Polemiek en polarisatie voedden deze week de kranten en het nieuws. Ze vervangen het 'weer van vandaag' of de 'goal van de week' op tram, trein, café en zaterdagavond als gespreksonderwerp. Maar behalve voor meteorologen en poëten wat het weer aangaat, en journalisten en politicologen voor de politiek, zijn ze weinig vruchtbaar als studie-object. Slechts inzoverre het weer van vandaag een indicatie is van klimaatverandering, kan het langer boeien dan vandaag. Hetzelfde geldt voor het polemisch en polariserend debat.
Wat zeggen dus polariserende polemieken ons over de lange termijn, over de wereld waarin wij morgen zullen leven? Wie kritisch naar de Amerikaanse verkiezingen, de Turks-Europese en de Europees-Britse verhoudingen kijkt, en bepaalde volksmenners aan het woord hoort, kan moeilijk verheugd zijn over de amusementswaarde daarvan, en verder de schouders ophalen. In de drie gevallen gaat het immers over merkwaardige situaties in landen met een grote traditie, een grote bevolking en een grote invloed op hun onmiddellijke en verre naburen.
Steeds meer verantwoordelijke wereldleiders zoals Obama tonen hun bezorgdheid, bijvoorbeeld over de Brexit, al moeten ze soms hun onmacht toegeven, nu eens ten overstaan van democratie, dan weer ten aanzien van soevereiniteit. Ook wie geen wereldleider is, moet zich interesseren aan het debat. Niet zomaar zeggen dat het altijd regent in de herfst, maar wel zich afvragen waarom het zo dikwijls stormt in januari. Vele mensen doen dat, vegen voor eigen deur, en zijn betrokken op de wereld: iedereen heeft immers recht op een mening, liefst na eerst nagedacht en gelezen te hebben.
Slechts met een paar miljard bewuste wereldburgers en grote wereldleiders kunnen we deze planeet voor onze kinderen en kleinkinderen veilig stellen, zowel op het stuk van klimaat, armoede als wereldvrede. De belangrijkste boodschap daarin wordt: delen, en nog eens delen, alsook samenwerken, en nog eens samenwerken.