Mensen zijn eerder terughoudend om naar de rechtbank te stappen omdat dit heel wat kosten met zich meebrengt. Het aandeel dat de burger betaalt in de procedure, zoals de rolrechten, zal binnenkort aan het einde van de procedure aangerekend worden aan de verliezende partij.Momenteel betaalt de eiser dit nog aan het begin van de procedure. Door die drempel weg te nemen, wil Minister Koen Geens justitie toegankelijker maken voor iedereen. Daarnaast houdt deze wet ook een enorme vereenvoudiging in voor de griffies van de rechtbanken.
Wie bij een procedure in het ongelijk gesteld wordt moet de rolrechten vandaag terugbetalen de winnende partij. Als je overtuigd bent dat je gelijk zal krijgen dan betaal je nu eerst een rolrecht, dat rolrecht moet terugkrijgen van degene die ongelijk heeft aan het eind van het proces.
Voorbeeld:
Een huurder start een zaak tegen een huisjesmelker. Deze huurder zit sowieso in een kwetsbare positie. Door de rolrechten naar het eind van de procedure te verplaatsen zal de huisjesmelker die de zaak verliest de kosten moeten betalen. Het kan niet dat de toegang tot justitie als een drempel wordt ervaren omdat je ook al zal je het proces winnen zelf eerst voor de rolrechten moet opdraaien.
Vanaf 1 februari treedt dit ontwerp in werking en zullen rechtszoekende die naar de rechtbank stappen dus niet meer bij aanvang de rekening gepresenteerd krijgen. De rolrechten naar het einde van de procedure verplaatsen was een van de belangrijke punten uit de visienota ‘Court of the Future’.
De Minister van Financiën zorgde bovendien voor uniforme tarieven van rolrechten die het leven voor iedereen makkelijker maken: zowel voor de mensen die een beroep doen op justitie als de mensen die binnen justitie werken. Dit betekent dat er in eerste aanleg een lager rolrecht wordt betaald dan in beroep of in Cassatie.
Deze hervorming belemmert geenszins de toegang tot de rechter, maar heeft precies de bedoeling deze veilig te stellen voor de toekomst. Om de toegang tot de rechter te verzekeren voor mensen met weinig middelen werd de toegang tot tweedelijnsbijstand (pro deo) reeds hervormd. De inkomensgrenzen werden ook licht naar omhoog opgetrokken zodat er meer mensen toegang tot dat systeem hebben. De Minister van Justitie benadrukt bovendien het voordeel van de rechtsbijstandverzekering dat de mensen die geen beroep kunnen doen op de tweedelijnsbijstand zal verzekeren tegen juridische geschillen. Volgens hetzelfde principe van een ziekteverzekering. De rechtsbijstandsverzekering is in eerste lezing goedgekeurd door de Ministerraad.
Koen Geens: “Justitie moet er zijn voor de mensen. Iedereen heeft recht op rechtvaardigheid. De drempel om op zoek te gaan naar die rechtvaardigheid moet daarom worden weggenomen. Dus worden de kosten op het eind van de procedure afgerekend en betaald door de verliezende partij. Uiteraard is het beter om onderling tot een oplossing te komen, pas als dat niet lukt moet je je gelijk kunnen halen via de rechtbank.”