De Commissie stelt een herstelfonds voor van 750 miljard, 250 miljard meer dan wat Macron en Merkel voorstelden. Nederland reageert opnieuw kritisch.
Van onze redacteur Bart Beirlant
BRUSSEL'Next generation EU.' Die naam geeft Ursula von der Leyen aan het herstelfonds, om aan te geven dat de EU door de impact van de pandemie voor een cruciale beslissing staat om de volgende generaties te redden: 'Op beslissende momenten hebben we altijd gekozen een sprong voorwaarts te maken', zei de Commissievoorzitster, die verraste met de omvang van het fonds: 750 miljard, boven op een klassieke meerjarenbegroting van 1.100 miljard euro voor de periode 2021-2027.
De Commissie stelt voor die 750 miljard euro dankzij haar AAA-rating goedkoop te lenen op de kapitaalmarkten en dat geld in 2021 en 2022 door te sluizen naar de lidstaten, via de traditionele programma's van de meerjarenbegroting. Die 750 miljard is meer dan het dubbele van bedragen die tot enkele weken geleden circuleerden.
Von der Leyen kwam nog met een tweede verrassing: ze stelde voor dat 500 miljard in de vorm van subsidies naar de lidstaten zou vloeien en 250 miljard in de vorm van leningen. Die kwestie verdeelt de lidstaten. Spanje en Italië willen hun schuldpositie via leningen niet verslechteren en dringen aan op subsidies, maar de 'zuinige 4' (Nederland, Zweden, Denemarken en Oostenrijk) vrezen dat zo de deur wordt opengezet naar een schuldenunie.
Snel akkoord wordt moeilijk
De zwaar getroffen landen Italië en Spanje reageerden dan ook positief. Ze zouden aanspraak kunnen maken op respectievelijk 172,7 miljard (81,8 miljard subsidies en 90,9 miljard leningen) en 140 miljard (77 miljard subsidies en 63 miljard leningen). Zelfs Polen, dat vaak de toon zet voor de Oost-Europese landen, spreekt van een 'zeer goed uitgangspunt'. Door het herstelfonds is 'de zandbak' groter geworden en komt er misschien weer meer geld vrij voor cohesie- en landbouwfondsen voor die regio.
De vraag is hoe de 'vier zuinigen' zullen reageren. De voorgestelde meerjarenbegroting ligt net boven het voorstel dat Charles Michel op de Europese top in februari deed en dat door de Nederlandse premier Mark Rutte afgeschoten werd. En in een gezamenlijke nota die de vier zondag publiceerden, spraken ze zich uit voor leningen en tegen subsidies. Al noemde de Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz het plan onder druk van zijn Groene coalitiepartner 'een startpunt voor onderhandelingen'.
'De posities liggen ver uiteen en er is unanimiteit onder de 27 nodig, de onderhandelingen zullen tijd vergen', zei een Nederlandse diplomaat. De Commissie stelt ook voor de subsidies na 2027 terug te betalen via een reeks nieuwe Europese belastingen - een piste die Den Haag traditioneel niet ziet zitten. Volgens een Europese diplomaat heeft de Commissie met dit voorstel vooral Zuid- en Oost-Europa tevreden willen stellen: 'Ze heeft moeilijke beslissingen en compromissen vermeden. Het resultaat is dat de inspanningen van de leiders om snel een aanvaardbaar compromis te vinden, hierdoor in belangrijke mate achteruitgezet worden.' Om de vier over de streep te trekken, stelt de Commissie voor dat ze hun kortingen op hun bijdragen aan de meerjarenbegroting kunnen houden.
Von der Leyen beklemtoonde dat een akkoord hoogdringend is, zodat alles op 1 januari 2021 van start kan gaan. Maar ook de Duitse kanselier Angela Merkel verwacht moeilijke onderhandelingen. Ze denkt niet dat een akkoord op de Europese top op 19 juni mogelijk is.
En België?
Hoewel België volgens het voorstel maar kan rekenen op 5,48 miljard euro subsidies uit het fonds (zie inzet), reageert de regering positief. Vicepremier en minister van Financiën Alexander De Croo (Open VLD) spreekt van een 'historisch en evenwichtig plan. We moeten weg uit de steriele stellingenoorlog tussen Noord- en Zuid-Europa. Voor een kleine, open economie als België hangt het herstel in grote mate af van hoe de EU zich kan herstellen. 'Wie niet deelt in het leven, krijgt ook niets', sluit vicepremier en minister voor Europese Zaken Koen Geens (CD&V) zich bij hem aan.
Blz. 20-21 berichtgeving.
Bart Beirlant