Naar aanleiding van de berichtgeving over de rechtsbijstandsverzekering in de pers deze ochtend, wijst Minister van Justitie Geens erop dat de nieuwe wettelijke minimumdekking van de rechtsbijstandsverzekering, de competitie tussen de verzekeraars in de premiezetting en de waakzaamheid van de consumenten zal leiden tot een betere rechtstoegang. Het is dus veel te vroeg om conclusies te trekken aan de hand van enkele voorbeelden die de omzetting betreffen van reeds bestaande, oude polissen naar het nieuwe recht.
Op 1 september van dit jaar treedt de nieuwe wet Rechtsbijstandsverzekering in werking. Vanaf dat ogenblik kunnen verzekeraars rechtsbijstandspolissen aanbieden die recht geven op een fiscaal voordeel van maximaal 124 euro (40% van de premie fiscaal benutbaar/geplafonneerd op 310 euro) indien deze polis een bepaalde minimumdekking verschaft. De nieuwe wet houdt onder meer in dat echtscheidingen en bouwgeschillen voortaan ook moeten verzekerd zijn, indien de polis althans aanspraak wil geven op de fiscale vermindering.
De polis die van belastingvermindering wil genieten moet een breed aantal risico’s dekken: aansprakelijkheid, strafrecht, fiscaal recht, administratief recht, arbeidsrecht, contracten- en consumentenrecht (met inbegrip van bouwgeschillen), erfrecht-, schenkingen- en testamentenrecht, echtscheiding en familierecht.
Vooral bouwgeschillen en echtscheidingen genoten voorheen doorgaans niet van dekking, terwijl dit nochtans veel voorkomende risico’s zijn.
De wetgever heeft in deze brede minimumdekking voorzien opdat de consument niet zou denken dat hij gedekt is, indien hij dat in werkelijkheid niet is, en opdat hij van rechtstoegang zou verzekerd zijn precies wanneer hij in financiële moeilijkheden zou kunnen verkeren (bijvoorbeeld in geval van echtscheiding, bouwgeschil).
Door het opdrijven van het aantal verzekerden en door een minimale wettelijke dekking, kunnen de verzekeraars een beter kwalitatief product aanbieden aan meer consumenten, en zo de drempel voor de toegang tot het recht verlagen.
Uiteraard mogen de verzekeringsmaatschappijen een nog bredere dekking dan het wettelijk minimum aanbieden.
De verzekeringsmaatschappijen kunnen mogen ook polissen met een minder ruime dekking aanbieden. In dat laatste geval zal de polis uiteraard geen aanspraak geven op fiscale vermindering, gezien de dekking niet aan de minimumcriteria voldoet.
De bestaande polissen kunnen dan weer van de fiscale vermindering genieten, indien ze reeds de minimale dekking aanbieden.
In het andere geval zal de verzekeraar die de dekking wil uitbreiden aanduiden wat de premie wordt indien de consument die uitbreiding ook wil. Indien de consument eenzijdig tot die premieverhoging verplicht wordt, kan de consument zijn polis opzeggen en een nieuwe polis aangaan bij een andere verzekeraar. De consument die de uitbreiding niet wil, zal evenwel normalerwijze zijn oude polis kunnen verder zetten zonder fiscale vermindering, en dan uiteraard ook zonder premieverhoging.