Koen Geens (CD&V): Mijnheer de minister, ik ben heel blij dat u het dossier opnieuw ter harte neemt. De moeilijkheid van dat soort dossiers is dat men ze ontdekt bij opvolging van zijn voorganger en men het normaal vindt dat het nog een hele tijd zal duren vooraleer ze afgerond zijn, in dit geval vooraleer gevangenen aan de ziekteverzekering zullen worden onderworpen.
Om uw onderhandelingspositie te versterken, maak ik u er attent op dat ik het dossier vanaf 2015 bij de voorganger van collega Vandenbroucke heb aangekaart en dat we een studie hebben gekregen die de mogelijkheden evalueerde. Een en ander ging verschrikkelijk traag. De betogen in de interministeriële conferentie voor volksgezondheid gaven mij alvast niet de geruststelling dat we snelle vooruitgang met het dossier zouden maken.
Wat stoort me daar zo erg aan? Ten eerste lijkt het mij dat Justitie de verzekeringspremie zal betalen. Wat kan Volksgezondheid liever hebben dan een minister die de premie betaalt voor zijn 10.000 gedetineerden? Ten tweede is het evident dat men naar een forfaitarisering van het ereloonsysteem zal moeten gaan van de artsen die in de gevangenissen de gevangenen behandelen. Maar ik neem aan dat ook dat niet het grote probleem zal zijn.
Als men het dan op de keper beschouwt, is de vraag hoeveel tienduizenden mensen niet zouden genieten van onze ziekte- verzekering, zonder dat er ooit premies voor hen zijn betaald. Het moet vrij makkelijk zijn om dat te achterhalen. In die zin vind ik het heel belangrijk dat men duidelijk maakt dat het slechts over tienduizend mensen gaat, waar Justitie bovendien de premie voor zal betalen, om hen recht te geven op de juiste en gepaste zorg gelet op hun kwaal, of die nu psychologisch, psychisch, psychiatrisch of fysiek is.
Ik zeg dit niet om het dramatisch te maken, maar het aantal keren dat ik 's morgens vernam dat er ergens in de gevangenis iemand zelfmoord had gepleegd of om 4 uur 's nachts om een noodarts had gevraagd en om 6 uur dood in zijn cel werd gevonden, is vrij hoog. Het gaat dus niet over iets symbolisch. Het gaat over iets heel belangrijks en iets heel normaals. Er komen leraars, parlementsleden, artsen terecht in de gevangenis. Al onze beroepscategorieën komen er terecht.
Al die mensen hebben recht op een ziekteverzekering. Justitie zou normalerwijze moeiteloos die premie kunnen betalen, als daar het probleem zit. Ik wens dit echt uit het diepst van mijn hart: behartig het probleem, mijnheer de minister. Ik zal ook vragen stellen aan uw collega van Volksgezondheid. Het is wezenlijk voor de juiste attitude in onze gevangenissen voor de toekomst. We zijn met internering ver geraakt, maar wat de gevangenissen betreft, is er nog heel wat werk aan de winkel. Daar kunt u niet aan doen, maar Volksgezondheid moet ons helpen.
Minister Vincent Van Quickenborne: Ik heb de brief van de artsen en van de Commissie van Toezicht van de gevangenis van Lantin snel beantwoord. Wij hebben elkaar maandag ontmoet en de delegatie heeft me laten weten dat men de activiteiten blijft opschorten in afwachting van een bevredigend schriftelijk antwoord van onzent- wege. De deontologie schrijft echter voor dat de continuïteit van de zorg verzekerd moet worden.
Om de goede werking van de gezondheidsdiensten van het gevangeniswezen en de correcte bezoldiging van al degenen die ervoor werken te verzekeren, werd de hervorming van deze diensten, de organisatie en de werkmethode ervan in het regeerakkoord opgenomen. Ik heb mijn administratie de opdracht gegeven om de activiteiten van de werkgroepen die tijdens de vorige legislatuur opgericht werden nieuw leven in te blazen.
De volgende vergadering zal op 23 juni plaatsvinden. De stuurgroep zal opnieuw samengesteld worden. Iedereen die hier vroeger aan deelgenomen heeft, zal opnieuw uitgenodigd worden. In een eerste fase zullen de gedetineerden in het RIZIV geïntegreerd worden, waarna de verdere implementatie van de terugbetaling gefaseerd door- gevoerd zal worden. Per 1 juni zullen de verstrekkingen voor het eerst in negen jaar geïndexeerd worden: voor de meeste verstrek- kingen, waaronder die van de psychiaters, betreft het een indexering met 7,84 %; voor verpleegkundige zorg en voor de psychotherapeuten betreft het een indexering met 3,1 %.
Een van de eisen heeft betrekking op het computerprogramma, dat verouderd is. Ik steun de digitalisering van de diensten en dat omvat ook de herziening van het elektronisch patiëntendossier. Het door mijn voorganger voor- bereide dossier kon niet meer afgerond worden, maar mijn administratie heeft een bestek opgesteld voor een gebruiks- vriendelijk en gebruiksklaar programma dat compatibel is met het eHealth-platform. De Dienst Vreemdelingenzaken zal het ook gebruiken. De uitrol daarvan is gepland voor het najaar.
De overdracht van de gezond- heidszorg in de gevangenissen kan niet ondoordacht en onvoor- bereid plaatsvinden. Ik heb daar al uitvoerig met de minister van Volksgezondheid over gesproken.
Ik heb hem vandaag een brief gestuurd. Ik wacht nu op zijn antwoord en hoop dat we samen werk kunnen maken van langetermijnoplossingen.
In de gevangenis van Lantin zijn er in principe twee psychiaters die deel uitmaken van het zorgteam en drie psychiaters die verbonden zijn aan de psychosociale dienst. Eén psychiater uit het zorgteam heeft zijn ontslag ingediend zodat we een vervanger zoeken. We zijn ook op zoek naar een derde psychiater voor de psychosociale dienst, maar er is krapte op de arbeidsmarkt.
Er zijn twaalf huisartsen aan die penitentiaire instelling verbonden. Het verloop is zeer beperkt en men vertrekt gewoonlijk omwille van zijn leeftijd. Het is echter niet altijd gemakkelijk om een vervanger voor deze artsen te vinden.
Het incident is gesloten.