De Ministerraad gaat op voorstel van de Minister van Binnenlandse Zaken, Jan Jambon, en de Minister van Justitie, Koen Geens, akkoord met het wetsontwerp bestuurlijke handhaving. Dit ontwerp regelt de bevoegdheden van lokale besturen en burgemeesters inzake openbare overlast, openbare ordeverstoring en criminaliteit.
Door deze wet krijgen burgemeesters en lokale besturen wettelijke tools in handen om op te treden tegen ernstige en/of georganiseerde misdaad. Daarnaast kunnen ze voorkomen dat criminelen zich nestelen in het economisch en maatschappelijke weefsel van de stad of gemeente. Het gaat meer bepaald om de creatie van een systeem van uitbatingsvergunningen en – voorwaarden, en de bevoegdheden van de gemeente in het kader van de openbare orde en het voorkomen en tegengaan van criminaliteit.
Een manier van besturen die op voorhand inzet om de problemen aan te pakken vermijdt een latere strafrechtelijke afhandeling.
Dit is noodzakelijk om in de strijd tegen overlast en georganiseerde criminaliteit die het sociaal weefsel ondermijnen. Alleen zo behouden we leefbare en veilige gemeenten en steden.
Met deze nieuwe wet wordt de nieuwe gemeentewet aangepast, alsook de drugswet en de GAS-wet. Justitie en politie werken hiervoor nauw samen.
Er werd ook beslist een Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen (DIOB) op te richten die adviezen zal verlenen aan de gemeenten over aanvragers van vergunningen. Een wetsontwerp daarover is in de maak.
1. Wettelijk kader voor het vergunningsbeleid voor een gemeente
Het voorontwerp biedt de mogelijkheid aan lokale besturen om de uitbating van bepaalde activiteiten (bvb. een horecazaak, een wassalon, een autoverhuurbedrijf,…) aan een vergunning of aan voorwaarden te onderwerpen, op basis van een risico-inschatting, teneinde te verhinderen dat de uitbating zou worden aangewend voor criminele activiteiten.
De krachtlijnen van het voorontwerp zijn:
• Administratief onderzoek (bestaande uit financieel- en moraliteitsonderzoek) om na te gaan of de vergunning gebruikt wordt bij faciliteren criminele activiteiten of om opbrengsten daarvan aan te wenden. Een Koninklijk Besluit zal de inhoud van dat administratief onderzoek vaststellen.
· Gemeentelijke verordening door gemeenteraad nodig
· Risicoanalyse en strikte voorwaarden om een bepaalde sector aan vergunningen of voorwaardenstelsel te onderwerpen
· Toekennen, schorsen of intrekken van exploitatievergunning door het College burgemeester en schepen
· Beslissing binnen de 45 kalenderdagen, verlening mogelijk met 45 dagen.
· Mag het strafonderzoek niet schaden
· Rechtszekerheid voor de aanvrager: duidelijke procedure, voorwaarden, hoorrecht, beroepsprocedure
Indien de uitbating verandert kan er een nieuw administratief onderzoek ingesteld worden. Dit om stromanconstructies tegen te gaan.
Er wordt een data protection officer aangesteld binnen de gemeente om er op toe te zien dat de er een correcte verwerking van de gegevens gebeurt.
2. Oprichting Directie integriteitsbeoordeling voor openbare besturen (DIOB)
Malafide organisaties proberen om te infiltreren in de reguliere economie om onder andere geld wit te wassen. Door integriteitsbeoordelingen in te voeren, kunnen openbare besturen voorkomen dat crimineel geld zich een weg baant naar de ‘bovenwereld’. Misdaad mag niet lonen, daar zijn we het allen over eens.
Daarom wordt een ‘directie voor integriteitsbeoordelingen voor openbare besturen’ opgericht die de bestuurlijke overheden ondersteunt. Deze dienst zal de informatiepositie van de gemeente versterken, door het verstrekken van een niet-bindend advies, zodoende de gemeente in staat te stellen om met kennis van zaken beslissingen te nemen over:
- Het toekennen, intrekken of vernieuwen van een overheidsopdracht
- Het verlenen, intrekken of vernieuwen van een subsidie of werkingstoelage
- het verlenen, intrekken of vernieuwen van een vergunning
- het afsluiten van een vastgoedtransactie door de overheid
Het advies kan enkel worden gevraagd wanneer de overheid moet beslissen over een rechtshandeling met een derde natuurlijke persoon of rechtspersoon, die zelf geen overheidsinstantie is. De aanvragende overheid moet concrete aanwijzingen uit een eigen voorafgaand onderzoek meedelen om een advies te kunnen verkrijgen. Bijkomend kan de dienst ook voorkomen dat een niet integere aanvrager zou deelnemen aan een overheidsopdracht, een subsidie zou krijgen of een vastgoedtransactie zou sluiten met de overheid.
Het DIOB zal functioneren in een structuur die vergelijkbaar is met het OCAD en dus onafhankelijk opereren
De dienst maakt immers gebruik van bestuurlijke en gerechtelijke informatie, en het advies moet op onafhankelijke wijze tot stand komen.
De dienst kan verschillende bronnen consulteren, zoals:
- gerechtelijke gegevens (strafregister en het openbaar ministerie),
- de politionele gegevens,
- de gegevens in het bezit van de bestuurlijke overheidsdiensten (FOD, diensten van de lokale besturen)
- open bronnen (kruispuntbank ondernemingen, Graydon…)
3. Dwangsommen en sluitingen
Mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke dwangsom indien een politiemaatregel niet wordt nagekomen.
Zo moet niet meteen de zwaarste maatregel opgelegd worden, zoals sluiting van de inrichting, voor een eerder beperkte niet-nakoming bijvoorbeeld een ontbrekend bordje van nooduitgang.
Mogelijkheid tot het bestuurlijk verzegelen
Inrichtingen die bestuurlijk gesloten worden zullen nu meteen ook verzegeld worden en een bestuurlijke dwangsom worden opgelegd. Dit biedt een mogelijkheid om de sluiting daadwerkelijk af te dwingen. Zonder deze bijkomende instrumenten is de daadwerkelijke sluiting moeilijk en blijft de criminele activiteit te lang doorgaan nadat deze is vastgesteld. Wanneer er een bijvoorbeeld acute situatie van mensenhandel of mensensmokkel is vastgesteld moet dat onmiddellijk stopgezet worden.
Verruiming reglementering met betrekking tot prostitutie
Momenteel kan de gemeente enkel maatregelen nemen in het kader van de openbare rust en openbare zedelijkheid wat betreft prostitutie. Dit blijkt in de praktijk onvoldoende. Gemeentes zullen nu ook maatregelen kunnen nemen in het kader van de openbare veiligheid en openbare gezondheid. Dat betekent het opleggen van verplichtingen inzake brandveiligheid, het installeren van een alarmknop en de aanwezigheid van onderhouds- en hygiënische voorzieningen wanneer de veiligheid en de gezondheid van de ‘sekswerkers’ en de klanten in gevaar zou zijn.
Verlengen van termijnen van sluiting
In het kader van terrorisme, drugs, mensenhandel en –smokkel wordt de termijn van een voorlopige sluiting van voor het publiek toegankelijke inrichtingen verhoogt van zes maanden tot maximaal achttien maanden. Hierdoor wordt de sluiting beter afgestemd op het verloop van het strafonderzoek
Aan de basis van deze wetgeving ligt het onderzoek ‘Bestuurlijke Handhaving van georganiseerde misdaadfenomenen, een leidraad’ van de professors Brice De Ruyver en Cyrille Fijnaut.