Minister van Justitie, Koen Geens, betreurt dat voormalige regeringspartij N-VA de steun aan het Brussels Internationale Business Court (BIBC) momenteel opzegt.
De wet om de BIBC op te richten werd nochtans tweemaal door de N-VA goedgekeurd in de commissie Justitie van de Kamer. In september 2018 verwoordde de partij haar mening nog in het volgend persbericht:
Begin citaat
Kristien Van Vaerenbergh ziet in de oprichting van het BIBC een kans om ook de rechtsgang voor de burgers te verbeteren. “Het BIBC mag geen negatieve impact hebben op de Belgische Justitie. Het is niet de bedoeling een kaviaarrechtbank op te richten, maar een orgaan dat snelle rechtspraak moet garanderen. Hier zal een stevig prijskaartje tegenover staan, dat later bij KB bepaald wordt. Het inschrijvingsgeld zal dus hoog genoeg moeten liggen, zodat het gebruik van personeel en magistraten van het Hof van Beroep in Brussel volledig gecompenseerd kan worden. “Het overschot van de middelen moet in Justitie geïnvesteerd worden”, stelt Kristien Van Vaerenbergh. “Het BIBC kan de aantrekkelijkheid van Brussel vergroten voor internationale handel, maar dit mag absoluut niet tot gevolg hebben dat de andere procedures hierdoor (nog) trager zouden verlopen.”
De speciale ondernemingsrechtbank zal enkel in het Engels werken en naast professionele rechters zullen er ook topexperten uit binnen- en buitenland kunnen zetelen.
Einde citaat
Het loslaten van het BIBC zou een gemiste kans zijn. Tot op heden kan voor Belgische rechtbanken alleen in het Nederlands, het Frans of het Duits geprocedeerd worden, wat niet steeds nuttig is in een internationale commerciële context, waarvan de voertaal vaak het Engels is. Als gevolg daarvan moeten internationale handelspartijen zich tot buitenlandse rechtbanken of arbiters wenden om hun geschillen te beslechten. Dit strookt niet met het streven van onze hoofdstad om zich te profileren als draaischijf van het internationale zakenleven. Door de nakende Brexit – waardoor de rechtbanken van het Verenigd Koninkrijk ongeschikt worden voor Europeesrechtelijke betwistingen – wordt die behoefte alleen maar vergroot. De oprichting van het BIBC tracht daaraan tegemoet te komen.
Om dezelfde reden heeft men in Nederland onlangs de Netherlands Commercial Court (NCC) opgericht. De NCC behandelt sinds 1 januari 2019 zaken standaard in het Engels en doet in het Engels uitspraak. De procedure is volledig toegesneden op een zo efficiënt mogelijke behandeling van complexe zaken. Hetzelfde gebeurt in Frankrijk, waar binnen het hof van beroep van Parijs een kamer wordt opgericht die gespecialiseerd is in het beslechten van internationale handelsgeschillen en waarvoor de debatten in het Engels gevoerd zouden kunnen worden.
Minister Geens zou graag hebben dat België evenzeer zo’n zaken in het eigen land zou kunnen laten pleiten. Anders zullen bedrijven genoodzaakt zijn daarvoor naar het buitenland uit te wijken. Het is evident dat de minister de door de N-VA geuite bezwaren in het parlement kan en zal weerleggen.