De heer Jan Smets, voorzitter van de afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad voor Financiën heeft deze namiddag het advies van zijn afdeling overhandigd aan minister van Financiën Koen Geens. Het advies kadert in de voorbereiding van het volgende Stabiliteitsprogramma 2013-2016, dat door de Regering zal worden overgemaakt aan de Europese Commissie op het einde van april 2013.
Koen Geens dankt de Afdeling in de persoon van haar voorzitter Jan Smets voor het gepresteerde werk en neemt akte van het advies dat op de cruciale punten convergeert met het nieuwe budgettair traject dat de Regering uittekent.
De Hoge Raad voor Financiën bevestigt uitdrukkelijk dat in 2012 de regering een structurele saneringsinspanning heeft gedaan van 0,6 % BBP - 0,8 % als men de toename van de interestlasten buiten beschouwing laat. De Hoge Raad beveelt aan om over de periode 2013-2014 deze inspanningen aan te houden en een structurele verbetering van ten minste 1,6% van het BBP te verwezenlijken. Concreet stelt de Raad voor in 2013 een verbetering van 1 % te realiseren (waarvan 0,4 % reeds bij de initiële begroting). Zowel bij de huidige begrotingscontrole als bij de opmaak van de begroting 2014 moet dus een bijkomende structurele inspanning van telkens 0,6 % BBP worden gedaan.
Belangrijk hierbij is dat het rapport bevestigt dat dit traject toelaat de schuldgraad duurzaam onder de 100% te laten dalen. In 2013 stelt de Raad dat bijkomende, niet-recurrente maatregelen zullen nodig zijn om de schuldgraad onder de 100 % te houden. Vanaf 2014 is de endogene evolutie van de schuldgraad weer sterk dalend.
Wat de verdeling van de inspanning over de entiteiten betreft, houdt de Raad vast aan het principe van de evenwichtige verdeling van de budgettaire inspanningen tussen de overheidsniveaus. De Raad stelt twee mogelijke zienswijzen voorop. Ofwel de verdeling volgens de 65/35 – verdeelsleutel die ook in eerdere adviezen werd gebruikt en waarbij Entiteit II tegen 2016 een begrotingsinspanning van 1,1 % BBP zou leveren (incl. de uitschakeling van het bestaande tekort). Een nieuwe zienswijze is dat Entiteit II evenredig bijdraagt tot de realisatie van de MTO van België, d.i. een globaal structureel overschot van 0,75 %. In deze visie wordt de inspanning geraamd (samen met de uitschakeling van het bestaande tekort) op ca. 0,5 % BBP. Minister van Financiën Koen Geens hoopt dat de Entiteiten in deze zienswijzen de onderbouw vinden voor een nieuw samenwerkingsakkoord.