De regering en de Kamer zijn reeds bezig met de invoering van de transparantieregels rond de financiering van erediensten. Dat stelt minister van Justitie Koen Geens na de publicatie van de studie over de erkenningscriteria van erediensten in Vlaanderen vrijdagochtend. Geens wijst erop dat de Kamer donderdag een wetsvoorstel, dat de regering eind augustus reeds goedkeurde, in overweging genomen heeft.
Het wetsvoorstel voorziet in de veralgemeende neerleggingsplicht voor de jaarrekeningen van verenigingen en stichtingen, ongeacht hun grootte, bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België. Het zal in de toekomst ook verplicht zijn voor alle verenigingen en stichtingen om een register van de inkomende en uitgaande giften, van en naar het buitenland, bij te houden. Dit register kan, net als het register van de leden, op eenvoudig verzoek door de overheidsdiensten worden ingezien.
Kleine verenigingen die slechts zeer uitzonderlijk dergelijke giften (minder dan 3.000 euro in een boekjaar) ontvangen of verrichten worden vrijgesteld van het bijhouden en neerleggen van het register, licht minister Geens toe. Koen Geens wijst er ook op dat de representatieve organen van de erediensten in een gemeenschappelijke verklaring aan premier Michel en hemzelf aangegeven hebben financieringen vanuit het buitenland te willen voorkomen die rechtstreeks of onrechtstreeks afbreuk zouden kunnen doen aan hun onafhankelijkheid.
Daarnaast verbonden zij zich ertoe alles in het werk te stellen om de transparantie en de integriteit te waarborgen van de financiële stromen binnen de entiteiten waaruit de organisatie bestaat. Op 26 maart wordt een charter van goed beheer ondertekend. Voorts is op 29 september 2017 de vernieuwde omzendbrief rond de veiligheidsaspecten bij de erkenning van de lokale geloofsgemeenschappen in werking getreden.
'Ik en mijn partij zijn steeds voorstander geweest van een goede erkenningsprocedure voor erediensten, waaronder ook voor moskeeën. Beter een erkende moskee waar we een voet tussen de deur hebben, dan een garagemoskee. Daarom heb ik de laatste jaren niet stilgezeten om dit te verwezenlijken. De veiligheidsaspecten zijn aangepakt en ik ben ook bezig met striktere regels rond buitenlandse financiering. Het rapport is een positief werkstuk. Jammer dat het zolang op zich liet wachten, temeer daar nu nog een proeftermijn van 3 tot 5 jaar in het vooruitzicht wordt gesteld', besluit de minister van Justitie.