Het Belgisch gerecht heeft een proactief vervolgingsbeleid gehanteerd. Dankzij de inzet van het federaal parket zijn sinds januari 2015 370 personen definitief veroordeeld voor terroristische misdrijven. Veel van de veroordelingen (ongeveer een 170-tal) betreffen Syriëstrijders die veroordeeld zijn op verzet omdat ze nog in Syrië zitten of dood zijn. Indien ze nog leven kan bij aantreffen, moeten ze onmiddellijk naar de gevangenis. Minister van Justitie, Koen Geens, stelt zich de vraag of het automatisch de nationaliteit afnemen van Syriëstrijders met een dubbele nationaliteit (waaronder de Belgische) wel echt de oplossing is. De kans is immers reëel dat deze Syriëstrijders van de bestaande migratiestromen gebruik zullen maken om naar ons land terug te keren en onder de radar verdwijnen. Mensen die in illegaliteit verdwijnen zijn moeilijker op te volgen. Dit is niet zo als je ze hier berecht (of ze reeds bij verstek veroordeeld zijn), in de gevangenis stopt hun straf laat uitzitten en nauwlettend opvolgt. Het van rechtswege afnemen van de nationaliteit is ook geen oplossing voor die Syriëstrijders die een dubbele Europese nationaliteit hebben, bv. Belg-Franse of Belg-Duitse. Ook zonder de Belgische nationaliteit, kunnen zij Europa binnenkomen. Voor de veiligheid van het land en uit respect voor de slachtoffers is het belangrijk te weten waar ze zich bevinden en moet een ongecontroleerde terugkeer kost wat kost vermeden worden. De nationaliteitswet werd overigens aangepast in 2015 bij het eerste pakket anti-terreurmaatregelen. Naast de strafrechtelijke gronden voor het intrekken van de nationaliteit door de rechter kan ook een burgerrechtelijke procedure opgestart worden als iemand niet voldoet aan zijn burgerplichten. Die wetgeving om de nationaliteit in te trekken wordt ook effectief toegepast. Het parket heeft de laatste jaren de intrekking van de nationaliteit van verschillende terreurveroordeelden gevorderd. De meeste bekende is Belkacem. Koen Geens: “Ik wens geen vals gevoel van veiligheid creëren, ik help liever mee aan echte veiligheid. We moeten kunnen weten waar Syriëstrijders zich bevinden om hen te controleren en op te volgen. Alleen zo vormen ze geen bedreiging.” In de Wet Diverse Strafzaken II (goedgekeurd door de Ministerraad op 31/08/2018) heeft de Minister de aanbeveling van de ‘Parlementaire Onderzoekscommissie over de aanslagen van 22 maart 2016’ ter harte genomen om de opvolging van Syriëstrijders te verstrengen (zoals bijvoorbeeld het volgen van een deradicaliseringstraject als voorwaarde voor de toekenning van een strafuitvoeringsmodaliteit). Dit wetsontwerp heeft NVA ingediend bij monde van mevrouw Sophie De Wit. Er wordt samengewerkt om deze wet nog gestemd te krijgen deze regeerperiode. |
Geen vals gevoel van veiligheid, maar echte veiligheid
op 17 februari 2019 19:35 • Persbericht