Mag u de overhangende takken van een boom in de tuin van uw buur zelf snoeien? En hoe kan u voorkomen dat een vervallen grensmuurtje schade berokkent aan uw woning? De antwoorden staan in het nieuwe goederenrecht.
Johan Rasking
U staat er allicht niet bij stil, maar het goederenrecht, een onderdeel van het Burgerlijk Wetboek, bevat een hoop regels die ons dagelijkse leven mee bepalen, zoals over (mede-)eigendom, vruchtgebruik of erfpacht. Vandaag stemt de plenaire vergadering van de Kamer over een grondige hervorming van dat goederenrecht.
'Die modernisering was echt nodig', luidt het bij de federale minister van Justitie, Koen Geens (CD&V). Sommige onderdelen van de huidige wetgeving zijn (bijna) 200 jaar oud: de erfpacht dateert van 1824, de regels over het vruchtgebruik zelfs van 1804.
Minister Geens steunt het wetsvoorstel van Servais Verherstraeten (CD&V), Philippe Goffin (MR) en Katja Gabriëls (Open VLD), waarover straks wordt gestemd. Het lijdt geen twijfel dat een meerderheid van de Kamer die steun ook zal geven. Twee weken geleden werd de tekst al goedgekeurd in de commissie Justitie, met 15 stemmen voor en 1 tegen.
We overlopen de belangrijkste nieuwigheden in drie dossiers: het recht van opstal, het vruchtgebruik en de beslechting van conflicten tussen buren.
Stimulans voor stadsprojecten
Notaris Bart Van Opstal verwelkomt de nieuwe regels bij het … recht van opstal. 'Die komen meer tegemoet aan de hedendaagse realiteit in de vastgoedsector, van wat wij multivolume-eigendommen noemen. Neem een stadsvernieuwingsproject, bijvoorbeeld in een stationsbuurt. Daar kunnen meerdere, zowel publieke als private voorzieningen worden gepland op één stuk grond. Tegenover de ene eigenaar van dat stuk grond staan vaak meerdere partijen voor de verschillende onderdelen van het gebouw op die grond. Zoals de uitbater van de ondergrondse parkeergarage, en de verschillende eigenaars van de winkels op het gelijkvloers, of van de kantoorruimte of appartementen op de hogere verdiepingen. Allemaal partijen die juridische zekerheid willen over hun investering.'
Met gebruik van het recht van opstal kunnen al die partijen hun rol spelen in het project. Probleem: dat recht van opstal was tot nu toe beperkt tot een maximumtermijn van 50 jaar. 'Door de nieuwe regels kan een eeuwigdurend opstalrecht worden verleend', aldus notaris Van Opstal. 'Dat biedt investeerders meer zekerheid en zal een dynamiek geven aan dit soort van stadsvernieuwingsprojecten. De wet is geen remmende factor meer, maar een stimulans.'
Het kabinet-Geens plaatst een nuance bij het eeuwige karakter: 'Uiteraard kan een opstalrecht worden opgeheven als het elk nut heeft verloren. Bijvoorbeeld als een winkelcentrum wordt gesloopt en de grond een andere bestemming krijgt.'
Meebetalen voor vruchtgebruik
Ook de rigide regels bij vruchtgebruik worden aangepakt. Het kabinet van minister Geens geeft een voorbeeld: 'Stel: uw ouders zijn gescheiden, uw vader is hertrouwd en woont met zijn nieuwe partner in het ouderlijke huis. Als uw vader overlijdt, wordt zijn nieuwe partner vruchtgebruiker van dat huis en worden de kinderen de blote eigenaar. Met de oude regels rezen er problemen als er grove herstellingen moesten worden uitgevoerd, zoals de vernieuwing van het dak. In principe moet de blote eigenaar die ingreep integraal betalen, ook als er weinig kans is dat die hiervan zelf ooit het genot zal hebben.'
Notaris Van Opstal vult aan: 'Zo'n situatie kan voorkomen wanneer de tweede partner van de (overleden) vader niet veel ouder is, of zelfs jonger is dan de kinderen uit dat eerste huwelijk en gedurende een lange periode van het vruchtgebruik kan genieten.'
Volgens het nieuwe goederenrecht kan de blote eigenaar die de grove herstellingen uitvoert, van de vruchtgebruiker eisen dat die proportioneel bijdraagt in de kosten. De bijdrage wordt berekend in functie van de waarde van het vruchtgebruik tegenover de waarde van de volle eigendom. Lees: elk betaalt zijn deel.
Voorkomen en beslechten van burenruzies
Drie voorbeelden moeten aantonen dat de nieuwe wetgeving een efficiëntere aanpak mogelijk maakt van conflicten tussen buren. Volgens minister Geens wordt het gemakkelijker om 'preventief op te treden'. Dat moet 'nodeloze processen die veel tijd en geld kosten, helpen voorkomen'.
Het muurtje. Wat als het grensmuurtje van de buur dreigt in te storten en op uw woning dreigt te vallen? Voortaan moet u niet langer wachten tot de muur effectief is ingestort, en er schade is, om juridische stappen te ondernemen.
De boom. Tot nu toe kon een rechtbank volgens de letter van de wet alleen het bevel geven om een boom die te dicht bij de perceelsgrens staat, te rooien. In de praktijk waren er al rechters die deze drastische beslissing niet namen, en zich beperkten tot een bevel om de boom te snoeien. Voortaan is die tweede, meer milieuvriendelijke optie opgenomen in de wet.
De takken. En wat met die paar overhangende takken? Het blijft in eerste instantie de taak van de eigenaar van de boom om te snoeien. Maar als die dat niet doet, kan de buur die er last van heeft, een aangetekende brief sturen. Dan heeft de eigenaar zestig dagen tijd om alsnog te snoeien. Die termijn is nieuw. Doet de eigenaar nog steeds niets, dan kan de buur de overhangende takken zelf snoeien. Als hij daarvoor kosten maakt (bv. een firma inschakelt), dan moet de eigenaar van de overhangende takken die kosten vergoeden.
Opgelet: als u de overhangende takken van uw buur zelf snoeit, of laat snoeien, doet u dat nog altijd op 'eigen risico'. Als u schade berokkent aan de boom, bent u hiervoor verantwoordelijk.
Bron: De Standaard
https://www.standaard.be/cnt/dmf20200129_04826871