De vollédige 250 miljard euro op Belgische spaarboekjes moeten 100% gegarandeerd worden, opperen de socialisten in de onderhandelingen over de nieuwe bankenwet. En het zijn de banken zelf die daarvoor moeten zorgen door zich onderling te verzekeren. Maar economen zijn erg kritisch voor het voorstel van vicepremier Johan Vande Lanotte, die gisteren met de andere topministers over de bankenplannen samenzat.
"Wie zal voor die dure verzekering opdraaien? De spaarder, natuurlijk."
Naast zijn ideetje om bonussen van topbankiers terug te schroeven als het slecht gaat, heeft Johan Vande Lanotte nog een opvallend voorstel voor de nieuwe bankenwet: alle spaargeld 100% garanderen. Niet dat bij een nieuwe bankencrisis de belastingsbetaler daarvoor zou moeten opdraaien. De banken dienen namelijk onderling een verzekeringssysteem op poten te zetten om de 250 miljard op Belgische spaarboekjes te dekken.
"Onhaalbaar", meent Bart Van Craeynest, hoofdeconoom van het beurshuis Petercam, dat geen bancaire instelling is. "Zo'n verzekering zou een serieuze kost voor de banken betekenen. En het is een illusie om te denken dat zij zoiets met hun winst zouden financieren. Dit gaan ze ongetwijfeld doorrekenen aan de klanten." Daar is ook professor Hans Degryse van de KU Leuven van overtuigd. "De spaarder zal die premie eigenlijk zelf betalen. Stel nu dat de NMBS een fikse premie moet betalen als de treinen te laat zijn? Dan zal de kost van de tickets opslaan."
Minder rente
Maar daar blijft het niet bij. "Want als banken het spaargeld 100% garanderen, moeten ze al hun geld aanhouden en deponeren bij de Europese Centrale Bank. Gevolg: ze hebben geen geld meer in kas om leningen toe te staan. Ook hun opbrengsten zullen zakken en dus zullen ze nog minder rente geven op het spaarboekje", zegt Degryse. Niet alleen dreigt de spaarder het gelag te betalen, niets garandeert dat banken bij een zware crisis centen op tafel kunnen leggen om elkaar te redden. Degryse: "Als een écht grote bank of verschillende instellingen in moeilijkheden geraken, is het niet realistisch dat de andere dat kunnen opvangen. Tenzij je een Europees systeem op touw zet, waarbij bijvoorbeeld ook Duitse banken ter hulp moeten komen. Maar bij een brede crisis is ook dat geen sluitende garantie." Bovendien draaien voorzichtige banken dan op voor hun roekeloze evenknieën. "Pervers", tweet econoom Geert Noels.
Al zwaar beschermd
"Als het bij de banken écht misloopt, zal de overheid altijd moeten inspringen", oordeelt Bart Van Craeynest. "Maar dat gebeurt heel zelden. Bovendien blijven de verliezen voor de overheid daarbij veelal beperkt. Meestal kan de geredde instelling na verloop van tijd toch weer met winst verkocht worden. Trouwens: er heeft nog nooit zo veel op de spaarboekjes gestaan als nu. Er is dus allesbehalve sprake van schrik. Zo'n 100 procent-garantie is niet nodig."
Het Belgisch spaargeld ís dan ook al zwaar beschermd, werpt Febelfin op, de koepelorganisatie van de financiële sector. "De garantie op het spaarboekje is sinds 2008 opgetrokken van 20.000 naar 100.000 euro", argumenteert topman Michel Vermaerke. Daartoe stoppen banken centen in het zogenaamde depositiegarantiefonds. "Banken hebben bovendien hun eigen vermogen 20% moeten aandikken om verliezen op te vangen. Dat terwijl ze 35% minder kredieten en beleggingen verstrekken. Het stootkussen is dus al serieus bijgevuld", vindt Vermaerke.
Dat meent ook minister van Financiën Koen Geens, zeker omdat je je spaargeld over verschillende banken kan spreiden, en daarbij telkens voor 100.000 euro gegarandeerd bent. Zo kan een gezin volgens Geens tot "600.000, 700.000 euro bescherming" genieten.
Akkoorden leverde het tweede overleg over zijn nieuwe bankenplannen nog niet op. Dinsdag zitten de topministers daarover opnieuw samen.
KATRIEN STRAGIER