Sinds de inwerkingtreding in 2013 van de wet die parketten de mogelijkheid biedt om een tijdelijk huisverbod op te leggen in geval van huiselijk geweld, werd deze al 686 keer (cijfer tot 31/8/2019) toegepast. Het aantal opgelegde maatregelen steeg van 31 in 2013 tot 169 in 2018. In de eerste acht maanden van 2019 ging het om 161 maatregelen. Dat blijkt uit het antwoord van justitieminister Koen Geens op een schriftelijke vraag van Latifa Gahouchi (PS).
De wet kadert in het nultolerantiebeleid van de politie ten aanzien van partnergeweld en stipuleert "dat indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat de aanwezigheid van een meerderjarige persoon in de verblijfplaats een ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meer personen die dezelfde verblijfplaats betrekken, de procureur des Konings ten aanzien van deze persoon een huisverbod kan bevelen". De parketten maakten in de vermelde periode 686 keer gebruik van deze wet, maar moesten in 88 gevallen een overtreding vaststellen op dit tijdelijk huisverbod. Uit het antwoord van Geens blijkt dat er in de praktijk slechts vier correctionele parketten tot dusver gebruikmaakten van dit tijdelijk huisverbod. Voor de andere parketten is het gebruik van die maatregel zeer beperkt. Dat ligt soms aan politiediensten die het parket niet onmiddellijk op de hoogte brengen van feiten waarbij geen strafrechtelijk misdrijf werd vastgesteld. "In de gevallen waarin strafrechtelijke misdrijven werden vastgesteld, maken parketten vaker gebruik van andere maatregelen die als meer doeltreffend worden beschouwd zoals bijvoorbeeld voorlopige hechtenis", aldus de minister, die verwacht dat er in de toekomst meer beroep zal gedaan worden op het tijdelijk huisverbod. (BIN, POL, COR 908, GEJ, nl)