Ze dwepen met fair play, de sporters. En toch kreeg het meldpunt sportfraude elf meldingen van matchfixing in 2017. Een recordaantal. “De meldingen moeten nog sneller gebeuren”, zegt N-VA-Kamerlid Brecht Vermeulen. “Dit is slechts het topje van de ijsberg.”
Een bal uitslaan in de vierde set. Of een onderlinge afspraak om een degradatie te voorkomen. Het meldpunt sportfraude kreeg elf meldingen van matchfixing in 2017, een recordaantal. In de eerste zes maanden van 2018 staat de teller al op zes. Tijdens de eerste drie jaar kreeg het meldpunt jaarlijks amper twee (2014 en 2016) tot drie (2015) klachten binnen. Al beperkte de zoektocht zich toen tot matchfixing in het voetbal. Dat blijkt uit cijfers die Kamerlid Brecht Vermeulen (N-VA) opvroeg bij minister van Justitie Koen Geens (CD&V).
“De cijfers zitten in stijgende lijn, maar het meldpunt verdient nog meer aandacht”, zegt Vermeulen. “Zo kunnen verdachte wedstrijden nog sneller onder de aandacht worden gebracht. Dit is slechts het topje van de ijsberg.”
Alle 24 klachten werden onderzocht door het federaal parket. Bij veertien kwam het tot strafrechtelijke vervolging, waarvan zes in het voetbal. “Er worden drie profclubs onderzocht, een belofteteam, een amateurclub én een wedstrijd op een officieel buitenlands toernooi”, aldus Vermeulen.
Ook in tenniswereld
Volgens minister Geens lopen de andere klachten vooral in de tenniswereld. “Daar worden onregelmatigheden sneller vastgesteld dan bij een sport met minder kijklustigen”, aldus minister Geens. “En ook de gokmaffia is niet altijd betrokken. In 80 procent van de gevallen worden wedstrijden gemanipuleerd om sportieve redenen, bijvoorbeeld om niet te degraderen of om kampioen te kunnen spelen.”
De eerste strafzaak, uit 2014, wordt momenteel voor de rechtbank gebracht. “Maar in het belang van het onderzoek, kunnen we niet bekendmaken om welke club het gaat”, aldus Geens. (myde, agy)