Vorige week was het krokusvakantie in België en dus ging ik naar de VS. Sedert lang plande ik een studie- en diplomatieke reis naar het land van Uncle Sam over het onderscheppen van sociale media (Twitter, Facebook, Whatsapp) in het kader van een strafrechtelijk of inlichtingenonderzoek. De interceptie van identiteitsdata (wie?), transactiedata (wanneer, hoelang?) en de inhoud (wat?) van sociale mediacommunicatie kan van vitaal belang voor het oplossen van misdaden, of het voorkomen ervan.
Het spreekt vanzelf dat dit nooit kan zonder dat een rechter het toestaat. De reden om naar de VS te gaan zat hem precies daar: de meeste internetproviders zijn in de Verenigde Staten gevestigd. Als onze Belgische rechters hen iets vragen, moet dat via een rechtshulpverzoek aan de Amerikaanse justitie. De overmaking van deze gegevens aan de Belgische justitie is allerminst een evidentie onder Amerikaans recht. Zodoende wordt slechts de helft van de Belgische verzoeken ingewilligd, en dat soms pas na lange tijd zijn.
Het toeval wil dat zowel de VS als de EU op het stuk van zogenaamde e-evidence wetgeving voorbereiden. In de VS werd een ontwerp van Cloud Act ingediend in het parlement op 5 februari. In de Raad van Europese Ministers van Justitie wordt een initiatief verwacht van de Commissie in maart 2018 waarvan we co-promotor zijn. Onze timing was dus uitstekend, al was dat meer geluk dan wijsheid.
Lees De week van Geens »