In de strafprocedure is de bekentenis van de dader een belangrijk signaal voor het slachtoffer, maar ook voor de samenleving. Het geeft het slachtoffer een basis om de vergoeding van de opgelopen schade te vorderen en vormt een punt van verwerking en aanvaarding. Met de invoering van een guilty plea-procedure, kan de dader deze bekentenis afleggen in ruil voor een mildere strafvordering door het Openbaar Ministerie. Er moeten dan geen debatten meer worden gevoerd over de schuld en de strafmaat, want het openbaar ministerie oordeelt over de opportuniteit om een strafvermindering voor te stellen. De rechter ten gronde beoordeelt vervolgens de gegrondheid én de proportionaliteit van de toepassing van een “guilty plea” en gaat na of de bekentenis bewust en zonder ongeoorloofde dwang tot stand is gekomen. De “Guilty plea” kan enkel toegepast worden voor feiten waarvoor de gevangenisstraf minder dan vijf jaar bedraagt.
Daarnaast werden reeds een aantal aanpassingen aan het systeem van de verruimde minnelijke schikking doorgevoerd. Zo wordt de mogelijkheid om nog een minnelijke schikking af te sluiten na een eerste veroordeling wordt afgeschaft. De afgesloten minnelijke schikkingen zullen in het strafregister opgenomen worden.