Mijnheer de Vice-eersteminister, beste collega,
Mevrouw de Commissaris-generaal,
Dames en heren van de pers,
Ook ik wens in de eerste plaats de journalisten te danken voor hun talrijke opkomst, wat aantoont dat de media terecht bekommerd zijn over de veiligheid van onze samenleving en de inspanningen ter zake door de politie, samen met andere veiligheidsdiensten en de regering.
Investeren in mensen en middelen ter vrijwaring van onze maatschappelijke veiligheid is primordiaal, maar dit kan niet zonder gelijklopende inspanningen ter verbetering van ons ‘wettelijk arsenaal’; en net daar is binnen de regering vooral een opdracht weggelegd voor de Minister van Justitie.
U zal weldra kennis kunnen nemen van bijvoorbeeld het effect van terrorisme op de politionele criminaliteitsstatistieken sinds de aanslagen van 2015 in Parijs en deze van vorig jaar in ons land.
Het aantal opgestelde processen verbaal voor dit fenomeen is sterk gestegen, maar ook onze wetgevende inspanningen ter beteugeling van terrorisme hebben vanzelfsprekend dezelfde trend aangehouden.
Slechts ten titel van inleiding wens ik u vooraf nogmaals te wijzen op enkele wetgevende initiatieven vanuit de regering om hier vandaag samen met mijn collega de Minister van Veiligheid en Binnenlandse zaken opnieuw aan te tonen, dat het ons menens is met de aanpak van terreur, zodat u de stijging van het aantal opgestelde processen verbaal inzake terrorisme in de juiste context kan plaatsen.
Je souhaite en particulier attirer votre attention sur 3 nouvelles lois dans le secteur de la justice, spécifiquement dédiées à la lutte contre le terrorisme :
- la première, appelée « Loi Terro I », date du 20 juillet 2015. Elle a notamment prévu l’incrimination des déplacements à l’étranger à desseins terroristes et une adaptation concernant le retrait de la nationalité ;
- la deuxième, dite « Terro II », est datée du 27 avril 2016. Elle a notamment créé la base juridique pour la banque de données commune relative aux ‘foreign fighters’, élargi la possibilité d’effectuer des écoutes téléphoniques dans le cadre de la lutte contre le commerce illégal des armes et permis de réaliser des perquisitions durant la nuit ;
- la troisième est la loi, dite « Terro III », du 3 août 2016. Elle a notamment rendu punissables l’incitation à la haine ou à se rendre dans des territoires djihadistes, a assoupli les critères pour la détention préventive en cas d’infractions terroristes et a élargi les compétences extraterritoriales afin que les individus qui commettent, hors du territoire belge, des infractions terroristes dirigées contre les intérêts belges ou européens, puissent être condamnés en Belgique.
Cette énumération démontre que la lutte contre le terrorisme ne se mène pas uniquement avec des personnes et des moyens, mais aussi avec la mise à disposition d’un cadre légal adapté qui renforce encore davantage sa qualité. Le fait que les statistiques de criminalité montrent que les infractions en matière de terrorisme sont en hausse ne signifie pas que nous devions jeter l’éponge sur le plan législatif. Bien au contraire !
Ik zou nog even kunnen doorgaan met de inspanningen van deze regering op te sommen ter bestrijding van andere criminaliteits-fenomenen dan terrorisme, maar ik stel voor dat ik daar straks met mijn collega Minister JAMBON nog op terugkom, nadat we van Mevrouw de Commissaris-generaal kennis hebben genomen van de recentste politionele criminaliteitsstatistieken.
|
|
DEEL 2
Toelichting door de Ministers
bij de zonet gepresenteerde politionele criminaliteitscijfers
Mijnheer de Vice-eersteminister, beste collega,
Mevrouw de Commissaris-generaal,
Dames en heren van de pers,
Graag neem ik de gelegenheid te baat om met u allen even stil te staan bij een belangrijke tendens die zonet is gebleken tijdens de presentatie van de recentste jaarcijfers inzake politioneel geregistreerde criminaliteit, namelijk een verschuiving van ‘offline’- naar ‘online’-misdrijven.
Waar sommige klassieke misdrijffenomenen het in de getoonde statistieken nogal ‘goed’ doen - of moet ik eerder zeggen ‘minder slecht’, want criminaliteit is natuurlijk nooit goed te noemen – scheren nieuwe misdrijven hogere toppen in de recentste cijfers.
Met u stel ik vast dat informaticacriminaliteit met bijna 2000 méér opgestelde processen verbaal, gestegen is met 10,9% sinds vorig jaar. Dit betreffen inbreuken op de informaticawet zoals:
- ‘Hacking’ (+ 5,8%): ook wel computerinbraak genoemd;
- ‘Sabotage’ (+ 11,1%): bv. het vernietigen van computerbestanden door een virus;
- ‘Informaticabedrog’ (+12,7%): herinner u de recente internationale cyberaanval met de ‘ransomware’ genaamd 'WannaCry', waarbij losgeld wordt geëist om computersystemen te deblokkeren;
- ‘Valsheid in informatica’: de virtuele variant van valsheid in geschriften, is het enige informaticamisdrijf dat daalde met -8,4%.
