Voor minister van Justitie Koen Geens (CD&V) is het de evidentie zelve: een partij die in de regering zit, steunt de regering. ‘Onvoorwaardelijk.’ Dat de N-VA in het veiligheidsdebat ‘doet alsof gezamenlijke beslissingen niet bestaan’ stoort de minister danig.
Koen Geens is niet de man van de onbehouwen uitspraken of grote uithalen, hij probeert altijd rustig en hoffelijk te blijven. Maar soms wordt het ook de ogenschijnlijk minzame Justitieminister te veel. Dan kruipt hij in zijn pen, desnoods ergens in Bretagne, en schrijft hij een striemende blog die alle cowboys de mond snoert. Of dan draaft hij op in een tv-studio om iedereen de regels van een rechtsstaat op te lepelen.
‘Ik heb dat veiligheidsplan van de N-VA, Niveau V, nu verschillende keren gelezen. Los van het feit dat ik nooit voor een noodtoestand gewonnen ben, begrijp ik werkelijk níét hoe zij tot de beslissing komen dat zo’n noodtoestand in België zou kunnen. Ik heb serieuze twijfels als ik hun partijvoorzitter, Bart De Wever, hoor zeggen dat dit tot op de laatste komma juridisch onderbouwd is.’
Bloedt uw juristenhart als er een loopje genomen wordt met de rechtsstaat?
‘Ik wil daar niet emotioneel over doen... (fijntjes) Maar laat het mij zo zeggen: ik weet niet of ik op dezelfde manier over geschiedenis zou mogen spreken van meneer De Wever.’
De N-VA denkt na over veiligheid. Dat mag toch?
‘Ja, maar wat ik jammer en ook vooral vreemd vind, is dat een regeringspartij het debat over de noodtoestand, over de vrijheid van meningsuiting en over de BIM-wet (bijzondere inlichtingenmethoden, red.) heropent, nadat over al die cruciale thema’s een akkoord is bereikt binnen de regering. We hebben de wet van drie augustus, die hate speech strafbaar maakt zonder dat het risico op een terroristische aanslag bewezen moet zijn, we hebben een KB van mei, dat voorziet in een specifiek noodplan voor terreur, en net voor het reces hebben we een wetsontwerp goedgekeurd dat de inlichtingendiensten meer armslag geeft.’
Vandaar uw blog in de zomer, nadat N-VA-fractieleider Peter De Roover had geopperd de vrije meningsuiting in te perken.
(verontwaardigd) ‘Ik kon mijn oren niet geloven! De N-VA stelt de regeringsbeslissingen zelfs niet in vraag, ze doet gewoon alsof ze nooit genomen zijn. Dan vind ik niet dat ik moet zwijgen.’
Nu komt uw partij zélf met nieuwe voorstellen.
‘We hebben nooit gezegd dat we geen eigen voorstellen zouden doen. Het gaat om de aanpak, en die verschilt danig volgens mij. CD&V gaat voor de ketenaanpak. We beginnen in het onderwijs bij Hilde (Crevits, red.) en eindigen bij de nazorg bij Jo (Vandeurzen, red.). Veiligheid is – in het Engels zegt men het mooi – to secure that somebody feels safe. U kunt zich veilig voelen bij mij, maar ik moet dan zorgen dat er genoeg veiligheidsmaatregelen zijn opdat u zich veilig zou voelen. Dat kan alleen via een ketenaanpak.’
Met uw voorstel voor burgerinfiltranten gooit u toch evengoed de knuppel in het hoenderhok?
‘Ho maar, dat is van een heel andere orde. De voorstellen die de N-VA opwerpt, raken aan fundamentele rechten en vrijheden. Het eventueel invoeren van burgerinfiltranten is iets waarover ik wil nadenken, maar waarbij we niet over één nacht ijs mogen gaan. Niet ik heb de discussie geopend, maar wel Johan Delmulle, de voorzitter van het College van procureurs-generaal, vanuit de wetenschap dat onze informatiepositie in bepaalde gemeenschappen niet zo goed zit.’
In de moslimgemeenschap, bedoelt u.
‘Bijvoorbeeld. Maar er zijn er ook andere.’
Zoals?
‘Dat doet er niet toe. Dat is een kwestie van nationale veiligheid, dat ga ik hier niet zeggen. Maar goed, het is een verregaand voorstel en dat weet meneer Delmulle ook wel. Ik zal dezelfde toetssteen hanteren als altijd: is het verzoenbaar met onze rechtsstaat en onze fundamentele rechten en vrijheden? Ik vind niet dat het verzoenbaar is dat u wordt afgeluisterd omdat ik dat als minister van Justitie beslis (zelfs buiten de ‘noodtoestand’ vindt de N-VA dat de minister van Justitie moet kunnen beslissen of iemand afgeluisterd wordt, zonder dat er vooraf een rechter aan te pas komt, red.).’
Big brother
U wilt geen politiestaat, maar blijkbaar wel een big brotherstaat: er moeten meer camera’s komen. Is dat de onvermijdelijke prijs die we moeten betalen?
