“Men moet weten wat men wil, vervolgens de moed vinden om het te zeggen, en uiteindelijk om het te doen.” (G. Clémenceau)
Poetin weet al lang precies wat hij wil: hij wil het herstel van het voormalige Rusland in zijn territoriale integriteit en de onderwerping van de voormalige Sovjetrepublieken als vazalstaten – voorzover dat al niet gebeurd is. Met een economie nauwelijks zo groot als die van de Benelux, onderhield Poetin sedert het begin van de eeuw een oorlogsmachine die opstanden in de voormalige Russische republieken (Tsjetsjenië, Georgië) en in Syrië wreed onderdrukte: hij deed dat zonder respect voor het oorlogsrecht, laat staan voor historisch erfgoed of leefbaarheid op middellange termijn. Ondertussen bewijzen de recente incidenten in Armenië en Kazachstan dat hij ook andere vazalstaten de duimschroeven aandraait.
Wij keken weg want Poetin leverde ons gas, hij liet sommige van onze voetballers vorstelijk betalen door zijn oligarchen die in onze dure steden en skioorden de meest verfijnde Italiaanse luxeproducten kochten. Poetin zorgde voor afzet van onze peren en gaf onze baggeraars bijkomend werk. Schröder en Fillon mochten zelfs bestuurder spelen in grote Russische bedrijven. En voor toeristen was het heerlijk toeven in Moskou en St.-Petersburg. Wij hoopten dat zijn burgers zich geleidelijk zouden integreren in ons rechtsstatelijk en democratisch model langs economische weg. Hun afhankelijkheid van onze producten, hun voorkeur voor onze manier van leven, zou hen op de duur immuun maken voor de bevelen van een dictator met de manieren en het gebrek aan scrupules van een Romeinse keizer – die als een volleerde judoka meedoet aan de spelen.
Oekraïne wilde geen vazalstaat blijven of worden. En dus deed Poetin wat hij wilde. Hij weet wat hij wil betalen voor zijn overtuiging. Alleen heeft hij niet de moed gehad ons dat op voorhand te zeggen. Maar zijn handelingen in het verleden spreken boekdelen. Al in maart 2016 bracht NAVO-opperbevelhebber Breedlove de vluchtelingenstroom die Assad en Rusland op gang brachten uit Syrië in verband met de opstanden in Oost-Oekraïne die Poetin steunde. Hij noemde Rusland toen een existentiële bedreiging voor het Westen.
Weet het Westen wat het wil, zou Clémenceau vragen? Het Westen wil dat ook een dictator als Poetin aan banden gelegd wordt door een échte rechtsstatelijke democratie van zijn burgers die de soevereiniteit van andere Staten respecteert. Het Westen zegt bijwijlen ook wat het wil, de voorbije dagen nog oorverdovend tijdens dure samenkomsten in Brussel. Of het Westen de moed heeft om daarvoor effectief de prijs te betalen via een langdurig beleid van economische sancties waarbij het zelf de buikriem moet aanhalen, zal de toekomst uitwijzen.
Maar één ding is zeker: Syrië was ver van ons bed, Oekraïne lijkt dat veel minder. Maar in beide gevallen zorgt Poetin met een grote vluchtelingenstroom voor interne onrust in het Westen.
#DeWeekvanGeens: 15 tot 22 maart
op 26 maart 2022 12:00 • Nieuwsbrieven