Vierenveertig procent van de Belgen voelt zich niet vertegenwoordigd door een politieke partij. Dit percentage van de bevraagden vindt dus dat geen enkele partij of politicus zijn belangen goed behartigt. Dat berichtte De Morgen vorige week.
Het klinkt misschien vreemd om van een politicus, de oorzaak van al dat kwaad weet u wel, te horen, maar ik verwachtte me aan zo’n cijfer. Jaar na jaar zijn er meer volatiele kiezers: zij die van de ene verkiezing tot de andere van partij wisselen. Zij kiezen niet meer voor de partij van hun ouders, en geraakten ontzuild: burgers kiezen niet meer in functie van de levensbeschouwelijke overtuiging waarin ze werden opgevoed. De globalisering heeft onze blik op de wereld verruimd, niet altijd verdiept.
Ik heb liefst dat een kiezer zo geïnformeerd mogelijk zijn stem uitbrengt. Maar de 'baarlijke duivel' zijn we nu ook weer niet. Politici kunnen wel degelijk heel wat voor u doen, ook al begrijp ik dat dat voor de burger niet altijd tastbaar wordt. In de eerste plaats zijn we er voor het algemeen belang, en dat dien ik zo overtuigd mogelijk. Daarnaast beantwoordden we op dit kabinet dagelijks tientallen vragen en verzuchtigingen van burgers via e-mail en sociale media. Dan zijn er nog een groot aantal aantal schriftelijke en mondelinge parlementaire vragen: het gemiddelde per jaar lag op justitie gedurende de voorbije vijf jaren rond de 626 mondelinge en rond de 714 schriftelijke vragen.
Volgens de Morgen behoudt de Belg wel zijn geloof in de representatieve democratie. 82,9 procent zegt nog te geloven in verkiezingen om de zoveel jaar om gekozen functionarissen te benoemen en 64 procent gelooft in coalities die moeten gevormd worden om een regering te bouwen.
Om dat geloof niet te beschamen, moeten we nadenken over de versterking van de representatieve democratie. Twee recente voorbeelden: Europa wil dit jaar meer thematische bijeenkomsten organiseren met burgers van alle leeftijden, alle lagen van de samenleving en alle lidstaten. Op termijn wil de EU burgerparticipatie permanent opnemen als onderdeel van de besluitvorming, zoals ik dat deed bij de totstandkoming van het nieuw Burgerlijk Wetboek. Rond kerstmis lanceerde ik het idee om de kiezer meerdere stemmen te geven die hij vrij kan spreiden over partijen. Die gedachte vond inmiddels steun bij een aantal Franstalige academici in Le Soir. Je stem genuanceerd laten gelden in een land met zoveel verschillende bestuursniveaus als het onze, is niet eenvoudig.