Er zijn in de Wetstraat – net zoals in de echte wereld – al eens momenten waarop de gemoederen oplaaien, stemmen luid en verontwaardigd klinken, de emoties overheersen en er dus onsamenhangende verklaringen worden afgelegd. Er zijn ook andere momenten. Dan beseft men dat we met al die opwinding op termijn niets opschieten en dat als puntje bij paaltje komt, er in de Belgische politiek mogelijk maar één man is die ons dat duidelijk kan maken, de belichaming van de rustige vastheid waar het in deze pittige tijden zo vaak aan mangelt: Koen Geens (CD&V).
‘Benieuwd wat Koen Geens hierover zal zeggen!’
‘Waar is Koen Geens?!’
‘Hij komt!’
Het gonsde al een paar dagen in de gangen van de Reyerslaan. Zou de gewezen minister van Justitie en vicepremier naar de Terzake-studio afzakken om uit te leggen wat hij dacht over het proces-Sanda Dia en waarom dat volgens hem – op een paar schoonheidsfoutjes na – voorbeeldig was verlopen? Zou hij zijn huidige voorzitter Sammy Mahdi eens flink aan de oren trekken voor diens Tiktok-boodschap over die zaak?
De antwoorden op deze vragen, in de volgorde waarin ze werden gesteld, luidden ‘ja’ en ja’. Maar Koen Geens zou Koen Geens niet zijn als hij die antwoorden niet omzwachtelde met afgemeten en verraderlijk redelijk klinkende redeneringen die nochtans als voornaamste bedoeling hadden dat de doorsneeburger hem beter niet helemaal dan helemaal verkeerd zou begrijpen.
Het respect – zeg maar ontzag – voor Geens is op de Reyerslaan bijna zo groot als in de rest van het land en dan in het bijzonder in Koens woonplaats Huldenberg, waar ze hem net als in zijn eigen gezin ‘ons vake’ noemen. Zó ver wilde Terzake-interviewer van dienst Pieterjan De Smedt niet gaan, maar hij begreep ook wel dat het ronduit riskant was om te proberen om in het gezelschap van de voormalige koninklijke opdrachtgever het slimmeke uit te hangen. Onder het glimmende schedeldak van Koen schuilt immers een gigantisch brein waartegen zelfs een bovengemiddeld intelligente VRT-journalist niet opgewassen is.
Niet dat Pieterjan het niet probeerde. ‘Beoordeelt u het vonnis van de rechtbank in de zaak-Sanda Dia dan als rechtvaardig? Is dit klassenjustitie? En hoe zit dat met de waarheidsbevinding?’
De gewezen minister onderdrukte een zuchtje en antwoordde op de geduldige toon die hij ook gebezigd zou hebben als iemand hem had verzocht om in een vingerhoedje tijd de relativiteitstheorie te spiegelen aan de geschriften van Thomas van Aquino. Geens dacht: ik wíl het u wel uitleggen, maar u zou het toch niet begrijpen. Maar hij sprak: ‘Kijk, een arrest kan alleen maar de juridische waarheid achterhalen.’
‘Ja maar, Sandra Dia is wel dood, hè?’
Geens stuurde de journalist een meewarig grijnsje: ‘Dat besef ik, meneer De Smedt. Daarom ben ik hier.’
Geens zou het onvermijdelijk ook moeten hebben over zijn voorzitter Sammy Mahdi, die het had opgenomen voor de populaire, maar niet totaal toerekeningsvatbare youtuber Acid.
Hij sprak zuinig: ‘Ik vond Mahdi’s mededeling onoordeelkundig, het gebruikte medium niet ideaal. Maar jongeren – ook andere partijvoorzitters van zijn leeftijd – oordelen daar anders over. Dat moet men aan de jeugd laten.’
Laat dát net de officiële reden zijn waarom Koen in 2020 niet in de Vivaldi-regering stapte: om plaats te maken voor vernieuwing en verjonging bij CD&V, voor Sammy Mahdi dus. Sneu dat hij uitgerekend die knaap nu een bolwassing moest geven.
‘Hoe heeft hij gereageerd?’, wilde De Smedt weten.
‘Positief!’, antwoordde Geens, beknopter dan meestal, raadselachtiger dan ooit.
Mensen die het CD&V-partijbureau van de dag voordien hadden meegemaakt en die Geens en Mahdi achteraf in een kamertje hadden zien verdwijnen, zagen dat toch iets genuanceerder. Ze hadden hun oor aan de deur te luisteren gelegd, maar konden uiteindelijk toch precies niet navertellen wat er tussen die twee was besproken. Wel hadden ze het koppel achteraf weer zien buitenkomen. Eerst Geens, met een opgewekt ‘toedeloe!’ als enige commentaar. Vervolgens strompelde Sammy door het deurgat. Parbleu, beweren dat hij eruitzag als iemand die zojuist onder dwang een goudvis en een litertje Thaise vissaus had doorgeslikt, het lijkt in deze context misschien een tikje onkies. Maar dat de voorzitter ooit al een florissanter indruk had gemaakt, is dan weer een understatement.
‘En? Vertel! Wat zei ons vake?’
Mahdi bekeek zijn partijgenoten ietwat misprijzend aan: ‘Ik stond wel alleen, hè. Waarom heeft niemand van jullie het voor mij opgenomen?’
De CD&V’ers reageerden als slappe selders. ‘Tja, hoe gaat dat? Groepsdruk, hè?’, mompelde er eentje.
‘Ik moest dringend urineren’, gaf een andere ter verschoning aan.
Een derde wilde vernemen hoe het nu verder moest. ‘Kun jij nu nog voorzitter blijven? Of krijgt dit toch nog een staartje?’
Mahdi haalde beteuterd de schouders op: ‘Bwa, vake zegt dat ik er voor één keer vanaf kom met een werkstrafje.’
Pas later zou het zijn partijgenoten dagen dat ook in Huldenberg de Maai Mei Niet-maand net was afgelopen.
Lees de column in De Standaard »