Minister van Justitie Koen Geens is tevreden met het compromis dat zijn kabinet heeft bereikt binnen de meerderheid in het parlement in verband met het strafbaar stellen van kraken. De principes rond een nieuw wetsvoorstel werden vastgelegd. Eerder deze week had Minister Geens al aangegeven dat hij zo vlug mogelijk met alle meerderheidspartijen tot een akkoord hierover wilde komen.
Het compromis houdt in dat de burgerlijke procedure aanzienlijk zal versterkt worden, waarbij de rol van de vrederechter cruciaal wordt, zodat een en ander ook sneller kan verlopen. De eigenaar van het gekraakte pand kan er in eerste instantie voor opteren om naar de vrederechter te gaan om de uithuiszetting van de kraker te bevelen. Dit kan in de toekomst binnen de tien dagen.
De eigenaar kan er ook voor opteren om meteen een strafklacht in te dienen tegen de kraker bij het parket. Hij kan dan tegelijk aan de procureur des Konings vragen om in afwachting reeds een bevel tot uithuiszetting uit te vaardigen. Alleen na een dergelijke strafklacht -indien gevolgd door een rechterlijke veroordeling- is er sprake van een kraakmisdrijf. Het gaat hier om een zgn. klachtmisdrijf (zoals vroeger ook het overspel was).
Indien de kraker zelfs na het bevel van de procureur het pand niet ontruimt, kan de klager in beroep gaan en komt hij opnieuw terecht bij de vrederechter.
Indien de bezetter van het pand na de uitspraak door een vrederechter tot uitzetting het pand niet ontruimt (uitzetting al dan niet na een voorafgaand bevel van de procureur), is die weigering tot ontruiming van de bezetter op zich een misdrijf, ook zonder klacht. Dan kan de bezetter worden aangehouden en in voorkomend geval van zijn vrijheid worden benomen.
Met deze maatregel krijgen eigenaars in elk geval meer rechtszekerheid tegen kwaadwillige krakers. Deze bescherming bestond reeds indien het pand bewoond was, maar was minder duidelijk indien het pand niet gebruikt werd.