Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) benadrukt dat hij geweld op politieagenten sterk veroordeelt. Geens reageert daarmee op de commotie die er ontstaan is, nu de moordenaar van de agente Kitty Van Nieuwenhuysen de gevangenis mag verlaten met enkelband. Maar de wet over het vervroegd vrijkomen van lang gestraften is al twee keer verstrengd, zegt hij.
Geens kan niet ingaan op concrete dossiers of beslissingen van de strafuitvoeringsrechtbank. "De bedoeling van de wetgeving die gestemd is na de zaak Dutroux was immers precies om de strafuitvoering te onttrekken aan de Minister van Justitie en toe te vertrouwen aan de rechterlijke macht", zegt hij.
Geens wijst er wel op dat het in de bewuste zaak niet om een voorwaardelijke invrijheidsstelling gaat, maar om "elektronisch toezicht dat volgt op een periode van beperkte detentie (werken in de dag, 's avonds in de gevangenis)". Dat was eveneens een beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank.
Wet is al strenger
Geens zegt dat de wet intussen is aangepast. Personen die tot dertig jaar veroordeeld zijn, komen door een wet uit 2013 pas na vijftien jaar in aanmerking voor elektronisch toezicht. Die wet is echter enkel van toepassing op wie na de goedkeuring van die wet veroordeeld werd en dus niet op de dader in de zaak-Van Nieuwenhuysen. De wet met terugwerkende kracht toepassen zou immers in strijd zijn met Europese rechtsregels, zegt de minister. Vorig jaar is de wet nog eens gewijzigd. De rechter kan nu ook meteen beslissen dat iemand die tot 30 jaar of levenslang is veroordeeld, minstens 25 jaar in de gevangenis zal moeten uitzitten, voor hij een vrijstelling kan aanvragen. Maar ook deze wet kan dus niet retroactief worden toegepast
Bekijk het fragment »