Koen Geens: Premier, geachte ministers, mevrouw de voorzitster, laat ons hopen dat de dood van dit onschuldig kind de voorbode of het teken is van een zich sluitend vangnet en van een aanbod dat moeite heeft om een stijgende of constante vraag te volgen. In die zin hebt u de taal van mijn hart gesproken, mijnheer de premier. Het zijn immers de gebruikers die deze vraag constant houden of doen stijgen.
Straks zullen de ministers het hebben over het aantal effectieven dat zij zullen opdrijven en ik twijfel er niet aan dat dit een groot deel van de oplossing is, maar om het vangnet te sluiten, moeten wij de samenwerking blijven verbeteren. Mijn vragen gaan precies over de internationale samenwerking.
Mijnheer de minister van Justitie, mevrouw de minister van Binnenlandse Zaken, hoeveel verbindingsofficieren hebben wij met de FBI, met de Drug Enforcement Agency, met de Immigration and Customs Enforcement in de Verenigde Staten?
U hebt onlangs in de verenigde commissies gezegd dat wij een verdrag met Ecuador voorbereiden, mijnheer de minister van Justitie. Hoe ver staat het daarmee? Hoe ver staat het met de verdragen met Panama? Ook dat bestaat nog niet. Hoe voert u het verdrag met Colombia uit?
Waarom duurt het zo lang om een GIT met Nederland voor de grote drugscriminaliteit op te zetten? Wij hebben Hazeldonk voor de kleine drugstoeristen. Wij hebben een samenwerking voor Sky ECC. Daar is een GIT, maar moeten wij niet nog intenser met Nederland samenwerken?
Hoe zit het met de Benelux? En met de Verenigde Arabische Emiraten? Sedert 1 november 2022 hebben wij een verdrag met Dubai. Veel landen hebben zonder verdrag al uitleveringen vanuit Dubai gekregen, waaronder Nederland. W aarom is dat bij ons nog niet het geval? Waarom komt de follow-the-money naar Dubai niet op gang?
Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitster, collega's, ik zal deze vragen samen met de ministers van Financiën, Binnenlandse Zaken en Justitie beantwoorden.
We hebben allemaal koude rillingen gevoeld toen we vernamen wat er in Antwerpen was gebeurd. Een jong, onschuldig meisje verloor het leven in een oorlog die niet de hare was en waarmee ze in de verste verte niets te maken had.
De strijd tegen de georganiseerde misdaad en de drugscriminaliteit is een prioriteit van deze regering en de bevoegde ministers zullen meer in detail treden over wat deze regering samen met de andere instanties in ons land doet.
Mijnheer Geens, u hebt op een ander punt gealludeerd. Wij kunnen het aanbod wel zoveel mogelijk bemoeilijken, maar dat aanbod is er ook omdat er vraag is. Iedereen moet beseffen dat er bloed kleeft aan het gebruik van dat type drugs, hoe onschuldig het ook mag lijken. Er kleeft bloed aan, niet enkel in de landen waar ze worden geproduceerd, maar ook in ons land. We zullen keihard werken om het aanbod tegen te gaan, maar er moet ook een collectieve inspanning zijn van iedereen om ervoor te zorgen dat de vraag daalt.
De strijd tegen de georganiseerde misdaad is een prioriteit van deze regering. Bij het begin van de legislatuur heeft het blootleggen van het Sky ECC- netwerk duidelijk gemaakt hoe doortastend wij kunnen zijn. Dat heeft ook de omvang van het probleem aangetoond. Dit is een werk van diepgang, analyse en recherche, een werk van specialisten, werk dat de sterkste mensen van ons land dag en nacht leveren.
