Langverwacht, maar ze komt er dan toch: de DNA-databank Vermiste (en niet-geïdentificeerde) Personen. Het budget is vrijgemaakt, en speurders hopen nu op een doorbraak in oude dossiers. Zoals dat van Britta Cloetens, die in 2011 werd vermoord maar wiens lichaam nog niet gevonden is. Er worden 300 dossiers van onder het stof gehaald.
Als de politie vandaag een lichaam vindt, dan kan men het DNA daarvan niet automatisch vergelijken met alle personen die als vermist zijn opgegeven in ons land, zelfs niet als daar DNA van beschikbaar is. Deze zomer komt er verandering in, met de DNA-databank Vermiste Personen. Daarin zal DNA van vermiste personen en hun familie, en elk gevonden lichaamsdeel worden opgeslagen.
Officieel had de databank al operationeel moeten zijn in juli 2017, maar in de praktijk werd de inwerkingtreding telkens uitgesteld om budgettaire redenen. Daardoor bleven families veel langer dan nodig in het ongewisse over wat er met hun geliefde was gebeurd. Bij de begrotingsbesprekingen heeft minister van Justitie Koen Geens (CD&V) nu toch de nodige 114.000 euro kunnen lospeuteren, zodat de databank in juli operationeel zal zijn. "Dat zal een enorme hulp zijn voor de speurders", aldus Geens.
Alles met iedereen
"Dit biedt enorm veel mogelijkheden, vooral in verdwijningszaken waarvan we het spoor compleet bijster zijn", zegt Katty Doms, rechercheur de Cel Vermiste Personen van de federale politie. "Als het DNA van vermisten en van gevonden lichamen in een databank wordt gestopt, kunnen we iedereen met alles vergelijken. Tot nu toe moest je toch een vermoeden hebben over van wie het lichaam was, om een DNA-analyse te laten doen. Maar nu kan het ad random."
Daarom worden nu ook de onopgeloste verdwijningsdossiers van de laatste tien jaar - zo'n 300 - van onder het stof gehaald. Onder meer de zaak-Britta Cloetens: de jonge vrouw werd in 2011 vermoord door Tijl Teckmans, maar die weigerde tot nu altijd te zeggen waar hij haar lijk gedumpt heeft. Of de zaak van de Baskische student Hodei Egiluz Diaz, die in 2013 verdronk na een overval in Antwerpen. Delen van zijn lichaam werden teruggevonden, maar de precieze omstandigheden van zijn dood blijven onopgehelderd.
"De vraag zal niet meer zijn: wat is er gebeurd met de vermiste, of waar is die het laatst gezien, maar puur: hebben we nog DNA?", aldus Doms. "Indien nee, hebben we dan nog voorwerpen waar DNA op kan zitten? En heeft die persoon nog voldoende verwanten?" Politiemensen zullen de komende jaren dan ook opnieuw bij mensen aanbellen om DNA te vragen van een familielid - zelfs al is die al járen vermist. "Natuurlijk zullen die zich afvragen waarom we daar nu pas mee afkomen", begrijpt Doms. "Ze zullen denken dat er kostbare tijd verloren is, maar dat is niet zo. Dit is een nieuwe opportuniteit om toch verder te kunnen zoeken, daar waar we vroeger vastzaten." Ze benadrukt dat ze daarvoor zoveel mogelijk de mensen wil inzetten die het dossier destijds hebben opgevolgd. "Kwestie dat mensen geen vreemde aan de deur krijgen."
Buitenland
In eerste instantie gaan de speurders op zoek naar DNA van de vermiste zelf. "Een tand die nog ergens in een potje zit of een haarwortel... Dan kunnen we een zuiver profiel opstellen. Die kan je niet alleen nationaal vergelijken maar ook internationaal, met lichamen die in het buitenland worden gevonden."
Elke nacht is er een automatische uitwisseling. Is er niets meer te vinden, dan werk je met profielen van verwanten. Ook die worden elke dag vergeleken met de profielen in de nationale databanken, maar om ze ook internationaal te vergelijken, is een bijzondere procedure nodig.
"Omgekeerd zijn er ook een honderdtal dossiers met niet-geïdentificeerde lichamen en lichaamsdelen, die we in die databank zullen opnemen. Daar is er natuurlijk overvloedig DNA aanwezig, al wordt dat profiel pas sinds een aantal jaar standaard bijgehouden. Bij oudere zaken kan het dus zijn dat we een lichaam opnieuw moeten opgraven om een staal te nemen."
Ook voor nieuwe verdwijningen zal de databank haar nut bewijzen. "Als er gedurende een maand geen teken van leven is en geen zoekacties meer gepland staan, zullen we ook daar de DNA-procedure opstarten", aldus Doms.
***
Ook criminelen onder de loep
De regering heeft ook budget vrijgemaakt om de internationale uitwisseling van DNA-profielen van verdachten en veroordeelden voort te zetten. Dat doen we al sinds juli 2014: eerst met de buurlanden, nadien ook met Tsjechië, Estland, Roemenië, Zweden, Oostenrijk en Spanje. Elke maand komt er een nieuwe lidstaat bij. Maar de Europese subsidie valt deze zomer weg, en dus zullen lidstaten de uitwisseling zelf moeten financieren. De uitwisseling met Spanje leverde al 750 matches met onze Belgische databanken. Dat betekent niet dat zaken onmiddellijk worden opgelost, benadrukt minister Geens, maar ze kunnen wel naar een doorbraak leiden. "Alles gaat nu sneller. Vroeger moesten speurders zelf uitzoeken met welke landen er een link was, om vervolgens dat land te bevragen via een lange procedure. Nu worden onze databanken dagelijks en automatisch vergeleken." Dat zal binnenkort dus ook het geval zijn met het DNA van vermisten.
ASTRID ROELANDT