Op initiatief van de Minister van Justitie, Koen Geens, keurde de Ministerraad een voorontwerp goed waarmee een ruimer recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures wordt geregeld. Daarnaast werd ook een voorontwerp van wet goedgekeurd waarmee het recht op vertaling en vertolking in strafzaken wordt geregeld.
Beide voorontwerpen van wet zijn omzettingen van Europese Richtlijnen naar Belgisch recht.
1. Ruimere toegang tot een advocaat in strafprocedures
De aangehouden verdachte krijgt het recht op een aan het verhoor voorafgaand overleg met een advocaat. De advocaat kan de te verhoren persoon zijn rechten uitleggen en de betrokkene voorbereiden op het verhoor.
De advocaat, die voor aangehouden verdachten via de webapplicatie van de balies wordt opgeroepen, mag verder ook aanwezig zijn bij alle verhoren (eerste en navolgende) omtrent misdrijven die met een vrijheidsstraf kunnen worden bestraft. Zijn rol is vnl. een controle uit te oefenen op het correcte verloop van het afgenomen verhoor en het eerbiedigen van de rechten van de te verhoren persoon.
De niet-aangehouden te verhoren persoon zal dan weer vaker worden verhoord op uitnodiging, waarbij hij zelf zijn bijstand door een advocaat kan regelen of van dit recht afstand kan doen. Wie verhoord wordt, als verdachte, getuige of slachtoffer, zal ook steeds op de hoogte worden gebracht van zijn rechten waarbij speciale aandacht uitgaat voor de minderjarigen en meer kwetsbare personen.
De bijstand van een advocaat wordt nu ook voorzien voor de meervoudige confrontatie. In de huidige wet is dat alleen het geval voor het plaatsbezoek met oog op wedersamenstelling van de feiten.
2. Recht op vertaling en vertolking in strafzaken
De Europese richtlijn eist dat lidstaten erover waken dat verdachten of beklaagden, die de taal van de strafprocedure niet spreken of verstaan, hun recht van verdediging kunnen uitoefenen.
Om een eerlijk proces te garanderen hebben zij dus recht op informatie in de eigen taal, of een taal die ze begrijpen. Het recht op ver-tolking tijdens de terechtzittingen voor de politierechtbanken, de correctionele rechtbanken, de hoven van beroep, het hof van assisen en de jeugdrechters, geldt ook voor slachtoffers en voor personen die lijden aan gehoor- of spraakstoornissen. Bijvoorbeeld mindervaliden met spraakproblemen kunnen zich laten bijstaan door iemand die hen begrijpt. Dat gaat niet steeds over gebarentaal; deze mensen zijn immers niet noodzakelijk doof of doofstom maar spreken moeilijker.
De vertaling en vertolking is kosteloos, ongeacht de uitkomst van de procedure.
Minister van Justitie Koen Geens: “Elke persoon, die al dan niet van zijn vrijheid is beroofd, heeft het recht op een eerlijke behandeling. Het gebruik van de eigen taal en de bijstand van een advocaat is daarbij cruciaal. Deze wetswijzigingen zorgen dan ook voor een rechtvaardigere strafprocedure voor alle betrokkenen.”