Vice-minister en minister van Justitie Koen Geens reageert op de vrijgegeven cijfers van VRT over het rookverbod:
“Uit deze cijfers blijkt inderdaad dat er een ander vervolgingsbeleid is in Brussel. Dat is niet zo abnormaal. Ieder parket kijkt wat het meest prioritair vindt om te vervolgen. In Brussel ging de voorbije jaren meer onderzoek- en vervolgingscapaciteit naar zware criminaliteit en terrorisme. Justitie heeft de middelen die ze heeft. Uiteraard geldt er een rookverbod in de horeca en moet dat worden gerespecteerd. Ik heb hiervoor met de Brusselse procureur-generaal contact opgenomen en we zullen eerstdaags samenzitten om te zien of we vervolgingsniveau kunnen opdrijven. De rechtbank kan nu al beslissen om etablissementen tijdelijk te sluiten (tot zes maanden) of om boetes op te leggen (tot 8000 euro) als ze het rookverbod schenden. Maar misschien moet ook de Inspectie van Volksgezondheid in deze materie meer mogelijkheden krijgen voor buitengerechtelijke afhandeling, inclusief een tijdelijke sluiting. Dit naar analogie met de bevoegdheden van andere (sociale en economische) inspectiediensten. Andere mogelijkheden zouden kunnen zijn GAS-boetes of bestuurlijke handhaving door de burgemeester.”