Het zou een interessant duel kunnen zijn, dat tussen Koen Geens en Hendrik Bogaert. De Vlaams-Brabantse en West-Vlaamse lijsttrekker voor CD&V personaliseren de identitaire spreidstand van hun partij. 'Mensen opvoeden tot wereldburgers klinkt misschien elitair. Maar het gaat ook over K3 en Mohamed El Bachiri.'
Jan-Frederik Abbeloos
Brussel'Ik weet zeker dat het voor de mens en mensheid de grote uitdaging is om zich die nieuwe werkelijkheid van een globale en onderling afhankelijke wereld eigen te maken, zodat onze oude instincten veranderen. Ons groepsinstinct moet geleidelijk transformeren naar een wereldburgerschap.' Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) tekent in zijn pas verschenen boekje Wat ik ervan begrijp een onbeschaamd pleidooi op voor wereldburgerschap en de internationale aanpak van maatschappelijke uitdagingen zoals migratie. Geen evidente boodschap in tijden waarin multilateralisme opnieuw gewantrouwd wordt en wereldburgers soms scheef bekeken worden als ontwortelde 'burgers van nergens', zoals de Britse premier Theresa May het formuleerde.
Het werkstuk van Geens leest als commentaar op de actualiteit, zelfs al ging het nog voor de heisa over het VN-Migratiepact naar de drukker. Een bijbehorend filmpje en een reeks mediaoptredens onderstrepen de boodschap. Geens wil vooral tonen waarom angst een slechte raadgever is. 'Zolang ik leef, lijken we van crisis naar crisis te gaan. Maar we komen die ook telkens te boven, vooral omdat we net meer gaan samenwerken zijn', zegt Geens in een gesprek met De Standaard.
Confucius en Aristoteles
En dus moeten mensen opgevoed worden tot wereldburgers. 'Dat klinkt misschien elitair, dat besef ik, maar het gaat ook over de boodschap van K3's “Van Afrika tot in Amerika” tot de woorden van Mohamed El Bachiri (die zijn echtgenote verloor bij de aanslagen van 22 maart, red.) dat elke mens zich Aristoteles, Confucius en de andere groten mag toe-eigenen. K3 en El Bachiri zijn geen professoren die met moeilijke woorden spreken, hé.'
De maatschappelijke angst die rondwaart, wijt Geens aan onzekerheid over de eigen identiteit. 'En dan komt een pluralistische samenleving, die openstaat voor andere meningen, onder druk. Er moet net meer vertrouwen komen in onze nationale en internationale rechtsregels. In onze vrijheid van meningsuiting, van geloof, de scheiding tussen kerk en staat, de Europese mensenrechten. Dát maakt deel uit van onze identiteit.' Geens wantrouwt wie het buikgevoel van de angst aanwakkert in plaats van het te corrigeren, wie die angst kanaliseert om uit te sluiten eerder dan om die angst te overstijgen.
De minister is al langer bedreven in het bekritiseren van de N-VA zonder de partij bij naam te noemen - 'Ik kies ervoor om niet controversieel te zijn.' Maar zijn boodschap lijkt evenzeer gericht aan het adres van partijgenoot Hendrik Bogaert, al ontkent Geens dat. 'Ik heb tijdens het schrijven geen moment aan Hendrik gedacht.' Nochtans leest diens boekje In vrijheid samenleven van exact een jaar geleden als het soort werk waar Geens vandaag voor waarschuwt.
Bogaerts essay was een onderbouwing van het verregaande voorstel om het dragen van grotere en zichtbare religieuze tekens te verbieden voor religies met meer dan 5 procent aanhang in de bevolking. Door de formulering viseerde Bogaert bijna openlijk de islam. Hij maakte er ook geen geheim van dat zijn boodschap een correctie was op het officiële CD&V-standpunt inzake pluralistische dialoog, de lijn-Geens zeg maar. 'In West-Vlaanderen leeft het aanvoelen dat we naar moeilijke tijden gaan in onze relatie met de islam', klonk het toen. 'Officieel kiest CD&V nog altijd voor “dialoog'' en natuurlijk is dat goed. Maar die uitleg volstaat voor veel mensen niet meer.'
