Ze liet zich een week lang opsluiten in de gevangenis van Hasselt en roept nu op om op een fundamenteel andere manier te gaan nadenken over ons gevangenissyteem. Hoog tijd dus voor een dubbelgesprek tussen Anniek Gavriilakis, directeur van Bond Zonder Naam, en Justitieminister Koen Geens (CD&V).
Met veroordeelde gedetineerden samen sporten, werken in het atelier of de toiletten poetsen. De Hasseltse Anniek Gavriilakis deed het een week lang allemaal. Wat ze aan die ervaring overhield, is een fundamentele twijfel over ons huidig gevangenissysteem. “Al 200 jaar doen we hetzelfde. Ik vind het mijn taak, en eigenlijk die van alle burgers, om deze status quo in vraag te stellen”, zegt Gavriilakis. “Want als je de hoge recidivecijfers ziet ( één op twee gevangenen hervalt, nvdr), dan klopt er iets niet aan ons huidig systeem. Is dit vandaag nog zinvol? Garandeert het onze veiligheid? Of geeft het net een vals veiligheidsgevoel?”
Wat moet er veranderen volgens u?
Gavriilakis: “Ik zie vandaag al mooie projecten zoals de drugsvrije afdelingen in bijvoorbeeld Hasselt, waar gedetineerden weer kleur krijgen, weer spieren kweken. Dat is superbelangrijk als we recidive willen terugdringen. Maar in de eerste plaats moeten we de samenleving veel meer betrekken bij ons gevangenissysteem. Muren tussen mensen hebben nog nooit iets verbeterd, integendeel. Controle en veiligheid zullen ook in de toekomst topprioriteit blijven voor sommige groepen, maar anderzijds moeten we veel meer durven differentiëren. Met straffen en strafinvulling op maat. En kleinere detentiehuizen, in plaats van de grotere mastodonten. Zo kan er een connectie gemaakt worden met de buitenwereld, met gevangenen die bijvoorbeeld fietsen repareren. Neem nu de gevangenis van Hasselt. Daar ligt een grasveld dat niet gebruikt wordt. Je kan daar groenten planten, iemand verantwoordelijk maken daarvoor. Maar daar is vandaag heel weinig marge voor. Het werk dat ik gedaan heb, was vrij primitief. Ik heb knopen aangenaaid, gestreken, wc's gepoetst. Wat je eigenlijk wil, is dat iemand die Belgisch kampioen atletiek is geweest ook personal coach kan zijn in de fitnesszaal van de gevangenis. Vandaag kan maar de helft van de gevangenen werken, terwijl het zo belangrijk is voor de structuur om slachtoffers terug te betalen, te tonen dat je iets teruggeeft.”
Waarom wordt daar niet meer in geïnvesteerd, mijnheer Geens?
Geens: “Ondernemingen hebben een bedrijfszekerheid nodig. En de gevangenis kan die niet altijd geven. Bedrijven in de sociale economie bieden vaak ook dezelfde diensten aan. Maar heel belangrijk in alles wat je doet is een draagvlak. Wat ik interessant vind, is daarom niet haalbaar. De vraag is wat de finaliteit van de gevangenis moet zijn. Voor heel wat mensen is dat vergelding. Voor anderen is dat veiligheid. En voor nog anderen is het de herintegratie in de samenleving. Dat zijn drie heel verschillende doelstellingen. Voor velen stopt het bij nummer een en twee. Over het derde wil men pas nadenken als de straf haar onvermijdelijk einde nadert. Maar op termijn zullen we denk ik iets anders moeten doen met onze gevangenissen.”
Gavriilakis: “Maar we doen wel al tweehonderd jaar hetzelfde.”
Geens: “Ja, maar voordien deden we al duizenden jaren hetzelfde. Het evolueert dus traag. Maar op termijn zal men zich de vraag moeten stellen of men niet veel meer de nadruk moet leggen op herintegratie. Maar dat is niet zo eenvoudig, want er zijn mensen die vandaag zelfs opnieuw over de doodstraf beginnen te spreken.”
Binnenkort openen twee kleine transitiehuizen in stadscentra. Is dat een eerste stap in deze richting?
Geens: “Het gaat om twee keer honderd plaatsen. Waar gevangenissen vroeger in de stad werden gebouwd, zijn we ze steeds excentrischer, verder weg van de bewoonde wereld gaan bouwen. Door terug dichterbij te komen, kunnen de gedetineerden makkelijker gaan werken, al zal alles nog altijd in een beveiligde context gebeuren. Wellicht zullen deze projecten nog voor het einde van de legislatuur worden gegund. Bedoeling is dat gedetineerden er worden voorbereid op hun vrijlating. Maar er zijn voor alle duidelijkheid nu ook al mensen die overdag werken en 's nachts in de gevangenis zitten. We moeten ook niet doen of we totaal achterlijk zijn. Dat is niet zo. Maar we zullen dus verdergaan in deze richting. Want het klopt dat de recidiviteitsgraad veel minder zal zijn als de straffen aangepast zijn.”
Gavriilakis: “De initiatieven die de minister al in die zin heeft genomen vind ik getuigen van een empathie die ik heel graag meer wil zien in de politiek. Want vandaag is het echt niet simpel om als politicus over gevangenissen na te denken met een herstelgerichte visie. Je maakt je daar echt niet populair mee, want het draagvlak ontbreekt. We spreken altijd over gevangenen, maar nooit met hen. Net dat wilde ik doen. En dat zouden veel meer mensen moeten doen. Want pas als je met de mensen zelf spreekt, wordt een problematiek tastbaar. Voor heel veel mensen is dit een ver-van-mijn-bedshow, maar het gaat over hun eigen veiligheid. Mensen hebben geen idee van die hoge recidivecijfers. Het is heel belangrijk om iemand een straf te geven als die iets misdaan heeft, maar het is een illusie om te denken dat de schaduw van de samenleving verdwijnt als je die achter de tralies zet. 98 procent van de gedetineerden komt weer vrij. Ze worden uw buur, staan naast u aan de kassa. Dan wil je toch een ander verhaal?”
Waarom ligt dit dan toch zo gevoelig als de opbrengst voor de hand ligt?
Geens: “Er zijn veel mensen die zeggen: precies omdat er gerecidiveerd wordt, moet je ze niet vrijlaten. De publieke opinie van het tegendeel overtuigen is niet eenvoudig. Dus is mijn antwoord heel voorzichtig. We geven in de samenleving enorm veel tweede kansen. Een nulrisico bestaat niet, maar het is toch altijd de moeite om het zo goed mogelijk te proberen? Want mensen beseffen onvoldoende dat dit over hen gaat. Iedereen kan een kind op de wereld zetten dat verslaafd geraakt aan drugs. Of psychopathisch is. Dit gaat over ons, niet over Marsbewoners.”
Bond Zonder Naam leidde vijf ex-gedetineerden op tot spreker voor (hoge)scholen, verenigingen en bedrijven. Ze vertellen over hun tijd voor, tijdens en na hun gevangenisstraf. Info en boekingen via [email protected]