5.773 kinderen kregen vorig jaar de achternaam van hun moeder bij de geboorte, een stijging van 40 procent in vergelijking met 2017. Federaal parlementslid Sandrine De Crom (Open Vld), die de cijfers opvroeg, ziet een verklaring in de toename van het aantal alleenstaande moeders.
Sinds de nieuwe wetgeving van 8 mei 2014 heb je bij de geboorte van een kind vier opties wat de achternaam betreft: de naam van de moeder, de vader, of een dubbele naamgeving in een volgorde naar keuze. Sandrine De Crom vroeg in een parlementaire vraag aan justitieminister Geens (CD&V) de cijfers over naamkeuze op. In 2017 kregen 4.295 van de 101.071 aangegeven kinderen enkel de familienaam van de moeder bij de geboorteaangifte. Het jaar daarna waren dat er 5.773 van de in totaal 98.547 aangiften, in verhouding een stijging van 40 procent.
De Crom ziet een verklaring in het stijgende aantal alleenstaande moeders. "De persoon die het kind aangeeft op de gemeente, beslist," zegt De Crom. "Als de papa niet officieel op de voorgrond is - omdat er geen huwelijk is, geen prenatale erkenning of de vader is er niet bij op het stadhuis - kiest de moeder een familienaam. Ik ga ervan uit dat alleenstaande mama's hier vaker bewust voor kiezen."