Je doet aan politiek in het algemeen belang. Het is zoals vele bezigheden geen beroep, maar een roeping, waarvoor de grootste onafhankelijkheid is vereist: je moet werken alsof je leven ervan afhangt, maar het gaat niet over jou. Het gaat over het belang van al je medeburgers waarvoor je je goed en snel dienstbaar wil maken, om op zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk positief verschil te maken.
Het moet dus snel gaan, want je zit op een schietstoel, dat weet je op voorhand. Je geniet nù van het maatschappelijk vertrouwen als verkozen mandataris of lid van de uitvoerende macht. Met alle gevolgen van dien: valt dat vertrouwen morgen weg, dan is het gedaan, tijdelijk of definitief.
Je kan je zetel verliezen in de gemeenteraad of in het parlement. Je partij kan de verkiezingen verliezen, of je kan zelf net buiten de prijzen vallen, of je kan net voor de verkiezingen ten onrechte in opspraak worden gebracht.
Als burgemeester, schepen of minister kan je tot ontslag worden gedwongen, ook al heb je helemaal geen fout aan het incident dat zich voordoet. Ook al ben je niet aansprakelijk, je bent verantwoordelijk, politiek verantwoordelijk.
Maar als je te snel opstapt, lijdt de lange termijn daaronder. Je opvolger kan immers met jou van mening verschillen over de lange termijn, en je -nochtans goede- plannen afvoeren, of door te weinig kennis cruciale tijd verliezen. Nochtans is dat de essentie van politiek voor mij, op lange termijn beleid voeren, ook al zit je op een schietstoel: de publieke zaak is niet gediend met korte termijndenkers. Je inzicht mag voortschrijdend zijn, enkel de gekken veranderen nooit van gedacht. Maar wie ernstig nadenkt en studeert mag niet van opinie veranderen als een windhaan, ondanks de druk van de publieke opinie of van private of publieke lobbying.
Een publieke functie maakt dat je publiek bezit wordt, en men bijna alles van je mag zeggen en schrijven, ook als men je persoonlijk helemaal niet kent. Kritiek vergt ook geen dossierkennis, een schot uit de losse heup volstaat. Voor jezelf is dat niet zo leuk, maar het is een op voorhand gekend gevolg van je eigen keuze. Al kan het behoorlijk heftig zijn en je als mens stevig pijn doen, de vrijheid van meningsuiting en van pers zijn essentieel.
Voor je gezin en nabije omgeving kan het niettemin vreselijk zijn. Je partner moet naar haar/zijn werk, je dochter of zoon naar school. En als het stil wordt op het ogenblik dat zij de kring vervoegen, weten ze genoeg.
Het publiek bezit-gevoel is niet anders in de wereld van de sport, de muziek, de televisie, de wereld van de BV’s zeg maar. Hoe pakweg Remco Evenepoel op zijn leeftijd (22) al moet omgaan met pers en publiek, is voer voor psychologen. Om nog te zwijgen van de doodsangsten die de partner van een renner bij een tuimelperte moet doorstaan. Wanneer ik het moeilijk kreeg met in mijn ogen ongerechtvaardigde kritiek, dacht ik dus meestal aan jonge sportmensen.