Spookrijder als lijsttrekker
Het 'groepsinstinct' primeert bij Bogaert. Zowel Geens als Bogaert hanteert een communitaristische logica, waarbij de vrijheid van individuen beperkt kan worden wanneer die anders de hele gemeenschap schade toebrengt. Maar voor Bogaert kan ook de vrijheid van godsdienst verregaand worden ingeperkt, zo bleek. Dat was, samen met de volgens critici in eigen partij islamofobe ondertoon van het voorstel, meer dan vloeken in de christendemocratische kerk.
Toen Bogaert zijn boekje publiceerde, werd hij dan ook net niet buiten gedragen bij CD&V. Wouter Beke, Kris Peeters en andere partijtoppers waren snel om zich van hem te distantiëren. Het moest duidelijk zijn dat de 'spookrijder op het middenvak' ver van de partijlijn stond. Die duidelijkheid verdampte vorige maand toen Bogaert als federaal lijsttrekker werd aangeduid in West-Vlaanderen.
De partij is zich bewust van haar spreidstand. Dat Bogaert lijsttrekker mag worden, heeft hij te danken aan zijn grote loyauteit, heet het. En natuurlijk aan zijn lokale populariteit - hij was alweer hét stemmenkanon in Jabbeke bij de gemeenteraadsverkiezingen. Zijn kandidatuur werd uiteindelijk bijna unaniem aanvaard door de algemene vergadering.
Tegelijk is het besef er dat de bandbreedte klein is in een gepolariseerd debat zoals dat over identiteit en migratie. 'Zeker lijsttrekkers moeten het project van de partij uitdragen', zegt CD&V-woordvoerder Steffen Van Roosbroeck. 'Ook met Hendrik zijn daarover afspraken gemaakt.' Bogaert moet zich straks in de tv-studio's dus houden aan de partijlijn, geeft hij toe. 'Ik zal het debat ook niet meer oppoken. Maar ik blijf natuurlijk bij wat ik geschreven heb.' Bogaert wil zijn gedachten uitwerken in een nieuw essay. 'Dat is voor later.'
Evenwichtsoefeningen
Conclusie: Bogaert moet de partijlijn volgen en tegelijk de centrumrechtse West-Vlamingen aan boord houden. Dat worden interessante evenwichtsoefeningen.
De meest probate manier om dat risico te omzeilen is om het thema zelf te vermijden, vindt een deel van de partij. Het is niet toevallig dat Michel II, in een mislukte poging om het eigen regeerakkoord ongemerkt te herschrijven, plots de werven veiligheid, koopkracht en klimaat naar voren schoof. Er is CD&V, maar ook Open VLD en MR veel aan gelegen om de identitaire kwesties naar het achterplan te duwen. Vandaar ook de opdracht voor minister Maggie De Block (Open VLD) om het beeld in de markt te zetten dat ze het 'chaotische' beleid van Theo Francken (N-VA) snel zou rechttrekken. Asiel en migratie moeten business as usual worden, de angel moet eruit. In de hoop dat Francken vanuit de oppositie iets minder de agenda kan bepalen. Hoop die dag na dag slinkt bij de aanhoudende aanvallen door N-VA-excellenties op de 'Marrakechcoalitie'.
En nu dreigen zelfs vervroegde verkiezingen, die zouden uitdraaien op een officieus referendum over het VN-Migratiepact. Het lijkt op een nachtmerriescenario voor een partij die, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Groen, zich moeilijker als uitdager van de N-VA kan presenteren op de identitaire as. Daarvoor is de achterban (regionaal) te verdeeld.
Maar ook intern lijkt het een dossier waar best nog wat afspraken over gemaakt worden. Pieter De Crem, toch de kersverse minister van Binnenlandse Zaken, gelooft niet in een Europese islam en zit qua scepsis over het VN-Migratiepact dicht bij de lijn van de N-VA. Ook Bogaert vreesde op Twitter een 'gigantisch aanzuigeffect' indien er geen bijkomende verklaring zou komen die stelt dat het compact niet voor de rechter ingeroepen kan worden.
Die verklaring is er nog altijd niet, het VN-Migratiepact is er wel. Zowel De Crem als Bogaert zit te wachten op zo'n verklaring, eerder dan op het boek van Geens. Hun 'groepsinstinct' is nog lang niet getransformeerd tot het wereldburgerschap. De vraag is zelfs of ze daar enige ambitie toe hebben.
Wat ik ervan begrijp van Koen Geens is uitgegeven bij Polis