(denkt even) ‘Kijk, wij kunnen niet verhinderen dat de technologie voor de twee kanten van de tafel vooruitgaat. Vandaag is communicatie veel moeilijker te detecteren en te ontsleutelen dan tien jaar geleden. Wat ons op een achterstand zet. Gisteren was ik nog aan het vechten voor de opheffing van de anonimiteit van prepaid belkaarten, vandaag zijn we al in de volgende fase aanbeland, met WhatsApp en dergelijke. De snelheid van de technologische ontwikkeling neemt exponentieel toe.’
‘Aan de andere kant hebben wij ook nieuwe middelen. Het koppelen van de DNA-databanken tussen België en Frankrijk heeft tot 36 hits op potentiële moordenaars geleid. Misschien kunnen we daarmee – laat ons een kwart nemen – 9 moorden oplossen. En dan de camera’s. D e grond van de zaak is: mag het gerecht die beelden opvragen? Ja, dat moet kunnen. Mogen we vragen om die beelden te bewaren, zoals telecomgegevens? We moeten er zorgvuldig mee omgaan, maar als we daardoor daders kunnen opsporen die we anders niet zouden kunnen vatten, kun je er toch niets op tegen hebben?’
Je wordt wel overal gefilmd.
‘Mensen die geen kwaad in de zin hebben, hebben daar toch geen last van? Ik zeg niet dat de gedachte altijd leuk is, maar voor zover je geweten redelijk in orde is, is dat dan maar zo.’
Vroeger was privacy toch het uitgangspunt, nu lijken dat camera’s te zijn?
‘Ja, maar de belangrijkste vraag is: wanneer worden de beelden gebruikt? Dat moeten we met de nodige waarborgen omkleden. Het is de enige manier om gelijke tred te houden met de misdaad.’
Voorwaarde is dat ook het gerecht ‘alert’ blijft. Valt er iets voor te zeggen om in zware terreurzaken een regel in te voeren dat vormfouten niet per definitie leiden tot vrijlatingen of verbrekingen door Cassatie? In het belang van de bescherming van de maatschappij?
(beslist) ‘Neen. Ik ben absoluut niet voor uitzonderingsrechtspraak, want dán zit je in de noodtoestand. Ik heb de rechters meer appreciatiebevoegdheid gegeven om gevallen zoals de vrijgelaten drugsbende in Antwerpen zo veel mogelijk te voorkomen, en na de vrijlating van Christian Van Eyken (UF-parlementslid dat verdacht wordt van moord maar vrijkwam omdat de onderzoeksrechter het aanhoudingsbevel niet getekend had, red.) heb ik meteen een wetsontwerp gemaakt om ook zulke situaties te voorkomen. Maar wat ik niet kan en niet wil, is een onafhankelijke rechter verhinderen om een naar zijn geweten correcte beslissing te nemen.’
Geen tweede keer
Wat vond u eigenlijk van alle ‘veiligheidsballonnetjes’ van de N-VA deze zomer?
‘In een coalitie oude stijl doet een minister zijn werk en trekt mee aan de kar binnen de regering. Dat is ook wat ik tot aan die bewuste blog gedaan heb. Maar ik kon niet anders.’
‘We zitten in een overtreffende trap, een opbod, en ik ben ervan overtuigd dat dat te maken heeft met het feit dat de grootste regeringspartij niet de premier levert. Dat is nieuw, zeker voor ons. Als CD&V de premier leverde, was de voorzitter steevast een loyaal en rustig persoon die de regering permanent steunde. Terwijl de leider van de grootste partij vandaag... (stopt). Híj is begonnen met de Patriot Act.’
Als het aan u ligt, is een coalitie waarin de grootste partij niet de premier levert, niet voor herhaling vatbaar?
‘Ik vind het geen leuke manier van aan politiek doen. En als ik het woord “leuk” gebruik, moet u oppassen (lachje). Míjn visie is dat alle regeringspartijen de regering onvoorwaardelijk moeten steunen. Dat is een voorwaarde voor goed bestuur. Ik heb mijn bedenkingen als ik hoor dat het N-VA-discours dient om Vlaams Belang vliegen af te vangen... Wij hebben ook kiezers, hé.’
Mensen die geen zin hebben in nog eens vijf jaar datzelfde opbod?
‘De versnelling van de communicatie brengt een anekdotisering van het debat mee. Daar moeten we weerstand aan bieden, anders komen we in Amerikaanse toestanden terecht. Polarisering helpt misschien om populair te worden, maar komt niet ten goede aan de politiek en de maatschappij. Men moet mekaar veel kunnen gunnen om goed aan politiek te doen. Binnen de regering vergt dat cohesie, consensus en – mag ik dat woord gebruiken – een gevoel van veiligheid.’
U zei dat het veiligheidsplan van de N-VA de cohesie niet bevordert. Maar vandaag liggen er twéé plannen, van twéé regeringspartijen. Dat maakt de zaak toch nog erger?
‘Daar bent u mis. Met onze nota zetten wij voor onszelf de standaard. We gaan voort op de ingeslagen weg zonder iemand een pad in de korf te zetten. Ik kan mij niet voorstellen dat er zaken in staan die voor andere partijen onaanvaardbaar zijn.’
Hebt u minister Jan Jambon ooit de noodtoestand horen verdedigen in de schoot van de regering?
‘Ik heb aan de regeringstafel van de N-VA nooit enige aanleiding gehoord om mij ongerust te maken over dat thema.’
Lees het artikel »