Laat u niet misleiden door te denken dat de oplossing spierballengerol is, of hier stoere verklaringen doen om zoveel mogelijk likes op sociale media te krijgen. De oplossing is samenwerking. Ik ben heel tevreden te zien dat die samenwerking, die al maanden vorm heeft gekregen, de voorbije dagen opnieuw heel concreet is geworden. De bevoegde ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken hebben samengezeten met de burgemeester van Antwerpen om heel concreet te bekijken wat we samen moeten doen, welke middelen we kunnen vrijmaken, hoe we korter op de bal kunnen spelen en hoe we alles beter kunnen coördineren.
Mijnheer Metsu, ik ben het dus absoluut eens met uw vraag naar meer samenwerking. We willen meer samenwerken en kort op de bal spelen. Wij doen echter niet aan aankondigingspolitiek of spierballenvertoon. We lossen dit op door diepgang, door expertise, door de wortel van het probleem aan te pakken, maar vooral door ervoor te zorgen dat alle instanties met elkaar samenwerken. Ik ben blij dat die samenwerking met de burgemeester van Antwerpen gisteren zeer concreet is geworden.
Annelies Verlinden: Geachte leden, ik sluit mij vanzelfsprekend aan bij het medeleven dat hier voor het overlijden van de elfjarige Firdaous werd betuigd. Ze is thuis overleden, in een veilige haven, in een oorlog die de hare niet was, zoals de premier zei. Kinderen hebben immers nooit iets te maken met welke drugsoorlog dan ook.
Wanneer zoiets gebeurt, dan staat de wereld stil en dan komen er veel emoties los. Het duurde dan ook niet lang vooraleer er in de politiek symboolmaatregelen op tafel werden gelegd en paraplus werden opengetrokken. De Nationale Veiligheidsraad samenroepen, het inzetten van militairen, de verantwoordelijkheid louter bij federale ministers leggen, daarin zit niet de oplossing.
Mijnheer Metsu, het gaat niet over de bereidheid of de wil om de Nationale Veiligheidsraad samen te roepen, of om het leger in te zetten, mijnheer Van Grieken. Waar het wel om gaat, is om de meest gerichte en meest gepaste oplossingen in te zetten. Ik neem aan dat de burgemeester van Antwerpen om dezelfde redenen geen bijzondere gemeenteraadscommissie in Antwerpen over dit thema samenroept.
Ik geloof wel dat de oplossing ligt in een ketengerichte samenwerking, waar iedereen over alle bevoegdheidsdomeinen heen zijn volle verantwoordelijkheid neemt. Mirakeloplossingen bestaan niet, maar elke schakel speelt een cruciale rol om het net rond de criminele bendes te sluiten. Ik heb het dan over de preventie, over sociale en gezondheidsdiensten, over lokale besturen, over lokale en federale politie, over Justitie, over douane, over de internationale partners, over de havenbedrijven.
Ik neem mijn verantwoordelijkheid. Ik zorg ervoor dat de politie niet langer de weakest link in de keten is. Meer politie wordt op dergelijke momenten immers ook geroepen.
Hoewel ik een historische desinvestering heb aangetroffen, werken er vandaag meer mensen bij de federale politie dan ooit. Dat is niet om te lachen, mijnheer Depoortere.
Sinds oktober 2020 zijn er 150 medewerkers bij de verschillende FGP's bijgekomen, waarbij 68 mensen de FGP Antwerpen versterken. We zijn niet klaar. Tegen het einde van de legislatuur zal de FGP 409 extra collega's tellen, waarvan 114 voor Antwerpen. We versterken ook de scheepvaartpolitie. In september zijn er al 20 politiemensen bijgekomen in detachering. We versterken de scheepvaartpolitie ook op korte termijn verder met 25 nieuwe medewerkers. Daar stopt het voor mij niet.
Mijn ambitie is en blijft een volledige bezetting van onze federale politiediensten. Wij versterken ook de lokale politie en rekruteren meer dan ooit. De reserve van de federale politie is ter beschikking van de lokale politie om haar bij te staan waar en wanneer nodig. De politie gaat er dus op vooruit. Wij zijn er nog niet, maar wij werken er wel aan en wij doen dus meer dan roepen.