- in 2015 kregen we 1135 meldingen waarvan er uiteindelijk 246 kinderpornografisch waren, maar geen enkele website was in België gehost;
- in 2016 waren het 657 meldingen waarvan 145 websites met kinderporno, doch andermaal geen enkele gehost in ons land;
- tot half mei dit jaar klokten we voorlopig af op 166 meldingen waarvan 22 inderdaad kinderpornografisch, maar opnieuw zijn er geen van deze websites in België gehost.
Deze stijging van informaticacriminaliteit die sinds het begin van de registratie van het fenomeen aan de gang is, zet zich na de piek in 2012 dus geleidelijk aan voort.
Zoals tijdens de presentatie reeds aangegeven, hoeft deze tendens ons niet te verbazen, nu reeds geruime tijd onze maatschappij zich meer en meer digitaliseert. Denken we alleen al aan het ‘Internet of things’ waarbij alles met iedereen verbonden wordt, ook onze dagdagelijkse kleine dingen zoals domotica in onze woning; ‘activitytrackers’ die onze gezondheid ‘online’ in de gaten houden; Internettoepassingen in de auto; enz.
De meeste misdadigers zijn flexibele mensen die steeds op zoek gaan naar het grootste illegale profijt, maar als het kan met het minste risico om gesnapt te worden en daar zijn cybercriminelen nu net expert in. Maar dat was buiten de waard gerekend, want ook virtuele misdaad mag en zal niet lonen!
Moi-même, en tant que Ministre de la Justice, et mes collègues du Gouvernement et du Parlement ne sommes pas restés passifs devant ces tendances en matière de criminalité.
Sur le plan national, le cadre législatif belge vient d’évoluer de manière significative avec la loi de Noël 2016. Elle remet le cadre des méthodes d’enquête sur Internet et dans les systèmes informatiques à niveau après des évolutions technologiques majeures.
La loi sur la criminalité informatique datait de l’année 2000, avant l’émergence des smartphones, des réseaux sociaux et l’explosion du chiffrement des données.
La nouvelle loi clarifie et facilite l’exploitation des données d’un système informatique, y compris pour ce qui concerne les données du cloud. Elle crée un cadre légal plus souple pour les infiltrations qui se déroulent exclusivement sur internet.
Elle permet d’aller vérifier discrètement à distance si des preuves existent dans un système informatique. La loi rend aussi possible la perquisition secrète à distance dans un système informatique pour en copier des données.
***
Als u mij toestaat zou ik nog een andere criminaliteitsfenomeen onder uw aandacht willen brengen, namelijk de bestrijding van kinderporno. In de u ter beschikking gestelde cijfers kan u vaststellen dat het aantal inbreuken opgenomen in PV’s gedaald is met 310 feiten of omgerekend -27%.
Toch kan en zal onze aandacht voor dit verschrikkelijk criminaliteitsfenomeen niet verzwakken, maar zien wij ons verplicht om onze nationale aanpak nog te verbeteren; zoals blijkt uit de volgende meer gedetailleerde cijfers over de meldingen over kinderporno op het Internet:
- in 2015 kregen we 1135 meldingen waarvan er uiteindelijk 246 kinderpornografisch waren, maar geen enkele website was in België gehost;
- in 2016 waren het 657 meldingen waarvan 145 websites met kinderporno, doch andermaal geen enkele gehost in ons land;
- tot half mei dit jaar klokten we voorlopig af op 166 meldingen waarvan 22 inderdaad kinderpornografisch, maar opnieuw zijn er geen van deze websites in België gehost.
Parce que ces chiffres montrent que les sites pédopornographiques ne sont quasiment jamais hébergés dans notre pays, le nécessité s’est imposée de renforcer la coopération au niveau international dans le domaine de la lutte contre le matériel pédopornographique sur l’Internet.
Bientôt, nous pourrons faire appel, par l’intermédiaire de ‘Child Focus’, au réseau international ‘Inhope’, l’organisation mondiale d’ ‘Internet hotlines’ pour les contenus en ligne illégaux, dont ‘Child focus’ constitue le point de contact civil pour notre pays.
Je vous invite à faire d’ores et déjà connaissance avec cette possibilité supplémentaire de coopération internationale dans la lutte contre la pédopornographie sur l’Internet, durant la signature officielle, le 6 juillet prochain, dans les nouveaux locaux de Child Focus, du « Protocole réglant la collaboration entre Child Focus et les autorités judiciaires et les services de police en matière de disparitions, de lutte contre l’exploitation sexuelle des enfants et de pédopornographie sur l’Internet. ».
Je vous remercie pour votre attention et votre présence.