven. Hij aanvaardt tevens om mee te werken als co-hoofdredacteur aan de handboekenreeks ‘Beginselen van Belgisch privaat recht’ (in samenwerking met Roger Dillemans en Walter Van Gerven).
Enkele van zijn maatschappelijke functies zijn niet verenigbaar met zijn werk in de regering. Zo verlaat hij onder meer het advocatenkantoor Eubelius en de Raad van Bestuur van de NV BNP Paribas Fortis.
Op 25 mei 2014 wordt Koen Geens verkozen als volksvertegenwoordiger in de Kamer en opgevolgd door Els Van Hoof bij zijn aanstelling als Minister van Justitie op 11 oktober 2014 in de regering-Michel I. Na de val van de regering werd hij ook bevoegd voor de Regie der Gebouwen. Sinds 2 juli 2019 is hij vice-premier in de regering van lopende zaken.
2020
Geens werd geen Minister meer in de Regering-De Croo, die op 1 oktober 2020 de eed aflegde. Hij wilde op die manier zorgen voor verjonging en vervrouwelijking binnen zijn partij. Wel nam hij opnieuw zijn zetel op in de Kamer.