Vorige zaterdag las ik van Elchardus dat lange termijndenken overroepen wordt (in De Morgen, 15 januari, pagina 23). Minstens electoraal is dit een waarheid als een koe. Wat belangrijk is, is zelden dringend. Dat is nu eenmaal eigen aan de lange termijn. Wat onbelangrijk is, is vaak hoogdringend. Dat is nu eenmaal eigen aan de korte termijn. Wie op lange termijn succesvol wil zijn in de politiek, moet op beide termijnen kunnen inzetten.
Het is precies de dagjespolitiek die de Europese Unie vandaag heeft gebracht waar zij staat.
Zo heeft Frankrijk (ook België was niet enthousiast) eenzijdig het in 1952 ondertekend Verdrag tot oprichting van een Europese Defensiegemeenschap gekelderd, omdat de ‘havik’ Stalin in 1953 werd opgevolgd door de ‘duif’ Chroestsjov.
Duitsland heeft eenzijdig de kernuitstap gedecreteerd, omdat de kerncentrale in Fukushima was geïmplodeerd in 2011.
In beide gevallen is het resultaat van deze korte termijnbeslissingen suboptimaal. Macron ondervond recent dat de Australiërs, de Engelsen en de Amerikanen een anti-Chinese alliantie sloten zonder Frankrijk. Duitsland werd dan weer afhankelijk van gasleveringen uit Rusland. Een Europese Defensie en een écht Europees energiebeleid hadden veel leed kunnen voorkomen.
Vergelijkbare vaststellingen kan men maken voor het migratiebeleid. De lidstaten – op dit moment Denemarken in het bijzonder – verdringen zich om straffe standpunten in te nemen. De wijsheid op lange termijn gebiedt nochtans dat het beleid zou gevoerd worden vanuit een Europees en globaal perspectief: 1) een gezamenlijke gestrengheid aan de grenzen; 2) gerichte arbeidsmigratie; 3) doordachte samenwerking met de Afrikaanse landen en de landen uit het Midden-Oosten. Vluchtelingen en migranten komen er niet vanzelf: er zijn militaire of terreurredenen voor, klimatologische omstandigheden, niet zelden is armoede ook de oorzaak. Sedert de Conventie van Lomé van 1975 wordt hierover vooral veel gesproken. “Put our money where our mouth is”, lijkt veel moeilijker.
Ons coronabeleid is in hetzelfde bedje ziek. Toen Annelies Verlinden begin 2021 de pandemiewet voorstelde, zei de premier dat we die wellicht niet meer nodig zouden hebben. Annelies zette ondanks veel tegenwind door, en vandaag wordt haar pandemiewet heel de tijd toegepast. Hetzelfde zou zich kunnen voordoen met de vaccinatieplicht die onze partij voorstelt. Plots is de vaccinatieplicht voor regering en parlement niet meer zo dringend, nu de omikronvariant wel wild maar relatief mild om zich heen slaat. Tot er een variant komt die strenger zou zijn.