Vanaf 1 mei geldt het nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen. De grondige hervorming van het vennootschapsrecht volgt na de modernisering van het ondernemings- en het insolventierecht door minister van Justitie Koen Geens (CD&V). “De hervorming moet juridische drempels wegwerken voor investeerders en ondernemers”, doceert hij, zoals een professor vennootschapsrecht (KU Leuven) dat kan. “Bij de start van de Europese Unie was het de bedoeling dat de vennootschapssystemen van de lidstaten naar elkaar toe zouden groeien. Nadat het Verenigd Koninkrijk lid was geworden, werd vennootschapsrecht een deelstaatmaterie, zoals in de Verenigde Staten. In het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Frankrijk werd het vennootschapsstatuut het paradepaardje in de concurrentie voor investeringen. De Belgische ondernemingen doen er ook een beroep op. Ons land bleef zowat als laatste het geharmoniseerde Europese model nastreven. Dat is voorbij.”
Hoe kan een statuut van een vennootschap investeringen bevorderen?
KOEN GEENS. “Nederland creëerde de flex-bv en de holding-bv. Ook Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk deden mee aan de race naar ‘lichte vehikels’. Onze bvba was enkel geschikt voor binnenlands gebruik. Vandaar dat we de besloten vennootschap hebben gecreëerd waarin ondernemers zeer veel vrijheid hebben om hun strategie juridisch te onderbouwen.”
De klassieke bvba valt weg. Nochtans was die voor veel ondernemingen een ‘one size fits all’-structuur, die goedkoop uit de grond werd gestampt en waar men alle kanten mee uit kon. Nu moet bij de oprichting altijd worden ingevuld wat binnen de bv kan en wat niet. Ook de financiële opvolging wordt complexer. Zal dat niet leiden tot een duurdere factuur voor juridisch en financieel advies?
GEENS. “De besloten vennootschap kan op maat worden gesneden en voor vele doeleinden worden ingezet. In het begin zullen de juridische en financiële adviseurs de grenzen aftasten, maar na verloop van tijd zullen er standaardpakketten worden uitgewerkt.
“De oprichting wordt niet complexer. Er is geen minimumkapitaalvereiste meer. Heel wat technische kapitaalregeltjes zonder economisch nut vallen weg. Het bedrijfsbeheer wordt eenvoudiger. Uiteraard blijft een toereikend eigen vermogen nodig. Bovendien garandeert de nieuwe wettelijke omgeving dat de vennootschap ook zonder minimumkapitaal niet ondergefinancierd wordt. Bij elke uitkering van een dividend is er een liquiditeits- en solvabiliteitstest. Die beschermt klanten en leveranciers tegen bestuurders die zich onverantwoordelijk gedragen.”
Waarom wordt de aansprakelijkheid van bestuurders voor fouten beperkt?
GEENS. “Het arbeidsrecht ontslaat werknemers van de aansprakelijkheid, tenzij bij zware fouten. Revisoren zijn voor fouten tegenover derden beperkt aansprakelijk tot een bedrag van maximaal 12 miljoen euro. Niemand in het bedrijfsleven was nog onbeperkt aansprakelijk voor fouten, behalve bestuurders. Vandaar de aanpassing.
“Revisoren wentelen hun aansprakelijkheid af op hun bedrijf met diepe zakken. Bovendien kunnen ze zich gemakkelijk verzekeren. De bestuurder betaalt de schadevergoeding uit eigen zak. Verzekeringsondernemingen konden het risico van die bestuurdersaansprakelijkheid bovendien moeilijk inschatten.”
De beperking van de bestuurdersaansprakelijkheid geldt niet voor zware fouten en veel voorkomende lichte fouten. Holt dat het principe van de beperkte aansprakelijkheid niet uit?
GEENS. “Dat was een compromis. Wij lieten het plafond in kleine ondernemingen halveren tot 125.000 euro.
“Ik begrijp de kritiek niet goed. De situatie is beter dan vroeger, want ik heb de aansprakelijkheid ingeperkt tot het niveau van andere beroepen. Niet over de hele lijn, enkel voor gewone fouten. Maar die aansprakelijkheid kan worden verzekerd. Het is simpel. Wie onvoorzichtig is en door het rood rijdt, kan worden verzekerd. Wie dat met opzet doet, is niet verzekerd.”
Zal de discussie over de aard van de fout geen aanleiding geven tot rechtsonzekerheid, omdat de rechtspraak de reikwijdte nog moet invullen?
