De automatische uitwisseling van DNA-gegevens met Duitsland heeft in minder dan twee jaar al een verbluffend resultaat opgeleverd: een mogelijke doorbraak in liefst 934 Belgische strafdossiers.
Sinds april 2016 wisselt ons land tienduizenden DNA-profielen van verdachten en veroordeelden uit met Duitsland. Dat leverde al 4.870 matches op. 99 procent van die overeenkomsten is ook al doorgespeeld aan de bevoegde magistraten. 'Door die resultaten konden mogelijk in 934 Belgische dossiers de onderzoeken worden hervat of met succes worden afgesloten', meldt minister van Justitie Koen Geens (CD&V) in een antwoord op een parlementaire vraag van Gautier Calomne (MR).
Ook de Duitsers hebben al 251 keer contact opgenomen met ons land naar aanleiding van DNA-profielen die een overeenkomst vertoonden. Wanneer zo'n match wordt vastgesteld, staat het ons land of Duitsland vrij om daar al dan niet mee aan de slag te gaan. In ons land zijn het de magistraten die daarover beslissen. Er bestaat een DNA-cel bij het federaal parket die dienstdoet als het nationale contactpunt voor de magistraten.
Het was lang wachten op de automatische uitwisselingen van de DNA-gegevens. Al in 2008 besloot de Europese Raad dat meer internationale samenwerking nodig was om het terrorisme en de grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden. Naast een geautomatiseerde toegang tot elkaars databanken met de registratiegegevens van auto's en andere voertuigen, ging het toen ook al om de toegang tot elkaars DNA-databanken. Naast België deden ook Nederland, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Luxemburg en Oostenrijk mee.
Maar pas eind 2011 is de Belgische wet aangepast om de nodige gegevensdatabanken en procedures in het leven te roepen. Er kwam een databank met de DNA-gegevens van tienduizenden verdachten en een andere met nog eens tienduizenden DNA-profielen van veroordeelden.
Maar dan was het nog drie jaar wachten op de eerste geautomatiseerde uitwisseling van gegevens met een andere Europese lidstaat. Eind 2014 was Nederland het eerste land waarmee informatie uitgewisseld werd, in januari 2015 volgde Frankrijk. De eerste effectieve uitwisseling met de Nederlandse justitie leidde al meteen tot meer dan 1.700 overeenkomsten. Die met Frankrijk leverde in de beginfase ook al zo'n 4.800 overeenkomsten op. De experts van het Nationaal Instituut voor de Criminalistiek en Criminologie moesten die matches dan wel nog valideren om ze door te spelen aan de bevoegde magistraten.
Maar nog geen jaar later, in oktober 2015, raakte bekend dat de DNA-uitwisseling alweer op apegapen lag. Het federaal parket beschikte over te weinig personeel om het succesvolle project verder te zetten. Ook de geplande uitwisselingen met Duitsland en Luxemburg moesten worden uitgesteld. Maar Geens beloofde alsnog middelen vrij te maken om de uitwisseling te laten doorgaan. In april 2016 schoot de uitwisseling van DNA-gegevens met de Duitse justitie eindelijk uit de startblokken.
De internationale samenwerking kwam dus traag op gang en de uitwisselingen gebeuren alleen bilateraal, tussen twee landen. België gebruikt daarvoor het beveiligde netwerk S-Testa. In Duitsland is de politie, en niet het gerecht, bevoegd voor de DNA-uitwisseling. Die gebruikt dan weer het eigen kanaal Siena om gegevens op te vragen.
LARS BOVÉ