Mesdames, messieurs,
Comme les autres parties du rapport, la partie “architecture de sécurité” du rapport de votre commission d’enquête sert de guide pour nos travaux depuis plus d’un an.
C’est un rapport imposant contenant un nombre impressionnant de recommandations qui ont été méthodiquement passées en revue avec les différents services.
Avant de répondre à vos questions, permettez-moi d’insister sur quelques secteurs et mesures en suivant le cycle ou la chaîne de la sécurité.
- S’agissant toute d’abord de la coopération entre les deux services de renseignement, des discussions intensives ont eu lieu entre les deux services pour clarifier leur coopération et accroître les synergies. Ils ont préparé un projet de plan stratégique du renseignement. Il sera soumis au Conseil national de sécurité dès la fin des vacances d’été. Ce plan stratégique définit précisément par exemple la relation entre les deux services ainsi que la question de savoir qui prend le lead sur quelle type de menace et sur quel type de discipline dans la collecte des données. Il définit aussi les outils et les enceintes de concertation. En particulier, un échange d’officiers de liaison est prévu et est déjà mis en oeuvre. Un comité de suivi composé des deux directions est également mis sur pied avec des réunions mensuelles.
- Ten tweede, zijn ook inspanningen gebeurd wat betreft de aanbevelingen ten aanzien van de gerechtelijke politie. Ik heb daartoe op regelmatige basis overleg met de directeur-generaal van de gerechtelijke politie en met de gerechtelijke directeurs.
- De onderzoekscommissie verrichte verschillende aanbevelingen over de kennisgave en de motivering van seponeringen door het federaal parket aan de lokale parketten. Wat de seponeringen van gefederaliseerde terrorismedossiers en de buitenvervolgingstellingen die in dergelijke dossiers worden uitgesproken betreffen, licht het federaal parket thans steeds de betrokken lokale parketten, de inlichtingendiensten en de betrokken directie van de federale gerechtelijke politie in. Daarbij wordt ook steeds een omstandige motivering van de beslissing meegegeven. Dit stelt de andere partners in staat om het dossier verder op te volgen op bestuurlijk niveau of in de lokale task force.
- Nous avons aussi bien avancé dans la mise sur pied du Joint Information Center et du Joint Decision Center. Les principes et les modalités ont été préparés par les services, sous la coordination du procureur général de Bruxelles. Le document final devrait être approuvé ce vendredi au Conseil national de sécurité. Le Joint Information Center et le Joint Decision Center seront, dans un premier temps, seulement entièrement opérationnel à Bruxelles qui servira aussi de projet pilote. Nous avançons toutefois aussi dans les autres ressorts mais dans un premier temps sous la forme du « MoU » qui avait été mis en place à Bruxelles.
- Le radicalisme en prison est visé par la quatrième partie de votre rapport et pas par la partie « architecture de sécurité ». J’indique toutefois déjà que nous travaillons à un 2è plan d’action. J’ai eu l’occasion d’en parler lors de l’audition qui a suivi l’attaque à Liège mais je suis à votre disposition pour en discuter.
De databanken waarmee de onderzoeken worden beheerd van alle directies van de federale gerechtelijke politie worden gekoppeld, waardoor de speurders van de ene directie –afhankelijk van hun gebruiksprofiel – aan de hand van een rechtstreekse toegang of een rechtstreekse bevraging, kunnen nagaan welke informatie aanwezig is bij de andere directies van de federale gerechtelijke politie. Het systeem wordt toegepast in alle directies, en dit voor alle onderzoeken, ongeacht het gaat over terrorisme. Dit zal de efficiëntie van de onderzoeken aanzienlijk verbeteren.
Over de samenwerking en de informatiedoorstorming tussen de directies zijn bindende richtlijnen opgesteld, die nog deze zomer door het College van procureurs-generaal zullen worden bekrachtigd. Daarmee zal ook een eenvormige definitie van de ‘regel van de derde dienst’ worden opgelegd en worden regels uitgezet over het delen van geclassificeerde informatie tussen de diensten van de federale politie. De directeur-generaal zal in de toekomst een belangrijkere rol opnemen in de operationele coördinatie van tussen de directies, om de problemen die werden vastgesteld met de “rode dossiers” niet meer mee te maken.
De omzetting van de aanbevelingen met betrekking tot de organisatie en de taakstelling van DJSOC/TERRO zit op kruissnelheid. DJSOC/TERRO werkte een dienstenaanbod uit en de ondersteuning op maat ten aanzien van de FGP-directies en andere entiteiten van de geïntegreerde politie wordt actueel via overeenkomsten verder uitgewerkt.
Ik wil ook benadrukken dat de vertraging in de vatting van gerechtelijke signaleringen, die in uw verslag werd opgemerkt, volledig is weggewerkt en dat deze vatting onder controle blijft. De diensten werken hard aan een volledige automatisering van het systeem, waar ik een prioriteit van heb gemaakt. In het voorjaar van 2019 zou de nationale uitrol van het systeem I+, waardoor opgelegde voorwaarden in real time worden meegedeeld aan de politiediensten en justitiehuizen, en deze de vaststelling van nakoming of niet-nakoming in real time kunnen meedelen aan de magistraat of de gevangenis, een feit moeten zijn.
