De Ministerraad keurde op 8 december 2017 een voorontwerp goed onder de noemer ‘Diverse Bepalingen Strafzaken’. Zo komt er een vernieuwde herzieningsprocedure in strafzaken, wordt een Europees Aanhoudingsbevel voor minderjarigen mogelijk gemaakt en wordt er een belangrijke stap gezet in de integratie van de penitentiaire gezondheidszorg in de reguliere gezondheidszorg.
- Meer transparantie en onafhankelijkheid bij herzieningsprocedure in strafzaken
De herzieningsprocedure in strafzaken wordt hervormd en transparanter en onafhankelijker gemaakt. Justitie zal zich bij een gegronde herzieningsaanvraag laten adviseren door een onafhankelijke Commissie Herziening in Strafzaken. Zo kunnen de rechtszoekenden in alle onafhankelijkheid vergissingen in hun voordeel laten rechtzetten na een definitieve veroordeling.
De huidige procedure voor de herziening in strafzaken dateert uit de 19e eeuw en is dringend aan herziening toe. Vandaag liggen zowel het onderzoek naar een aanvraag als de beslissing exclusief bij de rechterlijke macht. Wat vragen kan oproepen bij de rechtszoekende.
Want indien het Hof van Cassatie een aanvraag tot herziening als ontvankelijk beschouwt, beveelt het een Hof van Beroep om de aanvraag te onderzoeken. Maar omdat de wet niet bepaalt om welk Hof van Beroep het moet gaan, kan dit hetzelfde Hof zijn dat de rechtszoekende eerder al in beroep veroordeelde. Dat zorgt bij die rechtszoekende dan ook vaak voor een gevoel van mogelijke partijdigheid.
Om dat aan te pakken stelt dit voorontwerp voor om een onafhankelijke Commissie Herziening in Strafzaken op te richten. De leden van die commissie worden voorgedragen aan de Minister van Justitie, die ze op zijn beurt aanstelt. Concreet gaat het per taalrol om een rechter, een parketmagistraat en twee advocaten. Ook een onafhankelijke deskundige maakt deel uit van de commissie.
Als het Hof van Cassatie oordeelt dat er voldoende aanwijzingen zijn voor een grond tot herziening, vraagt het Hof dat de aanvraag wordt onderzocht door de Commissie Herziening in Strafzaken. Deze licht zowel de nieuwe aangeleverde elementen als het strafdossier door en bekijkt of er redenen zijn voor een nieuw proces. De commissie maakt het advies over aan het Hof van Cassatie.
Ofwel vernietigt het Hof van Cassatie de veroordeling en verwijst het de zaak voor een nieuwe behandeling naar een ander Hof van Beroep of Hof van Assisen dan datgene dat eerder een uitspraak had gedaan, ofwel verwerpt het de aanvraag tot herziening.
De beschikbare cijfers tonen dat tussen 2010 en 2015 twintig personen een herziening van hun definitieve veroordeling aanvroegen. De helft van die aanvragen werd ontvankelijk verklaard. Acht zaken werden uiteindelijk opnieuw doorverwezen naar een rechtbank.
- Europees Aanhoudingsbevel voor minderjarigen
Wanneer een minderjarige -die minstens zestien jaar was op het moment van de feiten- zich in het buitenland bevindt en het voorwerp uitmaakt van een voorlopige of definitieve maatregel tot een plaatsing in een gesloten opvoedingsafdeling, zal er een Europees Aanhoudingsbevel kunnen worden uitgevaardigd. Het parket zal dat bevel kunnen uitvaardigen op grond van een beslissing van een jeugdrechtbank of jeugdrechter.
Het doel van de wetswijzing bestaat erin te voorzien in de mogelijkheid om de overlevering van minderjarigen te vragen wanneer zij ernstige feiten hebben gepleegd in ons land maar zich op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie bevinden.
- Betere gezondheidszorg voor gedetineerden
Om die integratie mogelijk te maken, werden enkele wijzigingen aan de Basiswet goedgekeurd. De aanpassingen zorgen voor een gelijkwaardigheid op drie vlakken: de geneeskundige verstrekking, de zorgcontinuïteit en alle waarborgen waar men in de vrije samenleving ook van kan genieten.
Drie aanpassingen die samen een belangrijke stap vormen voor de toekomstige integratie van de penitentiaire gezondheidszorg in de reguliere gezondheidszorg en de toekomstige bevoegdheidsoverdracht van Justitie aan Volksgezondheid.
- Transitiehuizen: een betere plek voor zo’n 300 gedetineerden
Voor sommige gedetineerden is een streng beveiligde gevangenis niet de correcte plek met het oog op een vlotte re-integratie in onze samenleving. Daarom wil minister Geens verschillende transitiehuizen oprichten waar geselecteerde gedetineerden intens worden bijgestaan en begeleid.
In het Masterplan III, dat in november 2016 werd goedgekeurd, wordt onder meer gefocust op de terugkeer en het opnieuw kunnen functioneren van gedetineerden in de maatschappij. De transitiehuizen zijn daarin van cruciaal belang. Gedetineerden, die zorgvuldig geselecteerd worden op basis van een aantal criteria, krijgen tegen het einde van hun straf de kans om het laatste deel van die straf (anderhalf à één jaar) door te brengen in een transitiehuis. Daar leren ze opnieuw zelfstandig wonen, werk zoeken, relaties aangaan en functioneren buiten beveiligde muren.
In tegenstelling tot de grote gevangenissen, die zich vaak buiten de woonkernen bevinden, zijn de transitiehuizen wel geïntegreerd in een maatschappelijke context. Dat verlaagt de drempel voor de gedetineerde tot de samenleving, maar evengoed omgekeerd.
Om de projecten op te starten was in de eerste plaats een wettelijke basis nodig. Het wetsontwerp Diverse Bepalingen in Strafzaken bevat de hiertoe noodzakelijke bepalingen. Na stemming in het parlement kan er effectief worden overgegaan tot de lancering van enkele proefprojecten. Dit wordt in tussentijd al voorbereid. Op dit ogenblik zouden zo’n 300 gedetineerden in aanmerking komen voor een plek in een transitiehuis.