Afgelopen donderdag keurde het parlement de wetswijziging, ingediend door Raf Terwingen, voor een betere werking van de rechterlijke orde en van de Hoge Raad voor de Justitie goed.
Om zijn rol als externe toezichthouder op de rechterlijke orde te versterken, krijgt de Hoge Raad voor de Justitie op het stuk van audit en onderzoek naar de algemene werking van justitie nieuwe mogelijkheden toegekend. Ook moeten plaatsvervangende rechters en raadsheren slagen in een examen en een verplichte deontologische opleiding volgen. Daarmee komt België tegemoet aan de kritiek van de Europese Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO).
Minder corruptie, meer ethiek
België werd in het verleden een aantal keer op de vingers getikt door de GRECO omdat het zijn aanbevelingen onvoldoende heeft gevolgd. Met de wetswijziging komt Justitie tegemoet aan die kritiek. De raad van Europa richtte de GRECO op in 1999 om lidstaten te helpen bij het bestrijden van corruptie, die zowel aanbevelingen formuleren voor de magistratuur, het parlement als voor andere instituties.
Dankzij de wetsaanpassing zal de Hoge Raad voor de Justitie plaatsvervangende rechters en raadsheren kunnen aanwerven via een specifiek examen. De plaatsvervangende rechters moeten bovendien verplicht een deontologische opleiding volgen waarvan de inhoud wordt bepaald door het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding. Ook lekenrechters, bijvoorbeeld in sociale zaken, krijgen een opleiding deontologie.
Snellere tussenkomst door de Hoge Raad
Dankzij de wetswijziging krijgt de Hoge Raad meer slagkracht. De Raad zal niet langer enkel afgesloten gerechtelijke dossiers kunnen inkijken, maar ook lopende waardoor problemen bij de werking van een rechtbank sneller kunnen worden vastgesteld. Als een magistraat weigert mee te werken, kan de Hoge Raad ook de zaak rechtstreeks overmaken aan de tuchtrechtbank, zonder zelf een tuchtonderzoek te voeren.
Betere info-uitwisseling binnen de Hoge Raad
Terwijl vandaag binnen de Hoge Raad de onderzoekscommissie haar informatie niet mag uitwisselen met de benoemingscommissie, zal dit in de toekomst wel mogelijk zijn. Hierdoor zullen eventuele klachten over de werking van een magistraat ook in rekening kunnen worden gebracht bij een latere benoeming.