Wie door de coronacrisis in moeilijk vaarwater komt met zijn onderneming, maar tot 18 maart in goede doen verkeerde, krijgt dankzij een door de Regering goedgekeurd ontwerp-volmachtsbesluit een tijdelijke opschorting, waarbij hij als schuldenaar wordt beschermd tegen inbeslagname en faillissement. Vice-eersteminister en minister van Justitie Koen Geens en minister van KMO’s en Zelfstandigen Denis Ducarme willen alle ondernemingen in moeilijkheden meer overlevingskansen bieden en het ondernemerschap blijven stimuleren.
Wanneer een Belgische onderneming in financiële moeilijkheden zit, wordt doorgaans een
gerechtelijke reorganisatieprocedure van het bedrijf opgestart voor de ondernemingsrechtbank. Door de coronacrisis is dit geen aangewezen optie. De gerechtelijke reorganisatie kost de onderneming namelijk geld en de massale opening van deze procedures zullen een stormloop ontketenen op de Ondernemingsrechtbanken.
Het voorstel dat aan de Regering wordt voorgelegd, kiest daarom voor een andere, pragmatische benadering. Alle ondernemingen die onder de nieuwe insolventiewetgeving vallen, genieten namelijk automatisch en tijdelijk van een wettelijke opschorting. Dat houdt in dat:
- de onderneming beschermd is tegen inbeslagnames;
- ondernemingen niet failliet verklaard kunnen worden op verzoek van hun schuldeisers (wel op verzoek van het openbaar ministerie, of mits akkoord van de schuldenaar zelf);
- lopende overeenkomsten niet beëindigd kunnen worden wegens wanbetaling;
- de schuldenaar tijdelijk niet verplicht is aangifte van faillissement te doen;
- de ondernemingsrechter beslist of een schuldenaar van deze opschorting kan genieten wanneer hij zich er bij wijze van verweer op beroept.
Dat wil niet zeggen dat ondernemingen een vrijgeleide krijgen om de situatie te misbruiken: de voorzitter van de bevoegde ondernemingsrechtbank kan te allen tijde, op verzoek van de schuldeiser, de tijdelijke opschorting opheffen. De regeling is niet bedoeld voor ondernemingen die voorafgaand aan deze crisis reeds in staat van faillissement waren, maar enkel voor bedrijven die op 18 maart nog in goede doen waren, maar mogelijks door de coronacrisis in moeilijkheden zijn geraakt.
Volgens onderzoeksbureau Graydon kan in Vlaanderen 34 procent van alle ondernemingen deze crisisperiode niet aan: zij zijn in acuut gevaar. Voor nog eens 40 procent is het gevaar minder acuut: zij kunnen in principe overleven, maar het is kantje boord.
Vice-eersteminister en minister van Justitie Koen Geens: “De coronacrisis is uitzonderlijk te noemen. Daarom verdienen ondernemers ook tijdelijke en uitzonderlijke maatregelen die hun overlevingskansen verhogen. Met dit besluit, dat in lijn ligt met wat er gebeurt in andere Europese lidstaten, kunnen we Belgische ondernemingen helpen.”
Minister van KMO’s en Zelfstandigen Denis Ducarme : “Wij zijn ons ervan bewust dat een bepaald aantal ondernemingen blootgesteld blijft aan een risico op een faillissement, en dit ondanks de genomen maatregelen. Daarom werken wij, samen met minister Geens, aan een moratorium op de faillissementsprocedures. Dit zal bedrijven in wanbetaling en waarvan het krediet geschokt is, concreet toelaten beschermd te worden tegen gedwongen faillissementen uitgesproken door de ondernemingsrechtbanken. Het doel bestaat erin de bedrijven financieel respijt te geven om hen te helpen deze crisis op een meer serene manier te doorstaan. Ik hoop dat wij deze maatregel, waar meerdere actoren vragende partij voor zijn, snel zullen kunnen concretiseren.”
Volgens cijfers van Statbel waren er 631.819 ondernemingen in België in 2017, goed voor 2.871.948 werkzame personen. Ook waren er volgens cijfers van de Kruispuntbank voor Ondernemingen zo’n 150.247 non-profitorganisaties, waarvan 97% vzw’s. Nog in 2017 telde België maar liefst 329.264 vrije beroepers, zoals advocaten, dierenartsen en architecten, op een totaal van 1.087.763 zelfstandigen. Het aantal vrije beroepers lag de afgelopen tien jaar in stijgende lijn, blijkt uit cijfers van de Federatie Vrije Beroepen.