De Ministerraad ging vandaag akkoord met de hervorming van het tweede boek van het Nieuwe Strafwetboek door Minister van Justitie Koen Geens. Dit tweede boek is complementair aan het reeds goedgekeurde eerste boek en bevat strafbaarstellingen en de bijhorende strafniveaus. Het Nieuwe Strafwetboek is beter leesbaar en aangepast aan de hedendaagse maatschappelijke realiteit.
Met de goedkeuring van het tweede boek is het ontwerp van het Nieuw Strafwetboek, dat in opdracht van de Minister van Justitie Koen Geens werd opgesteld door een commissie van experten en met medewerking van de FOD Justitie, volledig afgewerkt. Reeds op 20 januari 2017 gaf de Ministerraad in eerste lezing groen licht voor het eerste boek van het Nieuwe Strafwetboek. Dit bevat onder andere de nieuwe indeling van de misdrijven, de straffen en de basismechanismen van het strafrecht.
Het strafrecht heeft zich in de loop van de jaren geleidelijk aangepast aan onze samenleving, maar een grondige opknapbeurt drong zich op. In dit Tweede Boek werden de strafbepalingen geactualiseerd en duidelijk geïnventariseerd, rekening houdend met rechtspraak en eventuele knelpunten in het verleden. De misdaad paste zich aan naar de technologische evolutie en dat doet het Strafwetboek nu ook in taal en inhoud.
Acht strafniveaus, zeven thematische groepen
Alle inbreuken worden voortaan ingedeeld in acht duidelijke strafniveaus en thematisch gegroepeerd in zeven groepen: misdrijven tegen het internationaal humanitair recht, misdrijven tegen personen, misdrijven tegen de openbare veiligheid, valsheden, misdrijven tegen het vermogen, economische misdrijven en misdrijven tegen de Staat
De straffen worden gestructureerd en onderverdeeld in niveaus: twee niveaus voor de criminele straffen (meer dan 20 jaar tot en met levenslang) en zes niveaus voor de correctionele straffen.
In het Nieuwe Strafwetboek worden een aantal inbreuken opgeheven, omdat ze verouderd zijn en niet langer strafwaardig worden bevonden. Wanneer een andere afhandeling (administratief-, tucht- of burgerrechtelijk) volstaat om op het ongewenste gedrag te reageren, is de strafrechtelijke afhandeling niet nodig. Zo bijvoorbeeld verdwijnen bepaalde ‘overtredingen’ uit het strafrecht, terwijl andere worden opgewaardeerd tot inbreuken van het eerste niveau. Voorbeeld: Zo wordt het nachtlawaai gedepenaliseerd (omdat hiervoor bijvoorbeeld GAS-sancties mogelijk zijn), en worden alle vormen van beschadiging of vernieling voortaan op een coherente manier aangepakt onder de overkoepelende term ‘vandalisme’.
Verder doen ook enkele nieuwe inbreuken in het Strafwetboek hun intrede. Voorbeeld: zo wordt de ontvluchting van gevangenen zonder dat er andere strafbare feiten worden gesteld, op zichzelf ook strafbaar gesteld. Hierdoor zullen ook meer onderzoeksmaatregelen kunnen worden toegepast om ontvluchte gedetineerden op te sporen. Nieuw is ook de strafbaarstelling van aanzetting tot zelfdoding, lijkschennis en het vervaardigen of verspreiden van boodschappen van extreem pornografische of gewelddadige aard.
Voor bepaalde inbreuken worden de straffen ook gevoelig verzwaard gelet op de huidige maatschappelijke impact. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de meest ernstige seksuele misdrijven zoals de aantasting van de seksuele integriteit en verkrachting. Voor verkrachting gaat het bijvoorbeeld van 1 maand tot 5 jaar gevangenisstraf (na correctionalisering) naar 5 tot 10 jaar gevangenisstraf (niveau vier).
Bepaalde misdrijfomschrijvingen worden in het nieuwe Strafwetboek meer coherent gemaakt. Voorbeeld: zo wordt de leeftijd van de seksuele meerderjarigheid, waarop een jongere dus toestemming kan geven tot seksuele betrekkingen, algemeen op 16 jaar gebracht. Maar zal een jongere vanaf 14 jaar ook rechtmatig toestemming kunnen geven wanneer het leeftijdsverschil met de partner maximaal 5 jaar bedraagt en er geen sprake is van een gezags- of vertrouwenspositie ten aanzien van de jongere. Dit zal de bestaande verwarring omtrent de huidige regeling uit de wereld helpen.
Tot slot zijn er tal van aanpassingen gebeurd om de bepalingen beter te laten aansluiten bij een maatschappelijke realiteit. Voorbeeld: Misdrijven gerelateerd aan de openbare zedenschennis werden aangepast aan de tijdsgeest van vandaag. De bijzondere bescherming van minderjarige en kwetsbare personen wordt uitgebreid, door bijvoorbeeld ook in een strafverzwaring te voorzien bij doodslag. Hetzelfde geldt voor de bescherming tegen partnergeweld.
Minister Geens: “Met het nieuwe Strafwetboek bieden we iedereen die dagelijks bezig is met het strafrecht (openbaar ministerie, rechter, advocatuur, …) een samenhangend, leesbaar, eenvoudig en accuraat rechtsinstrument aan dat is aangepast aan onze hedendaagse samenleving en taal. Een correcte en duidelijke sanctionering moet zorgen voor meer rechtvaardigheid.”