De automatische informatieflux tussen justitie en de politiediensten over de gevolgen die aan de dossiers worden gegeven door het openbaar ministerie en de hoven en rechtbanken, werd verder uitgebouwd. De databanken van alle directies van de gerechtelijke politie waarmee de onderzoeken worden beheerd, worden dagelijks automatisch aangevuld met alle beslissingen die in de dossiers worden genomen. Nieuw is dat dit systeem ondertussen werd uitgebreid naar 20 zones van de lokale politie. Ik verwacht dat, tegen eind 2018, 75% van de lokale politiezones op dat systeem zullen aangesloten zijn en dus automatisch in kennis zullen worden gesteld van de gerechtelijke gevolgen van de door hen gevoerde onderzoeken.
De volgende stap is dat Justitie toegang zal kunnen hebben tot de databanken van de gerechtelijke politie (en de lokale recherche) om het onderzoeksdossier langs de kant van politie op te volgen. Daartoe zijn proefprojecten gestart in Brussel, Leuven, Antwerpen en Oost-Vlaanderen.
Ces Joint Information et Decision center vont permettre une évaluation commune de l’info, une prioritisation et une décision commune sur le cadre judiciaire ou de renseignement dans lequel l’enquête va se poursuivre. C’est donc aussi une partie essentielle de la réponse à la question de la judiciarisation.
Ce qui était par contre bien dans la partie « architecture de sécurité », c’est le volet de l’exécution des peines. Je l’ai aussi évoqué après l’attaque de Liège. Je voudrais insister sur quelques aspects.
Bij wet van 21 december 2017 heeft het Parlement mijn wetsontwerp m.b.t. de beveiligingsperiode goedgekeurd. De beveiligingsperiode betekent dat de rechter ten gronde bij de beoordeling van de feiten en de strafmaat mede kan bepalen dat de veroordeelden een langere tijd in de gevangenis moet verblijven vooraleer hij de strafuitvoeringsrechtbank kan verzoeken om een vervroegde invrijheidstelling te bekomen. Met andere woorden, de tijdsvoorwaarden in de strafuitvoering kunnen door de rechter ten gronde opgeschoven worden in de tijd. Eén van de misdrijven waarvoor dit geldt, zijn precies de terroristische misdrijven.
Bovendien heb ik in een wetsontwerp dat deze week in de Ministerraad wordt besproken, op basis van de aanbevelingen van uw onderzoekscommissie, het volgende geregeld:
- wanneer de strafuitvoeringsrechtbank bij de toekenning van bepaalde strafuitvoeringsmodaliteiten afwijkt van de adviezen van de gevangenisdirecteur en/of het openbaar ministerie dan moet zij dit in haar vonnis specifiek motiveren.
- de strafuitvoeringsrechtbank zal ook in het bijzonder moeten bepalen of een veroordeelde tijdens zijn voorwaardelijke invrijheidstelling het grondgebied mag verlaten, en zo ja voor welke duur en frequentie. Voor terroveroordeelden zal zij dit bijzonder moeten motiveren. Het OM staat in voor de controle daarop.
- veroordeelden voor terroristische misdrijven of veroordeelden die zijn geradicaliseerd, kunnen slechts een modaliteit van strafuitvoering of een vervroegde invrijheidstelling krijgen nadat een gespecialiseerd advies omtrent hun problematiek is opgesteld. Bovendien zal op basis van dit advies de strafuitvoeringsrechtbank de mogelijkheid hebben om bij een eventuele positieve beslissing bijzondere voorwaarden op te leggen die te maken hebben met het volgen van een begeleidingstraject tot “disengagement”.
Nous avons aussi passé en revue, avant l’attaque de Liège, les flux d’information s’agissant des personnes connues pour terrorisme ou radicalisme et qui sortent de prison.
Par ailleurs, j’ai demandé d’améliorer encore la gestion de l’information en centralisant l’évaluation et les données sur les détenus radicalisés auprès de l’OCAM et en élargissant sur ce point la banque de données commune.
Nog deze week wordt het Koninklijk Besluit ondertekend dat het directoraat-generaal penitentiaire inrichtingen als ondersteunende dienst van het OCAD aanwijst, waardoor de informatiedoorstroming tussen beide diensten zal geoptimaliseerd worden en het OCAD in eerste lijn kan ingezet worden bij de beoordeling van de dreiging van de gedetineerden.
Enfin, je peux également vous annoncer que le projet de loi que je viens d’évoquer contient aussi une augmentation du taux de peine pour une catégorie de personnes ayant commis des infractions terroristes.
Voilà mesdames et messieurs pour les quelques remarques préalables que je souhaitais faire. Il ne fait aucun doute que la mise en œuvre de vos recommandations a été un fil conducteur dans nos travaux. Ca ne veut pas dire que nous avons déjà pu tout faire. Je reste conscient du travail à réaliser. Les services en sont aussi conscients et restent pleinement mobilisés. Je continuerai de mon côté à y travailler durant cette dernière ligne droite avant la fin de la législature.