GEENS. “Een bestuurder komt maar een keer per maand in een bedrijf. Hij zal dus zelden een veel voorkomende lichte fout – verwaarlozing, bijvoorbeeld – maken. En het is toch geen probleem dat een bestuurder die een zware fout begaat, daarvoor verantwoordelijk wordt?
Het meervoudige stemrecht wordt ingevoerd. Wijlen Albert Frère (GBL) was een prominente voorstander van wat hij de beloning van trouwe aandeelhouders noemde. Zichzelf, dus. Staat die positieve discriminatie van oud kapitaal niet haaks op het moderne kapitalisme van aandeelhouderswaarde, waar één aandeel het recht geeft op één stem?
GEENS. “Het meervoudige stemrecht geldt niet alleen voor oud kapitaal. Ook trouwe minderheidsaandeelhouders kunnen een blokkeringsminderheid opbouwen.
“Europa wilde de regel van één aandeel, één stem overal invoeren, maar mislukte daarin grandioos. Andere landen bemoeilijken al jaren vijandige overnames via het meervoudige stemrecht. In Frankrijk en Italië werd het dubbele stemrecht zelfs ingevoerd als een algemene regel. Wij bewandelen met de opt-informule de middenweg tussen het principe van de verankering en het orthodoxe kapitalisme.
“Ik vind de discussie over de bescherming tegen vijandige overnames nogal ironisch. Het orthodoxe kapitalisme wordt vooral ingeroepen door buitenlandse groepen op overnametocht, die zelf stevig zijn verankerd. De staalgroep Mittal was tot de tanden toe bewapend tegen alle aanvallen door Nederlandse structuren, terwijl ze vrij gemakkelijk Arcelor kon overnemen. We hebben in België lang gehoopt dat Europa een gelijkwaardig speelveld zou creëren voor overnames over de grenzen heen, maar dat is er nooit van gekomen. Het gevolg was dat buitenlandse groepen in België vrij spel kregen bij overnames. Dat hoeft nu niet meer te gebeuren.”
De nieuwe vennootschapswet levert ook instrumenten voor de familiale verankering.
GEENS. “Klopt. Er is de mogelijkheid dat een pater familias het gros van de aandelen aan zijn kinderen overlaat, maar met enkele aandelen een veto creëert over zijn ontslag als enige bestuurder. Vroeger gebeurde dat met een moeilijke constructie van de commanditaire vennootschap op aandelen. Die liet toe dat de bestuurder vrij autonoom kon beslissen zonder de volledige controle van de algemene vergadering. In een nv met één bestuurder kan de patron nu hetzelfde resultaat bereiken.”
Als vennoot van het advocatenkantoor Eubelius knutselde u dat soort structuren in elkaar. Denkt u dat u al de nieuwe regels als advocaat zal moeten toepassen?
GEENS. “Ik denk het niet, want ik zal geen advocaat meer worden.” ( lacht hartelijk )
U schrijft aan het koninklijk besluit met de plafonds van de tarieven voor een advocaat bij een rechtsbijstandsverzekering. Zullen die richtinggevend worden voor de hele advocatuur?
GEENS. “De tarieven zullen voor advocaten die vandaag minder vragen, aantrekkelijk zijn. Andere advocaten moeten met de cliënt op voorhand afspreken dat ze meer zullen vragen. Vergelijk het met een dokter, die ook meer mag vragen dan de afgesproken terugbetalingstarieven, maar dat jaarlijks moet aankondigen.”
Kunt u inschatten of uw gewezen vennoten genoegen zullen nemen met het tarief dat u zal voorstellen?
GEENS. “De vergelijking gaat niet op, omdat het een rechtsbijstandsverzekering voor particulieren is. Heel wat kantoren, zoals het mijne vroeger, hebben enkel ondernemingen als cliënt. Die kunnen erelonen fiscaal aftrekken.”
Lees u Kaaiman?
GEENS. ( Grijnst ) “nee.”
De wat cynische commentator van De Tijd noemt de nieuwe vennootschapswet de “wet-Eubelius”, geschreven door uw voormalige medewerkers.
GEENS. “Eén van mijn vennoten, professor aan de KU Leuven (Marieke Wyckaert, nvdr ), was een van de vier experts die het kabinet gratis bijstonden bij de voorbereiding. Veel andere professoren en advocatenkantoren hebben eraan gewerkt. Verder wens ik daar niets over kwijt.”
Hoopt u op een tweede mandaat als minister van Justitie?
GEENS. “Ik ben zo wijs geworden dat ik voor mezelf niets meer hoop, maar het beste voor de wereld. We zien wel wat het wordt. Que sera sera.”