Voor het eerst in twee jaar heeft de Minister van Justitie opnieuw genadeverzoeken behandeld. Van 21 veroordeelden deed minister Koen Geens (CD&V) een gedeeltelijke of volledige kwijtschelding van de straf. In 2013 was er echter nog heel wat ophef over de praktijk.
Twee jaar geleden ontstond er opschudding toen bekend werd dat koning Filip gratie had verleend in 11 dossiers van verkeersovertreders. "Een praktijk uit de middeleeuwen", was de kritiek. Toenmalig minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) zette de genadeverleningen dan ook stop.
Minister Geens heeft gratieverlening nu dus opnieuw ingevoerd. Dat is grondwettelijk, zegt hij in "De ochtend". In speciale gevallen kan de koning de straf van een veroordeelde gedeeltelijk of geheel kwijtschelden. De minister wijst erop dat genadeverlening geldt op de uitvoering van de straf, niet de straf zelf. De uitspraak verdwijnt dus niet uit het strafregister. De rol van de koning is bovendien beperkt, zegt Geens. "Hij handelt onder verantwoordelijkheid van zijn ministers."
Volgens minister Geens gebeurt gratieverlening alleen bij kleine vergrijpen, zonder slachtoffers of waarbij de slachtoffers al vergoed zijn. "Het gaat bijna altijd over gevallen waarbij iemand ziek wordt of ziek blijkt te zijn ná uitspraak van de straf", verduidelijkt hij. "Bijvoorbeeld een man die een aanrijding heeft met een geparkeerd voertuig, zonder slachtoffers, maar die zijn wagen nodig heeft voor een nierdialyse."
Het gaat niet over gevallen waarbij de straf achteraf ongrondwettelijk blijkt te zijn, benadrukt Geens. Dat is de taak van de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie. "Meestal zijn het gevallen waarvoor iedereen begrip heeft", voegt hij toe. Genadeverlening gebeurt dus niet zomaar: "Er is advies van de procureur-generaal, het parket en de politie. Ik heb een dienst die zich er exclusief mee bezighoudt."
Beluister het fragment »