De politie heeft tussen 2010 en 2015 meer dan dubbel zoveel drugsinbreuken vastgesteld in het verkeer. Dat blijkt woensdag uit de verkeersstatistieken van de geïntegreerde politie, die voor het eerst een overzicht gaf van al haar vaststellingen van verkeersinbreuken, dus zowel van federale als lokale politie.
Uit de cijfers blijkt dat er in 2015 in totaal 4,6 miljoen verkeersinbreuken werden vastgesteld. Het merendeel daarvan, of 7 op de 10, heeft te maken met snelheid. Na een algemene stijging tussen 2007 en 2014 nam het totale aantal inbreuken vorig jaar af. Commissaris-generaal van de federale politie Catherine De Bolle duidde tijdens een persconferentie het effect van sensibiliseringscampagnes aan als mogelijke verklaring. Maar ook de terreurdreiging, met een verminderde capaciteit voor verkeerscontroles, kan een rol hebben gespeeld.
Alhoewel de meeste zogenaamde "killers" (inbreuken op snelheid, alcohol, en gordel en kinderzitje) in 2015 licht dalen of stabiel blijven, is er een uitzondering: het aantal drugsinbreuken. In 2010 ging het om 2.264 inbreuken, in 2015 om 5.852. Die stijging is het gevolg van de invoering van de speekseltest in 2011, klinkt het. "De mensen gebruiken niet per se meer drugs, ze worden meer gecontroleerd", zei Guido Van Wymersch, voorzitter van de Vaste Commisie van de Lokale Politie. Vergeleken met alcohol (ongeveer 47.000 inbreuken) blijft het aantal drugsinbreuken relatief beperkt.
Minister van Justitie Koen Geens kondigde tijdens de voorstelling van de statistieken aan dat hij het budget voor de speekseltesten dit en vooral volgend jaar beduidend wil verhogen. In 2015 was er 175.000 euro voor uitgetrokken, dit jaar wordt dat 180.000 euro en voor 2017 werd zelfs een budget van 432.000 euro aangevraagd.