De Ministerraad keurde een wetsontwerp goed op aangeven van Minister van Justitie Koen Geens dat slachtoffers van cold cases extra ondersteuning biedt. Gerechtelijke onderzoeken die jaren aanslepen zonder duidelijkheid over dader en/of motief brengen namelijk een groot menselijk lijden met zich mee.
Een aanslepend onderzoek brengt jarenlange onzekerheid een uitzonderlijke schade toe aan de slachtoffers. Velen onder hen slagen er niet in om het rouwproces aan te vatten. Deze onzekerheid veroorzaakt een groot onmenselijk lijden, vaak bovenop het verlies van een geliefde. De slachtoffers voelen zich vaak verplicht om tot jaren na de feiten stappen te blijven ondernemen in het kader van het onderzoek en dus ook advocaten te blijven inzetten. Daardoor maken ze vaak bijkomende kosten.
De huidige wetgeving laat hen reeds toe zich te richten tot de Commissie voor een financiële hulp aan slachtoffers vanaf het moment dat een beslissing tot sepot of van buitenvervolgingstelling is genomen, of een jaar na de indiening van een klacht of van een burgerlijke partijstelling en voor zover de daders onbekend blijven. Dit wetsontwerp laat dit nu ook toe wanneer het strafdossier niet kan worden afgesloten.
De Commissie kan maximaal 125.000 euro toekennen als uitzonderlijke hulp per opzettelijke gewelddaad. Voorwaarde is dat er meer dan tien jaar verstreken zijn sinds de feiten waarvoor deze hulp gevraagd wordt. Een overgangsperiode van 3 jaar is voorzien om slachtoffers van cold cases, waarin de Commissie meer dan tien jaar geleden een beslissing geveld heeft, toe te laten hun uitzonderlijke schade voor te leggen aan de Commissie.
Minister Geens: "Gerechtelijke onderzoeken die reeds zeer lang lopen en waar de daders niet gekend zijn, zorgen voor een ondraaglijke mentale en juridische onzekerheid bij de slachtoffers. Het dossier van de Bende van Nijvel is hier een voorbeeld van. Maar met dit wetsontwerp trachten we om het leed te erkennen van alle slachtoffers die zich in eenzelfde situatie bevinden."