De Minister van Justitie heeft kennisgenomen van het vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel van 9 januari 2019 waarbij de Belgische Staat werd veroordeeld omwille van de overbevolking in de gevangenissen van Vorst en Sint-Gillis. De veroordeling houdt o.a. in dat de Belgische Staat binnen 6 maanden het aantal gedetineerden moet afstemmen op het aantal plaatsen, zo niet dienen dwangsommen te worden betaald. De Minister laat de precieze inhoud en de gevolgen van het vonnis door zijn diensten analyseren.
Hij wijst erop dat de Regering reeds belangrijke initiatieven (o.a. met de uitstroom van geïnterneerde personen en met de effectieve terugwijzing van veroordeelden zonder verblijfsrecht) heeft genomen om de overbevolking in de gevangenissen te laten afnemen. Waar de gemiddelde dagelijkse bevolking in 2014 nog 11.578 gedetineerden bedroeg, met pieken tot bijna 12.000, is dit cijfer teruggedrongen tot 10.208 op vandaag.
De Minister betreurt tevens de lijdensweg die de bouw van nieuwe gevangenissen moest doormaken door verschillende gerechtelijke procedures die tegen de Belgische staat werden aangespannen. Zo was de ingebruikname van de gevangenis van Haren met een capaciteit van 1.190 celplaatsen, ter vervanging van de verouderde Brusselse gevangenissen, voorzien voor het jaar 2016. De vertraging had o.a. tot gevolg dat de helft van de gevangenis van Vorst moest worden gesloten om veiligheidsredenen zodat een stuk van die populatie naar Sint-Gillis moest worden overgeheveld. De werken in Haren zijn de voorbije maanden eindelijk aangevat.