Nabestaanden en slachtoffers van de aanslagen in Brussel en Zaventem zullen via het Slachtofferfonds aanspraak kunnen maken op financiële noodhulp. Die hulp bestaat uit een voorschot van maximaal 15.000 euro. Dat hebben premier Michel en minister van Justitie Koen Geens beslist. Er komt ook een uniek aanspreekpunt om de slachtoffers van de terreuraanslagen van 22 maart te ondersteunen.
In de gietende regen ontving premier Michel vanavond in zijn ambtswoning een delegatie van mensen die mee de mars hebben georganiseerd. Bij die delegatie was ook Pol Buekenhout, hij vertegenwoordigt de mensen die op de luchthaven werken. "We hebben gesproken vanuit de luchthavengemeenschap omdat we bezorgd zijn naar de toekomst toe. Er moet structureel overleg komen tussen de werknemers en de luchthaven om zeker de veiligheid te garanderen, dat daar concrete afspraken over worden gemaakt", aldus Buekenhout.
Tijdens die ontmoeting werd beslist dat de slachtoffers en hun nabestaanden zich nu tot een uniek aanspreekpunt kunnen richten op eigen initiatief. Daarnaast neemt de regering het initiatief om de slachtoffers en hun nabestaanden proactief op te sporen en hen ondersteuning aan te bieden. Dit op basis van de lijsten die de ziekenhuizen ter beschikking hebben gesteld.
Bovendien kunnen de gekwetsten en hun nabestaanden via het Slachtofferfonds aanspraak maken op een financiële noodhulp in de vorm van een voorschot tot maximum 15.000 euro.
Financiële hulp verdubbeld
Op de Ministerraad van 22 april zal minister van Justitie Koen Geens een wetgevend initiatief en koninklijk besluit voorstellen. Daarmee wil hij de regelgeving van het slachtofferfonds, voornamelijk wat de vergoedingen en de voorwaarden betreft, bijsturen nav. de recente dramatische gebeurtenissen. De plafonds voor de toekenning van financiële hoofdhulp en noodhulp worden verdubbeld en de voorwaarden voor het in aanmerking komen van financiële hulp versoepeld.
De tussenkomst van het Slachtofferfonds wordt dus uitgebreid tot slachtoffers van terreurdaden die de Belgische nationaliteit hebben, ook als de terreurdaad niet op Belgisch grondgebied plaatsvond.
Bekijk het fragment »