Op personeelsvlak werd ingezet zowel op budget als op aanwervingen.
Voor de rechterlijke orde werden, ondanks de door de regering besliste besparingen, de nodige budgettaire middelen bekomen om het personeel op peil te houden, en zelfs licht te laten stijgen. De magistratuur en het gerechtspersoneel kunnen in 2019 1-op-1 worden vervangen (kredieten ten belope van 10 miljoen euro), en dit zelfs in de bijzondere context van de begrotingsbehoedzaamheid. Verder werd, ook voor 2019, voor de versterking van zowel de magistratuur als het gerechtspersoneel, een bijkomende 9 miljoen euro vrijgemaakt. Op de rechtsmachten werd in globo dus niet bespaard.
Met 14 rechters per 100.000 inwoners (2016) is België, in vergelijking met onze buurlanden, één van de koplopers wat het aantal magistraten betreft. Zo telt Nederland 13,65 en Frankrijk 10,44 magistraten voor hetzelfde aantal inwoners. Alleen Duitsland telt er meer, nl. 24,18 magistraten per 100.000 inwoners. Wat parketmagistraten betreft, scoort België met 7,61 parketmagistraten per 100.000 inwoners hoger dan Nederland, met slechts 5,43 parketmagistraten, Frankrijk met 2,92 en Duitsland met 6,7.
Op het vlak van het aantal aanwervingen zijn er sinds december 2014 liefst 1.077 vacatures gepubliceerd: 538 voor het Openbaar Ministerie (323 nieuw/215 herpublicaties) en 539 voor de Zetel (435 nieuw/104 herpublicaties). Daarnaast werden sinds diezelfde datum ook 2.850 vacatures voor gerechtspersoneel vacant verklaard, waaronder 90 vacatures voor parketjuristen en referendarissen.
Op het niveau van het personeel zijn de afgelopen legislatuur belangrijke stappen gezet in de richting van een beheersautonomie voor de zetelende magistraten. De raamovereenkomst van juni 2018 met het College van hoven en rechtbanken bepaalt hoe de beheersautonomie gerealiseerd kan worden. De afschaffing van de rigide en wettelijk vastgestelde kaders en de ontwikkeling van een dynamische personeelsenveloppe was daar een belangrijk onderdeel van. Ook de vermindering van de achterstand en een kortere doorlooptijd met minstens tien procent maakten deel uit van de overeenkomst.
Ook voor het Hof van Cassatie werd een eigen regeling voor het autonoom beheer uitgewerkt die de mogelijkheid zou bieden voor het Hof om zelf zijn budgettaire noden te bepalen en de ter beschikking gestelde middelen aan te wenden. Voor dit ontwerp bleek politiek evenwel onvoldoende draagvlak.
De gerechtelijke stage werd hervormd en efficiënter gemaakt. Zo werd ervoor gekozen om alle gerechtelijke stagiairs eenzelfde gezamenlijke opleiding te doen volgen, waarna ze toegang krijgen tot zowel het Openbaar Ministerie als de Zetel. Nieuw is ook dat de stagiair op het einde van de stage wordt geëvalueerd en pas na een positieve evaluatie een brevet krijgt waarmee hij of zij kan solliciteren voor een vacature. Het statuut zelf van de stagiair werd ook verbeterd. Hij of zij kan aan de slag blijven bij Justitie tot het moment van benoeming als magistraat.
Ook de Hoge Raad voor de Justitie kreeg meer slagkracht op het stuk van audit en onderzoek naar de algemene werking van Justitie.
Voor specifieke projecten, zoals de gerechtskostenbureaus en veiligheidsprojecten, kwamen er bijkomende middelen. In 2017 werd 15 miljoen euro vrijgemaakt voor de versterking van de rechterlijke orde om het hoofd te kunnen bieden aan de brede problematiek van radicalisering en terrorisme.