Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) gaat met zijn West-Europese collega’s overleggen over een strengere bestraffing van de verspreiding van haatboodschappen op het internet. Die discussie is opnieuw losgebarsten na de terreuraanslagen in Christchurch.
De dader streamde op internet hoe hij een bloedbad aanrichtte in twee moskeeën in de Nieuw-Zeelandse stad, daarbij ook aangemoedigd door mensen die de video live bekeken.
De minister heeft zijn West-Europese ambtgenoten naar Brussel uitgenodigd om van gedachten te wisselen over een gezamenlijke strengere aanpak. De bijeenkomst vindt plaats op 25 maart.
Geens wees er in het VRT-programma Terzake op dat de aanwezigheid van ‘hate speech’ op het internet vandaag reeds van dichtbij wordt gescreend door de politie. Op Europees niveau is ook een gedragscode gesloten met de grote providers. Daarin hebben ze zich geëngageerd om haatboodschappen zo snel mogelijk te verwijderen.
‘Maar qua strafbaarheid zijn we nog altijd niet ver genoeg, om redenen dat we bang zijn van de vrijheid van meningsuiting, wat het grondwettelijk hof mij overigens heeft duidelijk gemaakt’, verwees Geens naar een arrest van vorig jaar waarin een wetsbepaling werd vernietigd die ervoor zorgde dat de verspreiding van boodschappen tot het aanzetten van terreur als een misdrijf an sich wordt beschouwd.
Geens stelt vast dat Duitsland al strengere wetgeving heeft aangenomen. Daar zijn providers verplicht om ‘hate speech’ te verwijderen, gewoon na een melding door een burger. Ze riskeren zware sancties als ze dat niet doen. Ook in Frankrijk bestaan er intussen plannen in die zin.