In tijden waarin stevig wordt nagedacht over “werkbaar werk” geeft CD&V-voorzitter Wouter Beke het slechte voorbeeld: op zijn laatste vakantiedag aan zee bracht hij nog snel een werkbezoek aan de marinebasis in Zeebrugge. “Samen met de kinderen, ja. Vakantie en werk is bij mij nooit volledig gescheiden.”
De vakantie van de Bekes werd meerdere keren opgeschrikt door een aantal opvallende politieke statements van N-VA. Denk maar aan de oproep van voorzitter Bart De Wever voor een “ patriot act” en “gewapend ¬bestuur”, het voorstel om de vrije meningsuiting in te perken voor het verheerlijken van ISIS, en het boerkiniverbod op het strand. “Om het met de woorden van hun eigen N-VA¬parlementslid Hendrik Vuye te zeggen: het is goed dat die zomer voorbij is en dat de ballonnetjestijd achter de rug is”, opent Beke zijn werkjaar.
U neemt de N-VA-voorstellen niet serieus?
“Ik neem onze veiligheid serieus en de regering doet dat ook. Maar het debat over de vrije meningsuiting was absurd. Het parlement had nog maar net gestemd over een wet die zegt dat haatprediken in de toekomst strafbaar wordt. Onze vingers waren nog niet van de stemknoppen of N-VA wilde het debat wéér voeren. Waren ze toen niet goed wakker misschien? Justitieminister Koen Geens heeft, nota bene samen met N-VA-minister Jan Jambon, nog maar net een nota over veiligheid klaar.”
Simpel: N-VA wil nog een stap ¬verder zetten op het vlak van ¬veiligheid.
“Als we nu niet oppassen, komen we in communistische stasi-praktijken terecht. De veiligheid is dan maximaal gegarandeerd, maar de overheid controleert wel de hele handel en wandel van Jan en alleman. Onze vrijheden zijn kostbaar. Je moet altijd een evenwicht zoeken tussen het waarborgen van de veiligheid en het beschermen van de individuele vrijheid. Maar die oefening hadden we binnen de regering net gemaakt.”
N-VA belooft wel degelijk nieuwe, concrete voorstellen in het ¬najaar.
“Ik ben benieuwd. Als ze zeggen dat er kordaat bestuur moet komen, dan ben ik de eerste om dat te beamen. Als burgemeester houd ik razzia's, maar versterk ik ook de wijkpolitie. En treed ik kordaat op in het asielcentrum. Maar dat is nog iets anders dan elke asielzoeker te stigmatiseren en de sfeer te creëren dat oorlogsvluchtelingen eigenlijk geen plaats hebben in onze samenleving.”
U sprak zelfs al van “ranzige” N-VA-uitspraken.
“Ik heb deze zomer één keer gereageerd, omdat de algemeen secretaris van N-VA (Louis Ide, nvdr.) de terreuraanslag op een Franse priester in Rouen in de schoenen schoof van de Duitse bondskanselier Angela Merkel en haar vluchtelingenbeleid. Als je op die manier een debat gaat voeren, dan overschrijd je een grens. Dat doet mij denken aan andere periodes in onze geschiedenis.”
Het boerkiniverbod op het strand zorgt ook al voor verwijzingen naar de stigmatisering van de ¬Joden in de jaren dertig.
“Kijk, vroeger liep de politie op de stranden rond om tegen meisjes met een monokini te zeggen: Je moet een beetje meer aandoen. Nu gaan we naar een situatie waarbij ze zeggen: Je moet een beetje meer uitdoen. Ik ben deze zomer vaak aan de zee geweest en ik heb daar geen boerkini's gezien. We creëren een probleem dat er niet is. En het resultaat is dat er nu in Antwerpen een manifestatie is tegen het boerkiniverbod. Waar zijn we dan in godsnaam mee bezig?”
U heeft zelf absoluut geen probleem met de boerkini?
“Kijk, ik begrijp óók niet goed waarom vrouwen in een boerkini op het strand lopen, maar ik vind wel dat ze het recht moeten hebben om dat te doen. Dat is het grote verschil met het boerkaverbod, waar wij ook achterstaan. In dat geval gaat het om een veiligheidssituatie, omdat het gelaat volledig onzichtbaar is.”
“Vroeger mocht een moslima alleen in een tentje zitten aan het strand. Nu mag ze dat tentje zelf aantrekken en ermee in zee gaan”, zei De Wever daarover.
“Ik vind dat we nog altijd met respect aan politiek moeten doen. Het is ook met die mensen dat we de samen¬leving moeten vormgeven. Je moet ¬altijd rekening houden met de ¬grenzen van fatsoen.”
Heeft De Wever die grenzen overschreden?
“Ik trek de grenzen voor mijn eigen partij, niet voor N-VA. Politici moeten in moeilijke debatten leiderschap tonen. N-VA-staatssecretaris Theo Francken zei ergens: Het publiek denkt zo, dus wij spreken zo. De meerderheid van de publieke opinie is niet voor een splitsing van België. Gaat N-VA daar dan plots ook zo over denken? Je moet consequent blijven. Als een partij zich laat leiden door de gemoedstoestand van de kiezer, kan je in één legislatuur alle hoeken van de kamer gezien hebben.”
Volgens N-VA trekt CD&V volop de kaart van de moslimkiezer met het oog op de lokale verkiezingen in 2018.
“Of het nu gaat om moslims, katholieken, joden of ongelovigen, wie onze maatschappijvisie volgt en ons partijprogramma onderschrijft, is welkom. Maar wie in Vlaanderen de sharia wil invoeren of de discriminatie tussen man en vrouw uitdraagt, komt er bij ons niet in.”
CD&V kan de stemmen van de moslimgemeenschap in de grote steden wel gebruiken.
“Nogmaals: iedereen is welkom bij ons. Onze strategie is duidelijk: ons wij-verhaal is in steden en gemeenten veel sterker dan een polariserend verhaal. Veel mensen zijn niet opgegroeid in de stad of de gemeente waar ze wonen, door een relatie, werk of andere redenen. Maar ze willen wel deel uitmaken van die ¬nieuwe gemeenschap. Iedere ¬gemeente wordt daarmee ¬geconfronteerd, of dat nu Gent, ¬Antwerpen of Leopoldsburg is.”
Hoe moet het nu eigenlijk verder tussen CD&V en N-VA? Nog drie jaar verder ruziën in de regering?
“Het is niet CD&V die de hele zomer met losse flodders is gekomen. Wij proberen wel consequent te blijven door op een kordate manier een lijn te trekken.”
Dat belooft voor de belangrijke discussie over het begrotings¬tekort.
“Ik ben daar niet optimistisch over, zeker omdat keer op keer blijkt dat de ontvangsten tegenvallen. We starten telkens met een achterstand.”
N-VA-minister van Financiën ¬Johan Van Overtveldt moet zijn werk beter doen?
“Het gaat niet om de persoon, maar de minister van Financiën moet ¬ervoor zorgen dat de ontvangsten er zijn en dat er geen onrealistische ¬bedragen naar voren worden ge¬schoven. Iedereen heeft baat bij een -geloofwaardige begrotingsoefening. De minister van Financiën in de ¬eerste plaats. Het gaat ook over zijn geloofwaardigheid.”
Simon Andries en Pieter Lesaffer