Ik neem ook mijn verantwoordelijkheid op internationaal vlak, want dat is inderdaad essentieel. Wij zijn aanwezig in de bronlanden. Wij hebben beslist om, net als in Brazilië, een verbindingsofficier te installeren in Colombia en Ecuador. Dat brengt het totaal op twaalf verbindingsofficieren, mijnheer Geens. Wij hebben een MOU met Colombia en Ecuador in de pipeline. Dat is in december ondertekend door die landen en zal op korte termijn worden ondertekend door onze commissaris-generaal.
Het is essentieel om het verdienmodel aan te pakken en daarvoor is die internationale samenwerking onontbeerlijk. Zij is nog nooit zo sterk geweest, maar het blijkt dat er nog steeds witwasparadijzen zin. Daarom hebben wij in februari 2022 een samenwerkingsakkoord gesloten met de politie in Dubai waarin een duidelijk engagement is genoteerd van de Verenigde Arabische Emiraten en van België om de samenwerking te intensifiëren. De resultaten zijn er: de politie in Dubai arresteert drugsbaronnen. Men moet hen effectief daar treffen waar het het meeste pijn doet, namelijk in de portemonnee. Men moet hun drugsgeld afpakken en hun businessmodel verstoren. Het follow-the-moneyprincipe is daarbij natuurlijk richtinggevend. Daarin moeten wij blijven investeren, want het is cruciaal dat de nonkels in Dubai ook kunnen worden uitgeleverd. Wat baat het immers dat de inspanningen van de politie in België worden geïntensifieerd, als die mensen in de Verenigde Arabische Emiraten hun leven zorgeloos kunnen voortzetten?
Het codewoord in de strijd tegen drugs is dus een ketenaanpak. Ik ben graag de motor van die ketenaanpak. Daarom heb ik in december nog eens alle actoren in de Antwerpse regio samengebracht – politie en Justitie – in de strijd tegen het geweld. Wij hebben toen verbeterpunten geïdentificeerd. Wij pakken die nu aan en lopen er niet van weg.
In het belang van die ketenaanpak stel ik dan ook voor om een nationale drugscommissaris aan te stellen die een ketengerichte benadering door de deelstaten en de federale overheid kan bewerkstellingen en de initiatieven nog beter op elkaar kan afstemmen.
Tot slot, sluit ik mij graag aan bij de collega's die zich hebben gericht tot de drugsgebruikers. Het is immers niet normaal dat drugsgebruik bij een feestje hoort. Wij moeten jongeren weerbaar maken om neen te blijven zeggen, want alle gebruikers zijn een wezenlijke schakel in het in stand houden van het geweld. Iedereen, tot de hoogste echelons, moet beseffen dat er bloed aan hun neus hangt wanneer zij daaraan deelnemen.
Koen Geens: Mijnheer de eerste minister, geachte ministers, ik ben opgegroeid aan de verbindingsweg tussen de stad Antwerpen en de haven van Antwerpen. Ik heb daar 12 jaar school gelopen en ik heb daar 15 jaar gewoond. Ik ken die buurt dus. Als wij die stad nog willen herkennen, zullen wij moeten samenwerken. Allemaal. Nationaal en internationaal. En niet kakelen over wiens fout het zou zijn dat het nog niet helemaal in orde is of dat het helemaal nog niet in orde is.
Tijdens de vorige legislatuur heeft de regering samengewerkt: samen met collega Vanovertveldt, samen met collega Jambon, samen met de stad Antwerpen en zijn burgemeester, samen met het KALI-team in het Stroomplan. Dat heeft goed gewerkt, en dat gaat verder goed. Maar ik heb één kritiekpunt. Als wij moreel niet eensgezind zijn, en de indruk geven dat cannabis of cocaïne gelegaliseerd kunnen worden, is dit een verloren strijd. Dan gaat het niet.
Het kan niet zijn dat kinderen van 11 jaar het slachtoffer worden van verwende rijke burgers. Dat kan niet! In geen geval!