Roger Dillemans, ere-rector Dillemans, wordt vandaag 90. Steeds in uitstekende fysieke en mentale gezondheid, immer alert, even genereus met steun en vriendschap als met kwinkslagen, is hij een baken van rust en stabiliteit voor leeftijdsgenoten, meer nog een lichtend voorbeeld voor ‘jongeren’ als ik. Wat zou Dillemans gedaan of gezegd hebben, denk ik dan? Nadien denk ik meestal: hij zou het diplomatischer hebben gedaan, minder scherp hebben gezegd, maar de goede verstaander zou het ook of zelfs beter begrepen hebben. Maar bovenal: ik denk dat hij het ook zou hebben gedaan of gezegd, maar dus anders.
De jonge Roger was een uitzonderlijk begenadigd student, geboren en getogen waar IJse en Dijle samenvloeien. Hij beleefde in Leuven in alle betekenissen de Universitas van Mgr Dondeyne. De legende gaat dat Roger zoveel examens aflegde dat hij zich een enkele keer neerzette bij een hem onbekende prof (de professoren zaten toen nog allemaal samen in een grote zaal) en ‘sprak’ over een ander vak dan hetgeen de arme man gedoceerd had. De prof schreef toch de naam Dillemans op, vond zelfs zijn naam terug op de puntenlijst, en zei “ge krijgt veel punten, ook al hebt ge mij over een andere vak ‘gesproken’”. Eén van Dillemans’ licentiaatsthesissen ging over het personalisme van Mounier. Geen wonder dat Roger Dillemans zelf een uitstekend christendemocraat was, en vele christendemocratische ministers adviseerde. Dat hij zelf geen minister werd, maar rector, is een felix culpa van de geschiedenis.
Ik ontmoette professor Dillemans voor het eerst in 1977 toen hij onze prof familiaal vermogensrecht was. Dat is dus 45 jaar geleden, precies de helft van 90. In 1977 waren het nog twee vakken die hij apart doceerde: enerzijds, het erfrecht, de schenkingen en de testamenten, anderzijds, het huwelijksvermogensrecht, toen pas hervormd door de Wet van 14 juli 1976. Een briljante prof, een heerlijk causeur, de paus van het vakgebied: het Instituut Familiaal Vermogensrecht draagt zijn naam. Roger Dillemans was trouwens two popes in one, want ook de sociale zekerheid kende hij als geen ander: hij werd Koninklijk Commissaris voor de hervorming ervan in de jaren ‘80.
Hij was onze decaan vanaf 1979 – die om half acht ‘s ochtends spreekuur hield om ons per direct naar de Verenigde Staten te sturen. Naar Harvard, bij professor Arthur von Mehren, waar hij de Addison Brown prijs van had gekregen in 1958.
Toen hij rector werd midden van de jaren ‘80, was ik één van de eersten die door hem werd benoemd. Ik ben er nog altijd fier om.
Roger Dillemans maakte samen met Walter Van Gerven en Roger Blanpain een soort heilige drievuldigheid uit voor ons: dezelfde ambitie, verschillende maar vergelijkbare talenten, en onvermoeibaar actief. Wetenschappelijk uitzonderlijk, in de praktijk hoogstaand, en maatschappelijk, sociaal en politiek bewogen. En ze leefden alle drie in de eerste plaats voor hun universiteit, de Katholieke Universiteit Leuven, die ze mee gemaakt en gedragen hadden vanaf 1960. Ze waren daar in 1968, bij de splitsing, maar ook alle jaren nadien. Vlamingen dus, met een voorkeur voor een grote autonomie van de deelstaten.
Dillemans voegde een extra dimensie toe aan die drievuldigheid, die van het zoekende geloof en de bewogen Kerk. Hij aarzelde nooit om voor het priesterschap van de vrouw en tegen het verplicht celibaat te pleiten. Mede doordat zijn rectoraat hem een inkijk had gegeven in de werking van de Kerk, en haar hiërarchie in hem een groot vertrouwen had, maakten die pleidooien grote indruk.
Roger Dillemans is onze goedste vriend, zo zegt hij wel eens. Hij heeft nooit opgehouden ons, en ook mij te bemoedigen en vooruit te duwen. Hij ‘is’ er altijd ‘geweest’, voor iedereen die hem nodig had, en hij ‘is’ er nog altijd. ‘Er zijn’ is zijn vak.
Zijn opgewekte telefoons, zijn raadgevingen bij vergaderingen en daarbuiten, zijn ‘hints’, zijn goedkeurende opmerkingen (‘mag ik dat opschrijven, mijnheer de minister?’), ze hebben ook mij doorheen de jaren van actieve politiek elke keer opnieuw ‘de’ inspiratie van de immer in hem werkzame geest gegeven. Ik kan hem daarvoor niet voldoende danken.
Van zijn echtgenote die hij langdurig en tot op het laatst zelf verzorgde, heeft de ere-rector enkele jaren geleden afscheid moeten nemen. Maar zijn zonen, schoondochters en kleinkinderen omringt hij met veel liefde en dagelijkse attenties.
Onze ere-rector heeft beloofd er nog een decennium bij te doen. Dat stemt mij bijzonder hoopvol, want ik heb hem nog nooit op een niet gehouden belofte kunnen betrappen.
#DeWeekvanGeens: 5 tot 15 juli
op 15 juli 2022 12:44 • Nieuwsbrieven